201200490/1/A1.
Datum uitspraak: 26 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PSX Shop B.V., gevestigd te Putten,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 14 december 2011 in zaak nr. 11/483 in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders van Putten.
Bij besluit van 27 september 2010 heeft het college PSX Shop onder oplegging van een dwangsom gelast om de verkoop van goederen en het te koop aanbieden van goederen aan particulieren vanaf het perceel Nijverheidsweg 10d te Putten zowel in de winkel als via het internet te staken en gestaakt te houden.
Bij besluit van 3 maart 2011 heeft het college het door PSX Shop daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van
27 september 2010 in stand gelaten.
Bij uitspraak van 14 december 2011 heeft de rechtbank het door PSX Shop daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft PSX Shop hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
PSX Shop heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 juli 2012, waar PSX Shop, vertegenwoordigd door [gemachtigden] en mr. M. Kuiper, advocaat te Harderwijk, en het college, vertegenwoordigd door mr. G.J. Vooren en ing. P. Hennekeij, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
1. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Industrieterrein" rust op het perceel de bestemming "Industriële doeleinden A".
Ingevolge artikel 7, eerste lid, van de planvoorschriften, voor zover thans van belang, zijn de als zodanig aangewezen gronden bestemd voor nijverheids-, handels- en dienstverlenende bedrijven, zijnde geen detailhandelsbedrijven.
Ingevolge artikel 1, aanhef en onder k, wordt onder detailhandel verstaan het bedrijfsmatig te koop aanbieden en/of verkopen van goederen voor particulier verbruik en/of gebruik.
Ingevolge artikel 20, eerste lid, is het verboden om de in het plan begrepen gronden en opstallen te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de gronden gegeven bestemming.
2. PSX Shop betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat haar bedrijfsactiviteiten in strijd zijn met het bestemmingsplan. Daartoe voert zij aan dat de verkoop van artikelen via internet plaatsvond. De hoofdactiviteiten op het perceel bestonden uit het administreren van in- en verkopen en het ontvangen en verzenden van goederen. Twee dagen per week bestond de mogelijkheid om goederen te bekijken en/of af te halen, waarvan door maximaal 10 personen per dag gebruik werd gemaakt. Gelet op het voorgaande ging van de internetwinkel geen ruimtelijke uitstraling uit en kunnen de bedrijfsactiviteiten niet worden aangemerkt als detailhandel, aldus PSX Shop.
2.1. Niet in geschil is dat PSX Shop ten tijde van de besluitvorming via het internet artikelen voor de spelcomputer aanbood aan particulieren met de mogelijkheid deze ter plaatse te bekijken en te kopen. Volgens de website van PSX Shop was de winkel op vrijdag en zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur voor publiek geopend. Uit foto's op de website blijkt verder dat PSX Shop op het perceel een toonkamer van 350 m² had ingericht waar de collectie ter verkoop uitgestald stond.
Nog daargelaten dat onder deze omstandigheden het betoog van PSX Shop dat zij uitsluitend handelde via internet zodat van haar bedrijfsactiviteiten geen ruimtelijke uitstraling uitging, niet kan worden gevolgd, heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat PSX Shop, gelet op haar bedrijfsactiviteiten, zich bezig houdt met detailhandel als bedoeld in het bestemmingsplan, zodat het perceel door haar in strijd daarmee werd gebruikt.
3. PSX Shop betoogt voorts dat de rechtbank heeft miskend dat artikel 7, eerste lid, van de planvoorschriften, buiten toepassing dient te worden gelaten wegens strijd met de in de Dienstenwet geïmplementeerde Dienstenrichtlijn. Hiertoe voert zij aan dat het via internet te koop aanbieden en/of verkopen van goederen voor particulier gelet op artikel 7 van de planvoorschriften niet is toegestaan, terwijl deze activiteiten in ruimtelijk opzicht niet relevant zijn. Derhalve maakt de bepaling een onrechtmatige inbreuk op de vrijheid van diensten, aldus PSX Shop.
3.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 10 augustus 2011 in zaak nr.
201000203/1/M3) geldt dat ingevolge overweging 9 van richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt (PB 2006. L 376/36) deze richtlijn alleen van toepassing is op eisen met betrekking tot de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit. Deze richtlijn is derhalve niet van toepassing op - onder meer - voorschriften inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw en evenmin op administratieve sancties wegens het niet naleven van dergelijke voorschriften die de dienstenactiviteit niet specifiek regelen of daarop specifiek van invloed zijn, maar die de dienstverrichters bij de uitvoering van hun economische activiteit in acht dienen te nemen op dezelfde wijze als natuurlijke personen die als particulier handelen.
PSX Shop heeft niet aannemelijk gemaakt dat het vermoeden dat een bestemmingsplan, dat krachtens de Wet op de Ruimtelijke Ordening is vastgesteld, voorschriften inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw bevat die de dienstenactiviteit niet specifiek regelen of daarop specifiek van invloed zijn, in dit geval niet gerechtvaardigd is. Derhalve bestaat geen grond voor het buiten toepassing laten van artikel 7, eerste lid, van de planvoorschriften.
4. PSX Shop betoogt verder dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat geen concreet zicht op legalisering bestond.
4.1. Het college heeft in verband met de ontwikkelingen in de internetdetailhandel in december 2010 de "Beleidsnotitie Internetwinkels" (hierna: de beleidsnotitie) opgesteld. Ingevolge deze beleidsnotitie kan onder voorwaarden aan de vestiging van een internetwinkel worden meegewerkt. Ter zitting heeft het college genoegzaam uiteengezet dat de beleidsnotitie is opgesteld voor de situatie waarin internetactiviteiten ondergeschikt blijven aan de krachtens het bestemmingsplan op het perceel rustende bestemming en dat PSX Shop niet aan die voorwaarde voldoet. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de activiteiten van PSX Shop geen activiteiten zijn als bedoeld in de beleidsnotitie, zodat concreet zicht op legalisering niet aan de orde is.
5. Voor zover PSX Shop betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college ten onrechte de last niet heeft beperkt tot het opheffen van de mogelijkheid om de artikelen op het perceel te bekijken en te kopen, nu uitvoering van deze minder bezwarende last volgens haar de overtreding reeds zou beëindigen, wordt overwogen dat ook de verkoop van artikelen aan particulieren via internet als hoofdactiviteit in strijd is met de op het perceel geldende bestemming. Derhalve bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het college ten onrechte de last niet heeft beperkt tot het opheffen van de verkoop en bezichtiging ter plaatse.
6. PSX Shop betoogt voorts dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college heeft gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Ter onderbouwing van dit betoog heeft zij in hoger beroep een aantal foto's overgelegd van, naar gesteld, vergelijkbare winkels in de nabije omgeving.
6.1. Het college heeft ter zitting aangegeven dat, voor zover de foto's zien op gelijke gevallen, het gebruik ten aanzien van geen van die gevallen wordt toegestaan. Voor zover er met het bestemmingsplan strijdig gebruik aan de orde is, bestaat de intentie handhavend op te treden, aldus het college. Onder deze omstandigheden bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het college heeft gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen.
7. Ten aanzien van de omstandigheid dat PSX Shop reeds lange tijd op het perceel is gevestigd, heeft de rechtbank, anders dan PSX Shop betoogt, met juistheid overwogen dat hierin geen aanleiding is gelegen voor het oordeel dat handhavend optreden onevenredig is met de daarmee te dienen doelen.
8. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Driel, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Van Driel
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 september 2012