ECLI:NL:RVS:2012:BX8277

Raad van State

Datum uitspraak
21 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201206576/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • P. Plambeck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Doorn Noord

Op 26 april 2012 heeft de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug het bestemmingsplan "Doorn Noord" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers, wonend te Doorn, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, P.J.J. van Buuren, heeft het verzoek op 5 september 2012 ter zitting behandeld. Tijdens de zitting waren de verzoekers, vertegenwoordigd door onder anderen verzoeker A en verzoeker B, aanwezig, evenals de raad, vertegenwoordigd door K.F. van de Velde en M.C.E. Tijs-van Tongeren. Ook belanghebbenden waren als partij gehoord.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan beoogt onder andere de bouw van een woning op een perceel dat is gelegen tussen andere percelen. Verzoekers vrezen dat er een omgevingsvergunning zal worden aangevraagd voor de woningbouw en dat onomkeerbare werkzaamheden zullen plaatsvinden. Tijdens de zitting heeft de belanghebbende toegezegd geen omgevingsvergunning aan te vragen en niet te starten met de bouw totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak.

Gezien deze toezegging heeft de voorzitter geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 21 september 2012 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. P.J.J. van Buuren, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201206576/2/R2.
Datum uitspraak: 21 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug,
en
de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 april 2012 heeft de raad het bestemmingsplan
"Doorn Noord" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
Voorts hebben [verzoeker] en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 5 september 2012, waar [verzoeker] en anderen, bij monde van [verzoeker], [verzoeker A] en [verzoeker B], en de raad, vertegenwoordigd door K.F. van de Velde en M.C.E. Tijs-van Tongeren, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Verder zijn [belanghebbenden] (hierna tezamen en in enkelvoud: [belanghebbende]) daar als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Met het plan wordt onder meer beoogd het deel van het perceel [locatie 1] dat is gelegen tussen de percelen [locatie 2 en 3] af te splitsen en daarop de bouw van een woning mogelijk te maken.
3. [verzoeker] en anderen kunnen zich op de in hun beroep genoemde gronden niet met het plan verenigen. Zij vrezen dat ten behoeve van de woningbouw op het perceel [locatie 1] een omgevingsvergunning zal worden aangevraagd en dat onomkeerbare werkzaamheden zullen worden uitgevoerd.
4. [belanghebbende] heeft ter zitting toegezegd geen omgevingsvergunning aan te vragen voor de bouw van de voorgenomen woning op het perceel [locatie 1] en ook anderszins niet te starten met de bouw totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat met het verzoek in zoverre geen spoedeisend belang is gemoeid. Ook anderszins is de voorzitter niet gebleken van een spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
5. Gelet op het vorenstaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van staat.
De voorzitter w.g. Plambeck
is verhinderd de uitspraak ambtenaar van staat
te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 21 september 2012
159-726.