ECLI:NL:RVS:2012:BY5078

Raad van State

Datum uitspraak
28 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201208900/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • R.E.A. Matulewicz
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan uitbreiding nertsenhouderij in Boxmeer

Op 28 juni 2012 heeft de raad van de gemeente Boxmeer een bestemmingsplan vastgesteld voor de uitbreiding van een bestaande nertsenhouderij op een perceel in Vortum-Mullem. Tegen dit besluit hebben [verzoekster] en anderen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 15 november 2012 ter zitting behandeld, waar de verzoekers, bijgestaan door ir. A.K.M. van Hoof, en de raad, vertegenwoordigd door mr. J.P.L.M. van der Velden, aanwezig waren.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het verzoek richtte zich tegen het gehele bestemmingsplan. De eigenaar van het perceel, [belanghebbende], heeft schriftelijk verklaard geen aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de te herbouwen nertsenhouderij in te dienen voordat er een uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. De raad heeft toegezegd dat, mocht er toch een aanvraag worden ingediend, [verzoekster] en anderen daarvan op de hoogte worden gesteld. Dit leidde de voorzitter tot de conclusie dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening.

Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 28 november 2012 openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. Th.C. van Sloten, in aanwezigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201208900/2/R3.
Datum uitspraak: 28 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster] en anderen, allen wonend te Vortum-Mullem, gemeente Boxmeer,
en
de raad van de gemeente Boxmeer,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 28 juni 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie]" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekster] en anderen beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld hebben [verzoekster] en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoekster] en anderen en [belanghebbende] hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 november 2012, waar [verzoekster], bijgestaan door ir. A.K.M. van Hoof, en de raad, vertegenwoordigd door mr. J.P.L.M. van der Velden, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het plan voorziet in de uitbreiding van een bestaande nertsenhouderij op het perceel [locatie].
3.    Het verzoek richt zich tegen het gehele plan. [belanghebbende], eigenaar van het perceel [locatie], heeft schriftelijk verklaard voor de te herbouwen nertsenhouderij op het perceel [locatie] geen aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen te zullen indienen voordat een uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. Ter zitting is door de raad toegezegd dat, mocht desondanks door wie dan ook een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen worden ingediend, [verzoekster] en anderen daarvan op de hoogte worden gesteld. Dit betekent dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening.
4.    Gelet op het vorenstaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten    w.g. Matulewicz
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 november 2012
45-709.