ECLI:NL:RVS:2012:BY5919

Raad van State

Datum uitspraak
4 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201210025/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • M. Kos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor vuurwerkopslag en verkoop in Apeldoorn

In deze zaak heeft de commanditaire vennootschap Groenrijk Malkenschoten C.V. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen van 12 september 2012. De rechtbank had de beroepen van Groenrijk Malkenschoten en de vereniging 'Wijkraad-Zuid' gegrond verklaard, de besluiten op bezwaar van 20 juli 2011 en 31 mei 2012 vernietigd, en de aanvraag om een bouwvergunning voor de realisatie van twee bunkers en een verkoopruimte voor de opslag en verkoop van vuurwerk op het perceel in Apeldoorn geweigerd. Groenrijk Malkenschoten verzocht de voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen.

Tijdens de openbare zitting op 4 december 2012 heeft de voorzitter, mr. H. Troostwijk, de uitspraak van de rechtbank geschorst. De voorzitter oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn geen ontheffing en bouwvergunning had mogen verlenen op basis van de 'Regeling tuincentra in bestemmingsplannen'. De voorzitter concludeerde dat de regeling niet expliciet het verbod op verkoop en opslag van vuurwerk in tuincentra inhoudt, en dat het college eerder soortgelijke aanvragen had goedgekeurd.

Daarom werd er aanleiding gezien om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij het voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht van € 466,00 aan Groenrijk Malkenschoten werd terugbetaald. De voorzitter gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet ondertekend door de voorzitter, die verhinderd was.

Uitspraak

201210025/2/A1.
Datum uitspraak: 4 december 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
de commanditaire vennootschap Groenrijk Malkenschoten C.V., gevestigd te Apeldoorn,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen (hierna: de rechtbank) van 12 september 2012 in zaken nrs. 11/1186 en 12/1004 in het geding tussen:
[verzoeker sub 1]
de vereniging "Wijkraad-Zuid"
en
het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn.
Openbare zitting gehouden op 4 december 2012 om 10:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. H. Troostwijk    voorzitter (vz.)
ambtenaar van staat: mr. M. Kos
Verschenen:
Groenrijk Malkenschoten vertegenwoordigd door mr. G.N. Sloote en [directeur];
het college, vertegenwoordigd door mr. drs. W.M. van de Zwedde en
G.L. ter Brugge, beiden werkzaam bij de gemeente;
[verzoeker sub 1], bijgestaan door mr. J.T.A.M. van Mierlo, advocaat te Zwolle.
Procesverloop
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 12 september 2012 van de rechtbank, waarbij de rechtbank de beroepen van [verzoeker sub 1] en de vereniging gegrond heeft verklaard, de besluiten op bezwaar van 20 juli 2011 en 31 mei 2012 heeft vernietigd, de besluiten van 14 december 2010 en 30 mei 2011 heeft herroepen en de aanvraag om bouwvergunning voor de realisering van twee bunkers en een verkoopruimte ten behoeve van de opslag en verkoop van vuurwerk op het perceel [locatie] te Apeldoorn (hierna: het perceel) van Groenrijk Malkenschoten heeft geweigerd. Groenrijk Malkenschoten heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter
I.    schorst bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 12 september 2012 in zaken nrs. 11/1186 en 12/1004;
II.    gelast dat de secretaris van de Raad van State aan de commanditaire vennootschap Groenrijk Malkenschoten C.V. het voor de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening betaalde griffierecht ten bedrage van € 466,00 (zegge: vierhonderdzesenzestig euro) vergoedt.
Daartoe overweegt zij het volgende.
De rechtbank heeft overwogen dat het college ten onrechte, gelet op de "Regeling tuincentra in bestemmingsplannen", ontheffing en bouwvergunning heeft verleend. De "Regeling tuincentra in bestemmingsplannen" is naar voorlopig oordeel echter niet zodanig geformuleerd dat daaruit moet worden afgeleid dat verkoop en opslag van vuurwerk in tuincentra verboden is. Bovendien heeft het college eerdere en andere aanvragen voor de verkoop en opslag van vuurwerk in tuincentra gehonoreerd onder de gelding van deze regeling, hetgeen er op duidt dat het college meent dat de regeling niet aan de opslag en verkoop van vuurwerk in tuincentra in de weg staat.
Gelet op het voorgaande valt niet op voorhand uit te sluiten dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep niet, althans niet onverkort, in stand zal blijven en bestaat, gelet op de belangen van Groenrijk Malkenschoten, aanleiding voor het treffen van voormelde voorlopige voorziening.
Redelijke toepassing van artikel 54, eerste lid, van de Wet op de Raad van State brengt met zich dat het voor de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening betaalde griffierecht door de secretaris van de Raad van State aan Groenrijk Malkenschoten wordt terugbetaald.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
w.g. Kos
ambtenaar van staat
580.