ECLI:NL:RVS:2013:1207
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H. van Kreveld
- R. Uylenburg
- D.J.C. van den Broek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bestuurlijke handhavingsmiddelen inzake ernstige bodemverontreiniging op voormalige stortplaats De Koog te Purmerend
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 25 september 2013 uitspraak gedaan over het beroep van [appellant] tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Het college had op 11 augustus 2011 het verzoek van [appellant] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen ten aanzien van de gemeente Purmerend afgewezen. Dit verzoek was gedaan in verband met ernstige bodemverontreiniging op de locatie van de voormalige stortplaats De Koog aan de Van IJsendijkstraat 186 te Purmerend.
Na het indienen van bezwaar door [appellant] heeft het college op 22 februari 2012 het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en het eerdere besluit herroepen. [appellant] heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 18 juli 2013, waar zowel [appellant] als vertegenwoordigers van het college aanwezig waren, is de zaak behandeld. Na de zitting zijn de zaken gesplitst.
De Afdeling overweegt dat het college op 1 mei 2012 een evaluatieverslag van de sanering van de asbestverontreiniging heeft ontvangen van de gemeente Purmerend. Aangezien de gemeente aan de verzoeken van het college heeft voldaan, is het doel van [appellant] met zijn beroep bereikt. De Afdeling concludeert dat [appellant] geen procesbelang meer heeft bij de behandeling van zijn beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee leden van de Afdeling, in aanwezigheid van een ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.