ECLI:NL:RVS:2012:BY4411

Raad van State

Datum uitspraak
28 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201111445/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Vlasblom
  • W. Sorgdrager
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen weigering vrijstelling voor gebruik bijgebouw als woonruimte

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 september 2011, waarin het beroep tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Vlist ongegrond werd verklaard. De zaak betreft de weigering van de raad van de gemeente Vlist om vrijstelling te verlenen voor het gebruik van een bijgebouw op het perceel [locatie] te Stolwijk als woonruimte. De raad had op 25 april 2006 besloten om deze vrijstelling te weigeren en de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake het bezwaar en beroep aan het college te delegeren. Het college verklaarde het bezwaar van [appellant] tegen deze weigering ongegrond en handhaafde het besluit. In de tussenuitspraak van 20 juni 2012 oordeelde de Afdeling dat het besluit van het college onbevoegd was genomen, omdat de raad het bevoegde bestuursorgaan was. De raad werd opgedragen om het gebrek te herstellen. Op 25 september 2012 verklaarde de raad het bezwaarschrift van [appellant] ongegrond en handhaafde het eerdere besluit. De Afdeling oordeelde dat het hoger beroep gegrond was, vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze het beroep tegen het besluit van het college van 11 november 2008 ongegrond verklaarde, en verklaarde het beroep tegen het besluit van de raad van 25 september 2012 ongegrond. De proceskosten werden niet vergoed.

Uitspraak

201111445/1/A1.
Datum uitspraak: 28 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Stolwijk, gemeente Vlist,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 september 2011 in zaken nrs. 08/9088 en 09/5707 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Vlist.
Procesverloop
Bij besluit van 25 april 2006 heeft de raad van de gemeente Vlist geweigerd [appellant] vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het bijgebouw op het perceel [locatie] te Stolwijk (hierna: het perceel) als woonruimte en besloten de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake het bezwaar en beroep naar aanleiding van dit besluit aan het college te delegeren.
Bij besluit van 11 november 2008 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 25 april 2006 in stand gelaten.
Bij besluit van 4 maart 2009 heeft het college [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het gebruik van het bijgebouw als woonruimte te staken.
Bij besluit van 14 juli 2009 heeft het college, voor zover thans van belang, het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 4 maart 2009 in stand gelaten, onder aanvulling van de motivering.
Bij uitspraak van 21 september 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank de door [appellant] tegen de besluiten van 11 november 2008 en 14 juli 2009 ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 november 2011, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 23 november 2011.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 april 2012, waar het college, vertegenwoordigd door mr. B. Zevenhuizen en A. Haneveld, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 20 juni 2012 in zaak nr.
201111445/1/T1/A1(hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling het college opgedragen om binnen zestien weken na de verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek te herstellen. Deze uitspraak is aangehecht.
Bij brief van 1 oktober 2012, bij de Raad van State ingekomen op 2 oktober 2012, heeft het college de Afdeling het aan [appellant] gerichte besluit van de raad van de gemeente Vlist van 25 september 2012 toegezonden.
Bij brief van 5 oktober 2012 is [appellant] in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na verzending van deze brief op het besluit van de raad van 25 september 2012 te reageren. Van deze gelegenheid heeft [appellant] geen gebruik gemaakt.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.    Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het besluit van het college van 11 november 2008 onbevoegd is genomen, nu niet het college, maar de raad van de gemeente Vlist het tot besluiten bevoegde bestuursorgaan is ten aanzien van het bezwaarschrift van [appellant] van 29 mei 2006.
Het college is vervolgens opgedragen om dit gebrek te herstellen door ervoor zorg te dragen dat de raad van de gemeente Vlist binnen zestien weken na verzending van de tussenuitspraak een besluit neemt op eerdergenoemd bezwaarschrift, dit besluit aan [appellant] bekend te maken en het aan de Afdeling toe te zenden. Verwezen wordt naar de tussenuitspraak.
2.    De raad van de gemeente Vlist heeft bij besluit van 25 september 2012 het bezwaarschrift van [appellant] van 29 mei 2006 ongegrond verklaard en het besluit van 25 april 2006 in stand gelaten. De Afdeling merkt het besluit van de raad van 25 september 2012 aan als komend in de plaats van het besluit van het college van 11 november 2008, op grondslag van dezelfde motivering.
3.    Het college heeft, blijkens de toezending aan de Afdeling van het aan [appellant] bekend gemaakte besluit van de raad van 25 september 2012, voldaan aan hetgeen hem is opgedragen in de tussenuitspraak. Met dit besluit van de raad is het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek aan het besluit van 11 november 2008 hersteld.
4.    Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover daarbij het beroep tegen het besluit van het college van 11 november 2008 ongegrond is verklaard. De Afdeling zal, doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, het beroep voor zover gericht tegen het besluit van het college van 11 november 2008 gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. Nu bij het besluit van de raad van 25 september 2012 het geconstateerde gebrek is hersteld en er, gelet op rechtsoverweging 2.5 tot en met 2.5.2 van de tussenuitspraak, geen grond is voor het oordeel dat de raad, door te verwijzen naar de motivering van het besluit van 11 november 2008, de weigering van de vrijstelling ten onrechte heeft gehandhaafd, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van de raad van 25 september 2012 ongegrond verklaren. De aangevallen uitspraak dient voor het overige te worden bevestigd.
5.    Van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 21 september 2011, in zaak nrs. 08/9088 en 09/5707, voor zover daarbij het beroep gericht tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlist van 11 november 2008, ongegrond is verklaard;
III.    verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep, voor zover gericht tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlist van 11 november 2008, gegrond;
IV.    vernietigt dat besluit;
V.    verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Vlist van 25 september 2012 ongegrond;
VI.    bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
VII.    gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Vlist aan [appellant] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 377,00 (zegge: driehonderdzevenenzeventig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. W. Sorgdrager en mr. N.S.J. Koeman, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.L. Bolleboom, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom    w.g. Bolleboom
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 november 2012
641.