ECLI:NL:RVS:2013:1489
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris
Op 4 oktober 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had op 13 juni 2013 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, die op 12 juli 2013 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat de argumenten die in het hogerberoepschrift naar voren waren gebracht, niet voldoende waren om de eerdere uitspraak te vernietigen. De Raad oordeelde dat de aangevoerde punten geen vragen opriepen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoording behoefden. Daarom werd besloten om met het oordeel van de voorzieningenrechter vol te staan.
De Raad van State bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat het hoger beroep kennelijk ongegrond was. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. J.W. Prins, ambtenaar van staat. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 oktober 2013.