ECLI:NL:RVS:2012:BY1043

Raad van State

Datum uitspraak
24 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201200985/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.G.C. Wiebenga
  • B. Klein Nulent
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Bunkerstations en omgevingsvergunning voor bunkerstation Fiwado te Zwijndrecht

In deze zaak gaat het om de vaststelling van het bestemmingsplan "Bunkerstations" door de raad van de gemeente Zwijndrecht en de verlening van een omgevingsvergunning aan Fiwado B.V. voor het vernieuwen van het bunkerstation op het perceel Maasboulevard 1. De appellant, wonend te Zwijndrecht, heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten, stellende dat de aanwezigheid van bedrijfswoningen en kantoren op het bunkerstation zijn uitzicht aantast en de waarde van zijn woning vermindert. De raad heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat het uitzicht van de appellant niet ernstig wordt aangetast en dat de bestaande situatie met het bestemmingsplan wordt vastgelegd zonder uitbreidingsmogelijkheden. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 13 september 2012 behandeld, waarbij de appellant en de raad vertegenwoordigd waren. Fiwado B.V. was ook aanwezig, bijgestaan door een advocaat. De Afdeling overweegt dat de raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de bestaande bebouwing van het bunkerstation als zodanig te bestemmen, en dat de belangen van de appellant niet zwaarder wegen dan de belangen van de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan. De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201200985/1/R4.
Datum uitspraak: 24 oktober 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Zwijndrecht,
en
1. de raad van de gemeente Zwijndrecht,
2. het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht,
verweerders.
Procesverloop
Bij besluit van 13 december 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Bunkerstations" vastgesteld.
Bij besluit van 13 december 2011 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fiwado B.V. (hierna: Fiwado B.V.) een omgevingsvergunning verleend voor het geheel vernieuwen van het bunkerstation Fiwado op het perceel Maasboulevard 1 te Zwijndrecht, kadastraal bekend gemeente Zwijndrecht, sectie C, nummer 3414 (gedeeltelijk).
Tegen deze besluiten heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Fiwado B.V. heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 september 2012, waar [appellant], en de raad, vertegenwoordigd door A.W.R. Groenewegen, R.S.M. van der Kuijp en R.S. Olivieira, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting gehoord Fiwado B.V., vertegenwoordigd door E. Heijkoop en L. Schmidt, bijgestaan door mr. C.L. Knijff, advocaat te Amsterdam.
Overwegingen
1.    Bij besluit van 14 december 2010 heeft de raad de juridisch-planologische inpassing van het bunkerstation Fiwado, aangewezen als een geval als bedoeld in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro), waarin het besluit omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan "Bunkerstations" (hierna: het bestemmingsplan) gecoördineerd wordt voorbereid met het te nemen besluit op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) omtrent verlening van een omgevingsvergunning voor het geheel vernieuwen van het bunkerstation Fiwado op het perceel Maasboulevard 1 te Zwijndrecht.
Ingevolge artikel 8.3, eerste lid, van de Wro worden deze besluiten voor de mogelijkheid van beroep aangemerkt als één besluit.
2.    Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologische inpassing van de bestaande bunkerstations Bunkerrama en Fiwado.
De omgevingsvergunning van 13 december 2011 voor de activiteit bouwen is verleend voor het geheel vernieuwen van het bunkerstation Fiwado ter plaatse van het perceel Maasboulevard 1 te Zwijndrecht. Dit perceel is in het plan bestemd als "Water" met onder meer de aanduidingen "specifieke vorm van bedrijf-bunkerstation" en "kantoor (k)".
3.    Het beroep van [appellant] richt zich tegen de vaststelling van het plandeel dat ziet op het bunkerstation Fiwado en tegen de verlening van de omgevingsvergunning voor het geheel vernieuwen van het bunkerstation Fiwado. [appellant] betoogt dat de toegestane aanwezigheid van bedrijfswoningen en kantoren op het bunkerstation Fiwado ter plaatse zijn uitzicht aantast en de waarde van zijn woning aanzienlijk vermindert. Volgens [appellant] zijn de voorziene bedrijfswoningen en kantoren op de derde verdieping van het bunkerstation Fiwado niet noodzakelijk en is zijn kadewoning destijds zodanig ontworpen dat er vanuit de woonkamer vrij uitzicht op de stad Dordrecht zou zijn.
[appellant] wijst er voorts op dat de raad tegenstrijdige standpunten inneemt ten aanzien van een constructief mogelijke verlaging van het bunkerstation.
Daarnaast voert [appellant] aan dat het mogelijk maken van een kantoorfunctie op het bunkerstation Fiwado in strijd is met het begrip bunkerstation zoals opgenomen in het plan. Volgens [appellant] stelt de raad in de notitie zienswijzen ten onrechte dat de kantoorfunctie ter plaatse passend is vanwege de verknochtheid met de primaire functie van het bunkerstation, nu de planregeling geen verknochtheid tussen de kantoorfunctie en het bunkerstation vereist.
Ten slotte is er volgens [appellant] onvoldoende onderzoek verricht naar het omwisselen van het bunkerstation Fiwado met het lagere bunkerstation Bunkerrama en naar mogelijkheden om de voorziene bedrijfswoningen en kantoren te verplaatsen naar de wal.
4.    De raad heeft er voor gekozen het bestaande gebruik van het perceel voor een bunkerstation als zodanig te bestemmen door het planologisch mogelijk te maken om bouwwerken in de vorm van bunkerstations ter plaatse op te richten. De raad wijst erop dat in het voorheen geldende bestemmingsplan "Westkeetshaven" ter plaatse al was voorzien in de aanduiding "zone aanlegplaatsen bunkerschepen en sleepdienst". Omdat, naar inmiddels is gebleken ten onrechte, ervan uitgegaan werd dat het bunkerstation Fiwado niet bouwvergunningsplichtig was, is daarvoor nooit een bouwvergunning verleend, aldus de raad.
De raad stelt zich op het standpunt dat het uitzicht van [appellant] door het bunkerstation Fiwado niet ernstig wordt aangetast, nu vanuit de woonkamer van [appellant] slechts sprake is van een gedeeltelijke belemmering van het uitzicht. Daarbij wijst de raad erop dat het voorliggende plan de bestaande feitelijke situatie ter plaatse vastlegt en niet voorziet in uitbreidingsmogelijkheden van het bunkerstation.
Volgens de raad zijn de ter plaatse aanwezige bedrijfswoningen van belang voor een doelmatige bedrijfsvoering van het bunkerstation. Het kantoorgedeelte waarin het hoofdkantoor van Fiwado B.V. is gevestigd, dient volgens de raad een economisch belang. Om het mogelijk te maken dat binnen het bunkerstation administratieve werkzaamheden voor andere vestigingen van Fiwado B.V. worden verricht is de aanduiding "kantoor (k)" aan het plandeel bunkerstation Fiwado toegekend. De raad acht het vanwege de hoge kosten en technische ingrijpendheid niet opportuun om de derde verdieping van het bunkerstation Fiwado niet als zodanig te bestemmen.
Ten slotte stelt de raad dat, na afweging van alle betrokken belangen, het omwisselen van het bunkerstation Fiwado met het lagere bunkerstation Bunkerrama niet wenselijk is.
5.    Ingevolge artikel 2, lid 2.1, van de planregels, voor zover van belang, zijn de voor "Water" aangewezen gronden bestemd voor:
(…)
c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf- bunkerstation": mede voor een bunkerstation;
d. ter plaatse van de aanduiding "kantoor (k)": mede voor een kantoor.
Ingevolge lid 2.2 mag op deze gronden worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. de maximale hoogte en lengte van bunkerstations bedraagt ter plaatse van de aanduiding "dwarsdoorsnede" niet meer dan de in de bij regels behorende Bijlage 1 aangegeven maatvoering;
b. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal bedrijfs- en dienstwoningen" aangegeven aantal.
Ingevolge lid 2.3 gelden met betrekking tot het gebruik de volgende regels:
a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
b. ter plaatse van de aanduiding "kantoor (k)" is een kantoor met een maximaal oppervlak van 320 m² toegestaan.
6.    Ingevolge artikel 1, lid 1.8, van de planregels is een bunkerstation een bedrijf met als hoofdactiviteit de levering van brandstof en scheepvaartbenodigdheden, inclusief op het bunkerstation gerealiseerde bebouwing als bedrijfswoningen, scheepswinkels en ruimten ten behoeve van de administratie van het eigen bunkerstation.
Ingevolge artikel 1, lid 1.10, van de planregels vallen binnen het begrip kantoor voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard te gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
7.    Ter zitting heeft [appellant] verklaard dat zijn beroep gericht tegen de verlening van de omgevingsvergunning zo moet worden opgevat dat het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor het vernieuwen van het bunkerstation volgens hem moet worden vernietigd omdat het plandeel dat het bunkerstation Fiwado mogelijk maakt volgens hem geen stand kan houden.
7.1.    De Afdeling stelt vast dat onder het voorheen geldende bestemmingsplan "Westkeetshaven" niet was voorzien in een bouwregeling voor het bunkerstation Fiwado, omdat ervan uitgegaan werd dat het bunkerstation geen bouwwerk is en aldus daarvoor geen bouwvergunning benodigd was. Omdat de raad inmiddels uit jurisprudentie van de Afdeling is gebleken dat dit standpunt niet volgehouden kan worden, is met de vaststelling van het voorliggende plan beoogd te voorzien in een planologische regeling voor de bestaande situatie en in een grondslag voor verlening van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.
7.2.    In het voorliggende plan heeft de raad ervoor gekozen de bestaande bebouwing van het bunkerstation als zodanig te bestemmen.
Het is aannemelijk dat het uitzicht van [appellant] door de hoogte van het bunkerstation in enige mate wordt beperkt. Dit betekent echter niet dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het uitzicht niet onaanvaardbaar wordt beperkt. De Afdeling neemt daarbij in aanmerking dat, zoals ter zitting is toegelicht, de waarneembare hoogte in het ergste geval, bij hoog water en met lege tanks, ongeveer 6 m boven maaiveld bedraagt. In de gemiddelde situatie echter, bij gemiddeld tij en met de tanks 75% vol, heeft het bunkerstation Fiwado een waarneembare hoogte van ongeveer 4,5 m boven maaiveld. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat het vorenstaande onjuist is. Daarbij acht de Afdeling voorts van belang dat de woning van [appellant] zodanig is ontworpen dat de woonkamer gewoonlijk op de eerste verdieping wordt gerealiseerd, hetgeen feitelijk ook het geval is.
Gelet op het vorenstaande heeft [appellant] niet aannemelijk gemaakt dat door het als zodanig bestemmen van de bestaande bebouwing een dusdanige waardevermindering van zijn woning optreedt dat de raad hieraan een doorslaggevend gewicht had moeten toekennen.
Het is aannemelijk dat verwijdering van de bovenste verdieping van het bunkerstation Fiwado aanzienlijke kosten met zich brengt. De raad heeft daarom en nu vanuit de woonkamer nog enig zicht resteert, in redelijkheid niet hoeven kiezen om de bovenste verdieping niet bij recht toe te staan.
7.3.    Geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat het toestaan van een kantoorfunctie op het bunkerstation in strijd is met het begrip bunkerstation zoals opgenomen in het plan. Ingevolge de in artikel 1, lid 1.8, van de planregels opgenomen omschrijving van het begrip bunkerstation worden hieronder mede verstaan ruimten ten behoeve van de administratie van het eigen bunkerstation. Ingevolge de in artikel 1, lid 1.10, van de planregels opgenomen beschrijving is het begrip "kantoor" echter niet beperkt tot voorzieningen gericht op administratieve werkzaamheden ten behoeve van het eigen bunkerstation. Aan het plandeel dat ziet op het bunkerstation Fiwado is zowel de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-bunkerstation" als de aanduiding "kantoor (k)" toegekend. Ter zitting heeft de raad bevestigd dat de vereiste verknochtheid tussen de kantoorfunctie en het bunkerstation alleen ziet op de administratieve werkzaamheden die mogen worden verricht op grond van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-bunkerstation". De Afdeling stelt dan ook vast dat door de toekenning van de aanduiding "kantoor (k)" aan het plandeel dat ziet op het bunkerstation Fiwado is voorzien in de mogelijkheid om ter plaatse een kantoorfunctie uit te oefenen ten behoeve van andere vestigingen van Fiwado B.V.
7.4.    De Afdeling overweegt dat, voor zover [appellant] wijst op het alternatief om het bunkerstation Fiwado te verwisselen met het lagere bunkerstation Bunkerrama, de raad bij de keuze van de bestemming een afweging dient te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beleidsvrijheid. De voor- en nadelen van alternatieven dienen in die afweging te worden meegenomen.
7.4.1.    De raad heeft het door [appellant] voorgestelde alternatief onderzocht. Ten noord-oosten van de Maasboulevard nabij het bunkerstation Bunkerrama wordt het nieuwbouwproject "Euryza" gerealiseerd. Hierdoor zal verplaatsing van het bunkerstation Fiwado naar de locatie van het bunkerstation Bunkerrama ook op die locatie tot belemmering van het uitzicht leiden. Gelet hierop heeft de raad in redelijkheid af kunnen zien van het verwisselen van het bunkerstation Fiwado met het lagere bunkerstation Bunkerrama.
7.5.    Gelet op het voorgaande heeft de raad bij de afweging van de betrokken belangen in redelijkheid een groter gewicht kunnen toekennen aan de belangen die zijn gemoeid met het als zodanig bestemmen van de bestaande bebouwing van het bunkerstation Fiwado dan aan het belang van [appellant] bij verbetering van zijn uitzicht ten opzichte van de feitelijke situatie.
7.6.    In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestreden plandeel strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het besluit tot vaststelling van het plan in zoverre anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Voorts geeft het aangevoerde geen aanleiding voor het oordeel dat het college ten onrechte de bestreden omgevingsvergunning heeft verleend.
Het beroep is ongegrond.
8.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.G.C. Wiebenga, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Klein Nulent, ambtenaar van staat.
w.g. Wiebenga    w.g. Klein Nulent
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2012
528-678.