Uitspraak
201206364/1/R4heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
Raad van State
Op 3 oktober 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een geschil tussen Groothandelsgebouwen N.V. en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Het geschil betreft een omgevingsvergunning die op 24 april 2012 door het college is verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan 'Oude Westen' gebruiken en bouwen van een kantoorgebouw en het aanleggen van een uitrit op het perceel Weena 750 te Rotterdam. Groothandelsgebouwen N.V. heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De behandeling van het verzoek vond plaats op 28 augustus 2012, waarbij Groothandelsgebouwen werd vertegenwoordigd door mr. B.J.W. Walraven, en het college door diverse ambtenaren en dr. P.P. Tordoir. Ook First Rotterdam B.V. en First Rotterdam C.V. waren als partijen aanwezig, vertegenwoordigd door hun bestuurder en bijgestaan door advocaten. De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan in de bodemprocedure, is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan op dezelfde datum, 3 oktober 2012, en de voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarmee de rechtsgang in deze zaak is afgesloten.