ECLI:NL:RVS:2013:1243

Raad van State

Datum uitspraak
25 september 2013
Publicatiedatum
25 september 2013
Zaaknummer
201207593/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.W.L. Simons-Vinckx
  • Y.M. van Soest-Ahlers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Riethoven/Walik 2012 en de weigering van bouwmogelijkheid

Op 31 mei 2012 heeft de raad van de gemeente Bergeijk het bestemmingsplan "Riethoven/Walik 2012" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een appellante, wonend te Riethoven, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De behandeling vond plaats op 13 augustus 2013, waar de appellante werd vertegenwoordigd door ing. A.F.M. Manders en de raad door A. Oosterwijk, werkzaam bij de gemeente.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak beoordeeld. De appellante was het niet eens met de weigering van de raad om op haar perceel in Riethoven de mogelijkheid te bieden om een vrijstaande woning te bouwen. Zij voerde aan dat het perceel in de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 is aangeduid als bestaand stedelijk gebied, wat volgens haar betekent dat bebouwing daar toegestaan moet worden. De raad daarentegen stelde dat de bouwmogelijkheid niet past binnen de ruimtelijke structuur van de locatie en dat het openhouden van het perceel bijdraagt aan een zorgvuldige overgang van de kern naar het buitengebied.

De Afdeling overwoog dat de raad beleidsvrijheid heeft bij de vaststelling van bestemmingsplannen en dat deze beslissing terughoudend moet worden getoetst. De Afdeling concludeerde dat de raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen bouwplannen toe te staan op het perceel van de appellante, ondanks de aanduiding als bestaand stedelijk gebied. De Afdeling oordeelde dat de raad voldoende gewicht heeft toegekend aan het belang van het behoud van de open structuur in de omgeving.

Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het beroep van de appellante ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 25 september 2013 door mr. M.W.L. Simons-Vinckx, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Y.M. van Soest-Ahlers, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201207593/2/R2.
Datum uitspraak: 25 september 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Riethoven, gemeente Bergeijk,
en
de raad van de gemeente Bergeijk,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 31 mei 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Riethoven/Walik 2012" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 augustus 2013, waar [appellante], vertegenwoordigd door ing. A.F.M. Manders, en de raad, vertegenwoordigd door A. Oosterwijk, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
De Afdeling heeft de behandeling van het beroep van [appellante] afgesplitst van zaak nr. 201207593/1/R2. Op 10 juli 2013 is uitspraak in deze zaak gedaan.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in een actuele planologische regeling voor de kern Riethoven en het buurtschap Walik. Het plan is in hoofdzaak conserverend, maar biedt op enige locaties ruimte voor de bouw van woningen.
3. [appellante] kan zich niet verenigen met de weigering van de raad om op het perceel aan de [locatie] te Riethoven de mogelijkheid te bieden om een vrijstaande woning te bouwen. Hiertoe voert zij aan dat het gebied waarbinnen dit perceel is gelegen, in de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 (hierna: de Verordening ruimte 2011) is aangeduid als bestaand stedelijk gebied, zodat bebouwing binnen dat gebied dient te worden toegestaan. Verder wijst zij op de omstandigheid dat op een andere locatie in de gemeente Bergeijk in een vergelijkbaar geval wel de mogelijkheid om te bouwen is toegestaan.
4. De raad stelt zich op het standpunt dat een bouwmogelijkheid op het perceel aan de [locatie] niet past binnen de ruimtelijke structuur rond die locatie. Het open laten van deze locatie draagt bij aan een zorgvuldige overgang van de kern naar het buitengebied, zo stelt de raad. Dat de Verordening ruimte 2011 deze locatie aanmerkt als bestaand stedelijk gebied, maakt volgens de raad niet dat deze ontwikkeling moet worden toegestaan.
5. Ingevolge artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2011, die van kracht was ten tijde van de vaststelling van het plan, zijn bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling uitsluitend gelegen in bestaand stedelijk gebied.
6. De Afdeling overweegt dat het perceel is gelegen in een gebied dat in de Verordening ruimte 2011 is aangeduid als bestaand stedelijk gebied, zodat op grond van de Verordening ruimte 2011 niet is uitgesloten dat op het perceel een stedelijke ontwikkeling plaatsvindt. Anders dan [appellante] ter zitting heeft betoogd, volgt noch uit de Verordening ruimte 2011, noch uit uitspraken van de Afdeling de verplichting voor de raad om bouwplannen binnen bestaand stedelijk gebied toe te staan.
Voorts is de raad bij de vaststelling van het plan uitgegaan van de wens om een verdere verdichting van de bebouwing ten zuiden van het historische lint Boshovensestraat-Voorderstraat te voorkomen, mede met het oog op een zorgvuldige overgang van de kern naar het buitengebied. De Afdeling ziet in het door [appellante] aangevoerde geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid een groter gewicht heeft kunnen toekennen aan het belang om de bestaande open structuur in stand te laten dan aan het belang van [appellante] om een woning te bouwen op het perceel aan de [locatie]. Het betoog faalt.
7. Ten aanzien van de door [appellante] gemaakte vergelijking met een bouwmogelijkheid die is toegekend aan J. Theuws/Theuws metaal wordt overwogen dat de raad zich op het standpunt heeft gesteld dat deze situatie verschilt van de aan de orde zijnde situatie omdat het betrokken perceel zich bevindt in een andere kern dan Riethoven binnen de gemeente Bergeijk en waarop een ander bestemmingsplan betrekking heeft. Voorts stelt de raad dat de situatie verschilt van de aan de orde zijnde situatie omdat de mogelijkheid om een woning te bouwen in dat geval verband hield met een bedrijfssanering, hetgeen thans niet aan de orde is. In hetgeen [appellante] heeft aangevoerd omtrent de sanering van dit bedrijf ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de door [appellante] genoemde situatie niet overeenkomt met de thans aan de orde zijnde situatie. Het betoog faalt.
8. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
Proceskosten
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. M.W.L. Simons-Vinckx, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Y.M. van Soest-Ahlers, ambtenaar van staat.
w.g. Simons-Vinckx w.g. Van Soest-Ahlers
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 september 2013
343-723.