ECLI:NL:RVS:2012:BY7284

Raad van State

Datum uitspraak
18 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201210227/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
  • W.G. Timmerman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan voor brandweerkazerne in Barendrecht

In deze zaak hebben verzoekers, wonend te Barendrecht, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen het bestemmingsplan "Brandweerkazerne" dat op 18 september 2012 door de raad van de gemeente Barendrecht is vastgesteld. Dit bestemmingsplan maakt de bouw van een brandweerkazerne mogelijk op een perceel naast cultureel centrum "De Baerne". Verzoekers zijn bezorgd over de gevolgen van de realisatie van de brandweerkazerne voor hun woon- en leefklimaat, met name door de te verwachten geluidshinder. Ze wijzen op de aanbevolen afstand van 30 meter tussen woningen en dergelijke voorzieningen, zoals vermeld in de VNG-brochure, en stellen dat de geplande afstand van 9 meter onaanvaardbaar is.

De raad van de gemeente Barendrecht heeft in zijn besluitvorming de geluidgrenswaarden van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) in overweging genomen en stelt dat met de aanleg van geluidschermen de geluidshinder tot een aanvaardbaar niveau kan worden teruggebracht. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 6 december 2012. Tijdens de zitting zijn zowel de verzoekers als vertegenwoordigers van de raad en het college van burgemeester en wethouders aanwezig geweest.

De voorzitter heeft overwogen dat de in de VNG-brochure opgenomen afstanden indicatief zijn en dat een afwijking van deze afstanden mogelijk is, mits goed gemotiveerd. De voorzitter heeft geconcludeerd dat de raad de afwijking van de richtafstand voldoende heeft gemotiveerd en dat de verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat de realisatie van de brandweerkazerne onaanvaardbare gevolgen voor hun woon- en leefklimaat met zich meebrengt. De voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201210227/2/R4.
Datum uitspraak: 18 december 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Barendrecht,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Barendrecht, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht,
verweerders.
Procesverloop
Bij besluit van 18 september 2012 heeft de raad het bestemmingsplan “Brandweerkazerne" vastgesteld.
Bij besluit van 25 september 2012 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een brandweerkazerne en voor het kappen van vijf bomen binnen het plangebied.
Bij besluit van 29 november 2011 heeft de raad besloten voornoemde besluiten gecoördineerd voor te bereiden en bekend te maken, zoals bedoeld in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening.
Tegen het besluit tot vaststelling van het plan en het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld. [verzoeker] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad en het college hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 december 2012, waar [verzoekers], en de raad en het college, vertegenwoordigd door drs. J. van Belzen, burgemeester, mr. B. Huizenaar, ir. M. Kitselar, ing. P. Storm en ing. D. Amesz, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (hierna: de VRR), vertegenwoordigd door R. van Duijvenbode, A. Koedoet, en L. van den Ouden, gehoord.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Met het plan wordt beoogd de bouw van een brandweerkazerne op het perceel naast cultureel centrum "De Baerne", tussen de 2e Barendrechtseweg en de Dr. Kuyperstraat te Barendrecht mogelijk te maken. [verzoeker] en anderen wonen aan onderscheidenlijk de [locatie A] en de [locatie B], direct ten noorden van het plangebied. De afstand tussen deze woningen en het in het plan ten behoeve van de brandweerkazerne voorziene bouwvlak binnen de bestemming "Bedrijf-Brandweerkazerne" bedraagt ongeveer 9 meter.
3.    De in het kader van de onderhavige procedure belangrijkste bezwaren van [verzoeker] en anderen zijn gericht tegen de vaststelling van het plan en hebben betrekking op de gevolgen die realisering van de brandweerkazerne zal hebben voor hun woon- en leefklimaat, alsmede op de afweging van de raad omtrent alternatieve locaties.
4.    [verzoeker] en anderen voeren aan - samengevat weergegeven - dat realisering van de brandweerkazerne op de in het plan voorziene locatie naast hun woningen vooral vanwege de daarvan te vrezen geluidhinder tot een ernstige aantasting van hun woon- en leefklimaat zal leiden. Volgens hen moet het realiseren van een brandweerkazerne op een afstand van 9 meter van woningen in alle gevallen onaanvaardbaar worden geacht, omdat hiermee in aanzienlijke mate wordt afgeweken van de in de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG-brochure) aanbevolen afstand van 30 meter. Zij voeren daarbij ook aan dat de voorziene geluidschermen, die volgens de raad nodig zijn om de geluidhinder tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, gezien de hoogte, uitvoering en afstand ten opzichte van hun woningen, onaanvaardbaar zijn en tot verdere aantasting van hun woon- en leefklimaat leiden.
[verzoeker] en anderen stellen voorts dat de raad bij zijn afweging omtrent de vaststelling van het plan onvoldoende heeft betrokken dat alternatieve locaties beschikbaar zijn. Het locatieonderzoek dat ten grondslag ligt aan het plan is volgens hen onvolledig. [verzoeker] en anderen betogen onder meer dat met name de locatie die wordt aangeduid als "De Groene Driehoek" beter geschikt is voor de brandweerkazerne, vooral omdat het woon- en leefklimaat op die locatie minder wordt verstoord nu de situering van de brandweerkazerne plaats kan vinden op meer dan in de VNG-brochure aanbevolen afstand van 30 meter van woningen.
4.1.    De raad stelt zich op het standpunt dat wat betreft de woningen van [verzoeker] en anderen weliswaar niet wordt voldaan aan de in de VNG-brochure aanbevolen richtafstand van 30 meter, maar dat deze afwijking in dit geval aanvaardbaar kan worden geacht. Aan zijn standpunt legt de raad onder meer ten grondslag dat uit het akoestisch onderzoek van 14 december 2011, opgesteld door ingenieursbureau AV Consulting B.V., blijkt dat wordt voldaan aan de geluidgrenswaarden van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Barim), mits - zoals in het plan is voorzien - geluidschermen worden geplaatst van 3 meter hoog tussen de brandweerkazerne en de woningen van [verzoeker] en anderen en van 2 meter hoog parallel aan de Dr. Kuyperstraat. De vanwege het uitrukken met sirenes te verwachten geluidhinder - die ten aanzien van de geluidgrenswaarden van het Barim op grond van artikel 2.22 van dat Besluit buiten beschouwing blijft - acht de raad niet onevenredig nu deze lager is dan het geluidniveau voor indirecte hinder (verkeersaantrekkende werking) dat in het toetsingskader voor geluid van paragraaf B5.3 van bijlage 5 van de VNG-brochure ten hoogste toelaatbaar wordt geacht. Daarbij heeft de raad er verder betekenis aan toegekend dat het uitrukken met sirenes een incidenteel karakter heeft en voorts dat met de brandweerkazerne wordt voorzien in een maatschappelijk noodzakelijke functie ten behoeve van de veiligheid van de burgers van Barendrecht.
De raad stelt zich onder verwijzing naar het onderzoek getiteld "Locatieonderzoek nieuwbouw brandweerkazerne Barendrecht" op het standpunt dat de in het plan voorziene locatie naast "De Baerne" het meest geschikt is.
4.2.    De voorzitter stelt voorop dat volgens bestendige jurisprudentie van de Afdeling de in de VNG-brochure opgenomen afstanden indicatief zijn en dat afwijking van deze afstanden mogelijk is met dien verstande dat een afwijking toereikend dient te zijn gemotiveerd.
[verzoeker] en anderen hebben de juistheid van de resultaten van het aan het plan ten grondslag liggende akoestisch onderzoek op zichzelf niet bestreden. Hoewel het in dit geval gaat om een aanzienlijke afwijking van de richtafstand, ziet de voorzitter in hetgeen [verzoeker] en anderen hebben aangevoerd onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat de raad de afwijking ontoereikend heeft gemotiveerd. Verder ziet de voorzitter geen reden om aan te nemen dat het plaatsen van de voorziene geluidschermen met hoogtes van 3 en 2 meter op zichzelf onaanvaardbaar moet worden geacht.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter hebben [verzoeker] en anderen dan ook niet aannemelijk gemaakt dat de in het plan voorziene ontwikkeling zodanige gevolgen voor hun woon- en leefklimaat met zich brengt dat de raad hieraan in redelijkheid een zwaarder gewicht had moeten toekennen dan aan het belang dat met de realisering van het plan is gediend.
4.3.    Wat betreft het betoog van [verzoeker] en anderen over de locatiekeuze, overweegt de voorzitter dat de raad bij de keuze van de bestemming een afweging dient te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beleidsvrijheid. De voor- en nadelen van alternatieven dienen in die afweging te worden meegenomen.
In het locatieonderzoek zijn op basis van de voor de VRR van belang zijnde criteria - betreffende onder meer de landelijke normstelling voor aanrijtijden - twaalf locaties onderzocht. Van deze twaalf locaties blijven er volgens het locatieonderzoek vier over die voor zowel de gemeente Barendrecht als de VRR in beginsel als geschikte vestigingslocatie voor een brandweerkazerne zouden kunnen worden aangemerkt. Deze vier locaties zijn vervolgens nader beoordeeld aan de hand van vier criteria die in het locatieonderzoek zijn aangeduid als 1. dekking gebied/ normstelling aanrijtijden; 2. ruimtelijke inpasbaarheid; 3. financiële haalbaarheid; 4. invloed woon- en leefklimaat. De voorzitter ziet geen reden om het locatieonderzoek in zoverre onvolledig of onjuist te achten.
Uit het locatieonderzoek komt naar voren dat bij de locatie naast "De Baerne" en de locatie "De Groene Driehoek" op de omliggende woningen een vergelijkbare geluidbelasting is te verwachten vanwege de brandweerkazerne en dat op beide locaties geluidwerende voorzieningen moeten worden getroffen om te kunnen voldoen aan de als uitgangspunt gehanteerde geluidgrenswaarden. De locatie naast "De Baerne" wordt door de raad op basis van het locatieonderzoek als meest geschikte locatie voor de realisatie voor de brandweerkazerne aangewezen. Hiervoor acht de raad van belang dat op de locatie "De Groene Driehoek" geen geluidschermen kunnen worden geplaatst omdat daarmee de doorgang voor brandweerwagens zou worden geblokkeerd. Daarnaast zal een keuze voor de locatie "De Groene Driehoek", anders dan de locatie naast "De Baerne", volgens de raad met zich brengen dat de hoofdgroenstructuur ter plaatse wordt aangetast. Verder ligt aan de keuze van de raad voor de locatie naast "De Baerne" ten grondslag dat het voorheen geldende bestemmingsplan reeds voorziet in de mogelijkheid om ter plaatse een brandweerkazerne te realiseren.
Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter geen aanleiding voor het oordeel dat de raad alternatieve locaties onvoldoende in zijn afweging heeft betrokken en er niet in redelijkheid van heeft kunnen afzien om te kiezen voor de door [verzoeker] en anderen met name voorgestane locatie "De Groene Driehoek".
5.    Noch hetgeen Van [verzoeker] en anderen hebben aangevoerd over de gevolgen voor hun woon- en leefklimaat en over alternatieve locaties, noch hetgeen zij overigens hebben aangevoerd, geeft de voorzitter aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
6.    Hetgeen Van [verzoeker] en anderen tegen de omgevingsvergunning hebben aangevoerd - dat betrekking heeft op onvolkomenheden in de publicatie, onduidelijkheden over de soort te vellen bomen en op incompleetheid van de stukken -, geven de voorzitter voorshands geen reden om aan te nemen dat de omgevingsvergunning niet had kunnen worden verleend.
7.    De voorzitter ziet gelet op het vorenstaande, en na afweging van de betrokken belangen, geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
8.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, als voorzitter,  in tegenwoordigheid van mr. W.G. Timmerman, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen    w.g. Timmerman
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2012
431-678.