ECLI:NL:RVS:2013:108

Raad van State

Datum uitspraak
3 juli 2013
Publicatiedatum
4 juli 2013
Zaaknummer
201110137/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • R. van der Spoel
  • M.W.L. Simons-Vinckx
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Woongebied Gemert 2011 en beroep tegen vaststelling

Op 29 juni 2011 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "Woongebied Gemert 2011" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [appellante], gevestigd te Gemert, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 31 oktober 2012 ter zitting behandeld, waarbij [appellante] werd vertegenwoordigd door [gemachtigde] en de raad door mr. drs. F.T.H. Branten en mr. P. Fermont. Op 16 januari 2013 heeft de Afdeling een tussenuitspraak gedaan, waarin de raad werd opgedragen om binnen 16 weken het gebrek in het besluit van 29 juni 2011 te herstellen. De raad heeft op 4 april 2013 het besluit gewijzigd, waarbij het perceel van [appellante] werd aangepast. [appellante] heeft haar zienswijze over het herstel naar voren gebracht, maar de Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten.

De Afdeling heeft vastgesteld dat het besluit van 4 april 2013 geheel tegemoetkwam aan het beroep van [appellante]. Hierdoor had [appellante] geen belang bij een beroep tegen dit besluit, en bleef alleen het besluit van 29 juni 2011 ter beoordeling over. De Afdeling oordeelde dat het beroep van [appellante] gegrond was, en vernietigde het besluit van 29 juni 2011 voor zover het de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - productiegebonden detailhandel" betrof. De raad werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellante] en het griffierecht. De uitspraak werd openbaar gedaan op 3 juli 2013.

Uitspraak

201110137/1/R3.
Datum uitspraak: 3 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te Gemert, gemeente Gemert-Bakel,
en
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 juni 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Woongebied Gemert 2011" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 31 oktober 2012, waar onder meer [appellante], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. drs. F.T.H. Branten en mr. P. Fermont, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 16 januari 2013 in zaak nr. 201110137/1/T1/R3 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 29 juni 2011 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij brief van 11 april 2013 heeft de raad te kennen gegeven dat hij bij besluit van 4 april 2013 het gebrek in het besluit van 29 juni 2011 heeft hersteld. De termijn voor het instellen van beroep tegen dit besluit liep tot 3 juni 2013.
[appellante] heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, haar zienswijze naar voren gebracht over de wijze waarop het gebrek is hersteld.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 4 april 2013 het besluit van 29 juni 2011 gewijzigd voor zover het betreft het perceel van [appellante].
2. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), heeft het bezwaar of beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
3. Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen een passende regeling vast te stellen voor de bestaande detailhandel op het perceel van [appellante] aan de [locatie]. De raad heeft zijn besluit van 29 juni 2011 gewijzigd bij besluit van 4 april 2013 door aan het betreffende plandeel de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf/tankstation" toe te kennen en in de planregels onder meer de beperkte verkoop van artikelen als ondergeschikte nevenactiviteit en/of in directe samenhang met de bedrijfsactiviteiten ter plaatse van die aanduiding mogelijk te maken. [appellante] heeft medegedeeld in te stemmen met het besluit van 4 april 2013.
De Afdeling stelt vast dat met het besluit van 4 april 2013 geheel tegemoet is gekomen aan het tegen het besluit van 29 juni 2011 gerichte beroep van [appellante]. Gelet op het bepaalde in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb heeft [appellante] derhalve geen belang bij een beroep tegen dit besluit en is geen beroep van rechtswege ontstaan tegen het besluit van 4 april 2013. De Afdeling dient daarom uitsluitend nog te oordelen over het besluit van 29 juni 2011.
Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, is het beroep van [appellante] gegrond. De Afdeling ziet aanleiding voor het oordeel dat het besluit van 29 juni 2011, voor zover het betreft de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - productiegebonden detailhandel" op het plandeel met de bestemming "Bedrijf" aan de [locatie], dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb.
4. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 29 juni 2011 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Woongebied Gemert 2011" voor zover het betreft de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - productiegebonden detailhandel" op het plandeel met de bestemming "Bedrijf" aan de [locatie];
III. veroordeelt de raad van de gemeente Gemert-Bakel tot vergoeding van bij [appellante] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.180,00 (zegge: elfhonderdtachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Gemert-Bakel aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R. van der Spoel, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. N.S.J. Koeman, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Spoel w.g. Kegge
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 juli 2013
459-715.