ECLI:NL:RVS:2012:BX7104

Raad van State

Datum uitspraak
6 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201203113/3/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • R.P.F. Boermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan Ekkersrijt; Saturn

In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 6 september 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door [verzoekster] naar aanleiding van een eerdere uitspraak van 21 juni 2012, waarin het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel om het wijzigingsplan "Ekkersrijt; Saturn" vast te stellen, was geschorst. De schorsing was gebaseerd op het feit dat niet was voldaan aan de planregels die vereisen dat de uitbreidingsbehoefte voor de wijziging van de bestemming van een perceel moet worden aangetoond middels een distributieplanologisch onderzoek.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 augustus 2012, waarbij [verzoekster] werd vertegenwoordigd door C.P.H. Kulter en mr. J.L. Stoop, en de wederpartij door ing. R.Ch. Eujen, mr. C. Hoogenboom en mr. H.A. Samuels Brusse-van der Linden. Het college werd vertegenwoordigd door drs. E.J. Mengers. De voorzitter heeft overwogen dat de uitleg van de term 'uitbreidingsbehoefte' in de planregels niet kan worden uitgebreid met kwalitatieve eisen van een toekomstige gebruiker, zoals door [verzoekster] werd gesteld. De voorzitter concludeerde dat het verzoek om opheffing van de voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de bestaande winkelruimte op de meubelboulevard niet toereikend was voor de vraag uit de markt, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van een daadwerkelijke behoefte aan meer winkelruimte in het plangebied, en dat de bestaande vestigingsmogelijkheden niet voldoen aan de specifieke eisen van de winkelketen Saturn. De voorzitter heeft in zijn beslissing de belangen van de betrokken partijen afgewogen en in naam der Koningin het verzoek afgewezen.

Uitspraak

201203113/3/R3.
Datum uitspraak: 6 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek van:
[verzoekster], gevestigd te [plaats],
om opheffing of wijziging (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)) van de bij uitspraak van 21 juni 2012, in zaak nr.
201203113/2/R3, getroffen voorlopige voorziening in het geding tussen:
[wederpartij], gevestigd te [plaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel,
verweerder.
Procesverloop
Bij uitspraak van 21 juni 2012, in zaak nr.
201203113/2/R3heeft de voorzitter bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van 31 januari 2012, kenmerk 12.1473, waarbij het wijzigingsplan "Ekkersrijt; Saturn" is vastgesteld, geschorst.
[verzoekster] heeft de voorzitter verzocht deze voorlopige voorziening op te heffen.
[wederpartij], [verzoekster] en het college hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 augustus 2012, waar [verzoekster], vertegenwoordigd door C.P.H. Kulter, bijgestaan door mr. J.L. Stoop, advocaat te Roermond, is verschenen.
Voorts zijn [wederpartij], vertegenwoordigd door ing. R.Ch. Eujen, bijgestaan door mr. C. Hoogenboom en mr. H.A. Samuels Brusse-van der Linden, advocaat te Utrecht, en het college, vertegenwoordigd door drs. E.J. Mengers, werkzaam bij de gemeente verschenen.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Ingevolge artikel 8:87, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
Ingevolge het tweede lid kan een belanghebbende die door de voorlopige voorziening rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, een verzoek om opheffing of wijziging doen.
2.1.        Het wijzigingsplan voorziet in de wijziging van de bestemming "Bedrijventerrein - 2" van een perceel op bedrijventerrein Ekkersrijt naar de bestemming "Detailhandel - Perifeer" ten behoeve van een vestiging van de elektronicawinkelketen Saturn. Daarmee wordt de bestaande meubelboulevard, in eigendom van [wederpartij], in westelijke richting uitgebreid.
2.2.        Bij bovengenoemde uitspraak heeft de voorzitter het besluit van 31 januari 2012 geschorst, omdat niet is voldaan aan artikel 27, lid 27.2, onder c, van de planregels van het bestemmingsplan "Ekkersrijt". Ingevolge dit artikel dient voor een wijziging van de bestemming "Bedrijventerrein - 2" in de bestemming "Detailhandel - Perifeer" de uitbreidingsbehoefte middels een distributieplanologisch onderzoek te worden aangetoond. Uit het bij het plan betrokken rapport "Son en Breugel, Mogelijkheden nieuwe vestiging Saturn op Ekkersrijt (29 september 2011)" van bureau BRO volgt volgens voornoemde uitspraak slechts dat het voorzieningenniveau in de gemeente niet duurzaam wordt ontwricht, maar niet dat ook een daadwerkelijke behoefte aan meer winkelruimte bestaat.
3.    [verzoekster] verzoekt om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening onder verwijzing naar het aanvullende rapport "Son en Breugel, Mogelijkheden nieuwe vestiging Saturn op Ekkersrijt (10 juli 2012)" van BRO. Volgens [verzoekster] wordt met dit rapport de uitbreidingsbehoefte alsnog aangetoond, omdat daaruit volgt dat er weliswaar in de meubelboulevard fysiek nog voldoende meters beschikbaar zijn, doch deze ruimte in kwalitatief opzicht niet voorziet in de behoefte van Saturn.
3.1.        Zoals de voorzitter in voornoemde uitspraak heeft overwogen, dient onder het begrip uitbreidingsbehoefte in artikel 27, lid 27.2, onder c, van de planregels van het bestemmingsplan te worden verstaan: een daadwerkelijke behoefte aan meer winkelruimte in het plangebied, wat betekent dat het bestaande aanbod van winkelruimte niet toereikend is voor de vraag uit de markt.
Uit het aanvullende rapport van BRO volgt dat de vestiging van een tweede, zeer grootschalige elektronicazaak met een brutovloeroppervlak van 7.000 m² op de meubelboulevard in kwantitatief opzicht mogelijk is. De vraag van Saturn sluit echter in kwalitatieve zin niet aan bij de bestaande vestigingsmogelijkheden op de meubelboulevard. Saturn wenst zich op een solitaire locatie binnen Ekkersrijt te vestigen. Hierbij wordt gewezen op het belang van gratis parkeerplaatsen op maaiveldniveau op korte afstand van de winkel, een goede zichtbaarheid van de winkel en de mogelijkheid tot een heldere, individuele presentatie van de winkel. Nu de woonboulevard niet aan deze kwalitatieve vestigingseisen voldoet, is er feitelijk geen geschikte winkelruimte aanwezig op de meubelboulevard, zo volgt uit het aanvullende rapport van BRO.
3.2.        Gelet op de uitleg die in voornoemde uitspraak aan het begrip uitbreidingsbehoefte in de planregels is gegeven, moet voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid worden aangetoond dat het bestaande aanbod aan m² winkelruimte, derhalve in kwantitatief opzicht, ontoereikend is. De uitleg van [verzoekster], inhoudende dat onder uitbreidingsbehoefte mede wordt verstaan een kwalitatieve behoefte, ingegeven door specifieke vestigingseisen van een toekomstige gebruiker, kan in deze planregels niet worden gelezen.
4.    Het verzoek dient te worden afgewezen.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten    w.g. Boermans
voorzitter              ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 september 2012
429-605.