ECLI:NL:RVS:2013:1168
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H. van Kreveld
- W.D.M. van Diepenbeek
- R. Uylenburg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders van Delfzijl inzake het aantal honden op perceel Woldendorp
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Delfzijl. Bij besluit van 4 maart 2011 werd [appellant] gelast om voor 1 april 2011 het aantal op zijn perceel in Woldendorp gehouden honden terug te brengen naar maximaal zeven, exclusief pups. Het college stelde dat het houden van elf volwassen honden in strijd was met het bestemmingsplan, dat het gebruik van de eengezinshuizen voor woondoeleinden voorschrijft.
Tijdens de zitting werd door het college betoogd dat [appellant] geen belang meer had bij de beoordeling van het hoger beroep, omdat hij was verhuisd en er op het perceel geen honden meer werden gehouden. [appellant] betoogde echter dat de rechtbank had miskend dat het houden van honden niet in strijd met het bestemmingsplan was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom het houden van elf honden in de woning in strijd was met de woonbestemming.
De Afdeling verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank Groningen en verklaarde het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond. Het college werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan [appellant]. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de ruimtelijke uitstraling van het houden van honden in relatie tot de woonfunctie van een perceel.