ECLI:NL:RVS:2012:BY7285
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- W.G. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake geluidwerende voorzieningen voor woning in Rijnsburg
In deze zaak heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst West-Holland, dat op 19 september 2012 aan hem mededeelde dat er geen geluidwerende voorzieningen aan zijn woning in Rijnsburg zouden worden aangebracht. Dit besluit volgde op een verzoek van [verzoeker] om deel te nemen aan een gevelsaneringsproject in verband met de reconstructie van de Rijnsburgerweg en de Oestgeesterweg. Uit onderzoek bleek dat geluidwerende voorzieningen noodzakelijk waren om te voldoen aan de geldende normen voor geluidsbelasting binnen woningen.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 6 december 2012. Tijdens deze zitting was [verzoeker] aanwezig, bijgestaan door zijn echtgenote, en het dagelijks bestuur was vertegenwoordigd door J.H.O. van Noppen. [verzoeker] betoogde dat hij vanwege zijn en de gezondheidstoestand van zijn echtgenote niet tijdig had kunnen reageren op de overeenkomst die hem was aangeboden. Hij voerde aan dat er begrip was getoond voor zijn situatie en dat hij de indruk had gekregen dat er alsnog geluidwerende voorzieningen zouden worden aangebracht.
Het dagelijks bestuur gaf aan dat het gevelsaneringsproject inmiddels was afgerond en dat deelname van [verzoeker] niet meer mogelijk was. Desondanks werd toegezegd om met de wethouder van Katwijk te overleggen over de mogelijkheid om alsnog geluidwerende voorzieningen aan te brengen. De voorzitter heeft, na afweging van de belangen, besloten om het besluit van het dagelijks bestuur te schorsen en een voorlopige voorziening te treffen. Tevens werd het dagelijks bestuur gelast om het griffierecht aan [verzoeker] te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan op 18 december 2012, waarbij de voorzitter de schorsing van het besluit tot zes weken na de bekendmaking van het besluit op bezwaar heeft verlengd, met de mogelijkheid tot verlenging indien er binnen die termijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend.