ECLI:NL:RVS:2012:BY5152

Raad van State

Datum uitspraak
30 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201209937/3/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • M. Priem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een besluit inzake bestemmingsplanherziening door de gemeente Losser

In deze zaak hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van de raad van de gemeente Losser op hun aanvraag van 23 mei 2012 tot herziening van het bestemmingsplan voor bepaalde percelen. De Raad van State heeft op 30 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep. De raad had niet tijdig een besluit genomen, wat in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De appellanten betoogden dat de raad gehouden was om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen, verwijzend naar eerdere uitspraken van de Afdeling. De Raad van State oordeelde dat de raad niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn had gereageerd op de aanvraag en dat het beroep gegrond was. De Raad van State heeft de raad van de gemeente Losser opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een dwangsom voor elke dag dat deze termijn overschreden wordt. Tevens zijn de proceskosten van de appellanten vergoed, evenals het griffierecht. De uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de rechtsbescherming van belanghebbenden.

Uitspraak

201209937/3/R1.
Datum uitspraak: 30 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:
[appellant]  , wonend te De Lutte, gemeente Losser, en anderen,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Losser,
verweerder.
Procesverloop
[appellant]   en anderen hebben beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van de raad op hun aanvraag van 23 mei 2012 het bestemmingsplan voor de percelen [locaties] te herzien.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
Overwegingen
1.    [appellant]   en anderen betogen met verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 25 april 2012 in zaak nr.
201108532/1/A1dat de raad naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 27 januari 2010 in zaak nr.
200808233/1/R1) gehouden is een nieuw bestemmingsplan vast te stellen voor de percelen [locaties].
2.    Bij de hiervoor bedoelde uitspraak van 27 januari 2010 heeft de Afdeling goedkeuring onthouden aan de plandelen met de bestemming "Recreatiewoning" voor de hiervoor genoemde percelen.
In deze uitspraak is geen uitdrukkelijke opdracht opgenomen om een bestemmingsplan vast te stellen voor de desbetreffende percelen. Anders dan in de uitspraak van de Afdeling van 25 april 2012 is overwogen, volgde uit de uitspraak van 27 januari 2010 geen gehoudenheid van de raad om een bestemmingsplan vast te stellen.
3.    Het voorgaande laat onverlet dat [appellant]   en anderen de raad op 23 mei 2012 hebben verzocht het bestemmingsplan te herzien voor de hiervoor genoemde percelen.
4.    Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening kan een belanghebbende bij de Afdeling beroep instellen tegen een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan.
Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb, wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep met een besluit gelijkgesteld: het niet tijdig nemen van een besluit.
Ingevolge artikel 6:12, eerste lid, is het beroep indien het is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet aan een termijn gebonden.
Ingevolge het tweede lid kan het beroepschrift worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft meegedeeld dat het in gebreke is.
5.    De raad heeft niet binnen 14 weken na ontvangst van de aanvraag van 23 mei 2012 een besluit genomen noch een ontwerp van een besluit ter inzage gelegd. Gelet op het feit dat de raad niet binnen twee weken nadat hij op 27 september 2012 in gebreke is gesteld alsnog een besluit heeft genomen dan wel een ontwerp van een besluit ter inzage heeft gelegd, is het beroep kennelijk gegrond en dient het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag te worden vernietigd.
6.    De raad dient alsnog een besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Daartoe zal de Afdeling een termijn stellen, waarbij rekening wordt gehouden met de verklaring van de raad in het verweerschrift dat hij op 18 december 2012 zal hebben besloten.
De Afdeling bepaalt voorts met toepassing van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb dat de raad een dwangsom verbeurt voor iedere dag dat de raad in gebreke blijft de uitspraak na te leven.
7.    De raad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het beroep gegrond;
II.    vernietigt het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag van [appellant]   en anderen van 23 mei 2012;
III.    draagt de raad van de gemeente Losser op om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een besluit te nemen inhoudende een afwijzing van de aanvraag en dit bekend te maken dan wel om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een ontwerpbesluit ter inzage te leggen dat geheel of gedeeltelijk een inwilliging van de aanvraag inhoudt en om binnen twee weken na afloop van de termijn van terinzageligging van het ontwerpbesluit een besluit te nemen en dit vervolgens op de wettelijk voorgeschreven wijze en binnen de daarvoor geldende termijn bekend te maken;
IV.    bepaalt dat de raad van de gemeente Losser aan [appellant]   en anderen een dwangsom verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, waarbij de hoogte van de dwangsom € 100,00 (zegge: honderd euro) bedraagt, met een maximum van € 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro);
V.    veroordeelt de raad van de gemeente Losser tot vergoeding van bij [appellant]   en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 109,25 (zegge: honderdnegen euro en vijfentwintig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
VI.    gelast dat de raad van de gemeente Losser het door [appellant]   en anderen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Priem, ambtenaar van staat.
w.g. Sloten    w.g. Priem
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 november 2012
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Awb).
-     Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.
-     In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
-     Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
646.