ECLI:NL:RVS:2012:BX7711

Raad van State

Datum uitspraak
19 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201104777/1/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • Y.E.M.A. Timmerman-Buck
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenbesluit bestuursdwang en rechtmatigheid van de kosten in het kader van ammoniaklekkage

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een kostenbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente, dat betrekking heeft op de kosten van spoedeisende bestuursdwang die is toegepast na een ammoniaklekkage op een perceel dat in eigendom is van de appellante. De ammoniaklekkage vond plaats op 8 september 2009, waarna het college op 8 en 9 september 2009 maatregelen heeft genomen om de lekkage te verhelpen. De kosten van deze maatregelen zijn door het college vastgesteld op € 19.189,87 bij besluit van 24 november 2009. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit kostenbesluit, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard bij besluit van 27 april 2010. Hierop heeft appellante beroep ingesteld bij de rechtbank Almelo, die de zaak heeft doorgezonden naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Tijdens de zitting op 26 juni 2012 is de zaak behandeld, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.G.M. Roijers, en het college door twee ambtenaren. De Afdeling heeft de rechtmatigheid van het kostenbesluit beoordeeld. Appellante heeft betoogd dat het in het kostenbesluit genoemde perceel niet het perceel is waarop de bestuursdwang is toegepast, maar de Afdeling oordeelt dat het kostenbesluit duidelijk betrekking heeft op dezelfde calamiteit als het bestuursdwangbesluit. Ook het betoog van appellante dat de kosten onevenredig hoog zijn, wordt verworpen, omdat zij dit niet voldoende heeft gemotiveerd.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat het kostenbesluit van het college in stand blijft. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 19 september 2012.

Uitspraak

201104777/1/A4.
Datum uitspraak: 19 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te Doetinchem,
en
het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 november 2009 heeft het college de kosten van de jegens [appellante] toegepaste spoedeisende bestuursdwang vastgesteld op € 19.189,87.
Bij besluit van 27 april 2010 heeft het college het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft [appellante] bij de rechtbank Almelo beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep met toepassing van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht doorgezonden naar de Afdeling.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante] heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 juni 2012, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J.G.M. Roijers, advocaat te Rotterdam, en het college, vertegenwoordigd door P. Braamhaar en A.J. Arends, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Op 8 september 2009 is tijdens sloopwerkzaamheden op een aan [appellante] in eigendom toebehorend perceel een ammoniaklekkage ontstaan. Het college heeft op 8 en 9 september 2009 spoedeisende bestuursdwang toegepast, bestaande uit het leegpompen van de ammoniaktank, de afvoer van ammoniak en ammonia en de beveiliging van de locatie.
Bij besluit van 22 september 2009 heeft het college het besluit om spoedeisende bestuursdwang toe te passen op schrift gesteld en daarbij bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellante] komen. Het college heeft aan dit besluit onder meer ten grondslag gelegd dat de ammoniaklekkage een ernstig gevaar opleverde voor het milieu en de volksgezondheid en dat daarmee in strijd werd gehandeld met artikel 2.1, eerste lid, onder l, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.
2. [appellante] heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen het bestuursdwangbesluit van 22 september 2009, zodat dit besluit in rechte onaantastbaar is geworden. In deze procedure kan slechts de rechtmatigheid van het kostenbesluit van 24 november 2009 en van het besluit van 27 april 2010 worden beoordeeld. Gelet hierop kunnen de beroepsgronden van [appellante] die zijn gericht tegen het bestuursdwangbesluit van 22 september 2009, waaronder het betoog dat dit besluit verkeerd is geadresseerd, de bewuste ammoniaktank buiten de inrichting ligt en zij niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de kosten, niet slagen.
3. [appellante] betoogt dat het in het kostenbesluit genoemde perceel niet het perceel is waarop de spoedeisende bestuursdwang is toegepast.
3.1. Het in het kostenbesluit genoemde perceel komt overeen met het perceel dat is genoemd in het bestuursdwangbesluit. Uit het kostenbesluit blijkt duidelijk dat het betrekking heeft op dezelfde calamiteit als waar het bestuursdwangbesluit en de uitgevoerde herstel- en beschermende maatregelen op zien.
Het betoog faalt.
4. Het betoog van [appellante] dat de aan haar in rekening gebrachte kosten onevenredig hoog zijn, slaagt evenmin, reeds omdat zij dit betoog niet heeft gemotiveerd. Dat, naar [appellante] stelt, in een factuur ten aanzien van één kostenpost een onjuiste datum is vermeld, biedt geen grond voor het oordeel dat het college deze kosten ten onrechte aan [appellante] in rekening heeft gebracht.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van staat.
De voorzitter w.g. Van der Maesen de Sombreff
is verhinderd de uitspraak ambtenaar van staat
te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 19 september 2012
190-732.