Uitspraak
200801150/1kan het louter in rechte opkomen tegen besluiten, alsmede het verrichten van handelingen ter voorbereiding van het in rechte opkomen tegen besluiten, als regel niet worden aangemerkt als feitelijke werkzaamheden in de zin van artikel 1:2, derde lid, van de Awb. Ter zitting heeft Stichting Goeie Gronde uiteengezet welke activiteiten zij heeft verricht. Daartoe behoren ook activiteiten die naar het oordeel van de voorzitter vermoedelijk verband houden met de voorbereiding van gerechtelijke procedures, onder meer betreffende het bestreden besluit. Voorshands kan op grond van het ter zitting verhandelde evenwel niet met stelligheid worden aangenomen dat Stichting Goeie Gronde - sinds haar oprichting en vóór afloop van de beroepstermijn - in het geheel geen relevante feitelijke werkzaamheden heeft verricht. De voorzitter gaat er derhalve bij wijze van voorlopig oordeel van uit dat Stichting Goeie Gronde als belanghebbende bij het bestreden besluit moet worden aangemerkt.