ECLI:NL:RVS:2013:1487
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- J.J. Westland
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Kockengen
Op 3 oktober 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, wonend te Kockengen, en de raad van de gemeente Stichtse Vecht. Het verzoek volgde op een besluit van de raad van 23 april 2013, waarbij het bestemmingsplan "Kockengen" werd vastgesteld. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dat hij zijn bouwwerkzaamheden voor een overkapping op zijn perceel moest staken door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Tijdens de zitting op 27 augustus 2013, waar de verzoeker werd bijgestaan door een gemachtigde, heeft de voorzitter de zaak behandeld. De raad was vertegenwoordigd door ing. S.J. Haak en A.F.J.M. Emmelot. De voorzitter heeft vastgesteld dat het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht op 24 juli 2013 had gelast om de bouwwerkzaamheden op het perceel te staken, onder verbeurte van een dwangsom. Dit besluit was eerder door de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland afgewezen.
De voorzitter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat de overkapping rechtens niet kon worden afgebouwd, ongeacht het planologisch regime. Ook was er geen aanleiding om te veronderstellen dat de raad niet in redelijkheid de bestemming "Tuin" had kunnen toekennen aan het perceel van de verzoeker. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en werd er geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op 3 oktober 2013 en is vastgelegd door de voorzitter J.E.M. Polak, in tegenwoordigheid van ambtenaar van staat J.J. Westland.