ECLI:NL:RVS:2013:1507

Raad van State

Datum uitspraak
16 oktober 2013
Publicatiedatum
16 oktober 2013
Zaaknummer
201112696/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Hierden Dorp 2011 en exploitatieplan

In deze zaak gaat het om het bestemmingsplan "Hierden Dorp 2011" dat op 22 september 2011 door de raad van de gemeente Harderwijk is vastgesteld. De raad heeft daarbij besloten geen exploitatieplan vast te stellen. Tegen dit besluit hebben verschillende appellanten, waaronder een besloten vennootschap, beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 13 november 2012 ter zitting behandeld. In een tussenuitspraak van 6 maart 2013 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken de gebreken in het besluit te herstellen. De raad heeft vervolgens op 23 mei 2013 een gewijzigd besluit genomen. De appellanten hebben hun zienswijzen naar voren gebracht, maar de Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten. De Afdeling heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het beroep van de meeste appellanten niet-ontvankelijk is, terwijl het beroep van Parkhotel Hierden gegrond is verklaard. Het besluit van 22 september 2011 is vernietigd voor zover het betreft artikel 26, lid 26.16 van de planregels. De Afdeling heeft de raad opgedragen om het besluit te herstellen en heeft de beroepen van de overige appellanten ongegrond verklaard. De proceskosten zijn niet voor vergoeding in aanmerking gekomen.

Uitspraak

201112696/1/R2.
Datum uitspraak: 16 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Hierden, gemeente Harderwijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Parkhotel Hierden B.V., gevestigd te Hierden, gemeente Harderwijk,
3. [appellanten sub 3], beiden wonend te Hierden, gemeente Harderwijk,
en
de raad van de gemeente Harderwijk,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 22 september 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Hierden Dorp 2011" vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], Parkhotel Hierden en [appellanten sub 3] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 1] en de raad hebben een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 november 2012, waar [appellant sub 1], [appellanten sub 3], vertegenwoordigd door [appellant sub 3 A], en de raad, vertegenwoordigd door P. Mulder en M. den Braven, beiden werkzaam bij de gemeente Harderwijk, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 6 maart 2013, met zaaknr. 201112696/1/T1/R2, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 22 september 2011 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
De raad heeft te kennen gegeven dat hij het plan bij besluit van 23 mei 2013 gewijzigd heeft vastgesteld.
Parkhotel Hierden heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, haar zienswijze hierover naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Het besluit van 22 september 2011
Het beroep van [appellant sub 1]
1. Gelet op overweging 2.4 van de tussenuitspraak is het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van 22 september 2011 tot vaststelling van het bestemmingplan ongegrond.
Verder is, gelet op overweging 6.3 van de tussenuitspraak, het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van 22 september 2011 om geen exploitatieplan vast te stellen niet-ontvankelijk.
Het beroep van [appellanten sub 3]
2. Gelet op overweging 3.1 van de tussenuitspraak is het beroep van [appellanten sub 3] tegen het besluit van 22 september 2011 niet-ontvankelijk.
Het beroep van Parkhotel Hierden
3. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit van 22 september 2011 voor zover dat ziet op artikel 26, lid 26.16, van de planregels niet berust op de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
Gelet op hetgeen is overwogen in overweging 4.5 van de tussenuitspraak is het beroep van Parkhotel Hierden tegen het besluit van 22 september 2011 gegrond. Het besluit van 22 september 2011 dient, voor zover het artikel 26, lid 26.16, van de planregels betreft, wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.
Het besluit van 23 mei 2013
4. De Afdeling heeft de raad in de tussenuitspraak opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak:
- met inachtneming van hetgeen in rechtsoverweging 4.4 is overwogen het besluit van 22 september 2011 te herstellen zodat duidelijk is op welk bouwvlak met welke omvang het bebouwingspercentage zoals genoemd in artikel 26, lid 26.16 van de planregels betrekking heeft en zonodig in het plan een bevoegdheid tot wijziging van het bouwvlak op te nemen. Het nieuwe besluit dient op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te worden gemaakt.
4.1. De raad heeft het plan bij besluit van 23 mei 2013 gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet onder meer in een aanpassing van artikel 26, lid 26.16, van de planregels, het toevoegen van een kaartbijlage aan deze planregel, een aanvulling op de plantoelichting en aanpassing van de verbeelding.
4.2. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), heeft het beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
Het besluit van 23 mei 2013 is gezien artikel 6:19 van de Awb mede onderwerp van het geding.
4.3. Nu het beroep van [appellanten sub 3] tegen het besluit van 22 september 2011 niet-ontvankelijk is op grond van het feit dat zij daartegen geen zienswijzen hebben ingebracht, is het van rechtswege ontstane beroep van [appellanten sub 3] tegen het besluit van 23 mei 2013 eveneens niet-ontvankelijk.
[appellant sub 1] heeft naar aanleiding van het besluit van 23 mei 2013 geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant sub 1] geen bezwaren heeft tegen dat besluit. Het van rechtswege ontstane beroep is ongegrond.
4.4. Volgens de plantoelichting behorend bij het besluit van 23 mei 2013 kan vanwege de voorgenomen uitbreiding van hotel "De Tippe" op de percelen Molenweg 1 en Molenweg 1a een horecafaciliteit worden ontwikkeld binnen een bouwvlak met een totale oppervlakte van ongeveer 2052 m2. Van dit bouwvlak mag maximaal 40% worden bebouwd, wat neerkomt op een oppervlakte van ongeveer 820 m2. De maximale goot- en nokhoogte bedragen respectievelijk 3,5 en 9 meter. Met de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsbevoegdheid van 10% is het mogelijk de toegestane oppervlakte aan bebouwing te vergroten tot ongeveer 902 m2. Volgens de plantoelichting voorziet deze bouwmogelijkheid in een iets grotere compacte bebouwing ten opzichte van de bestaande bebouwingsmogelijkheden op het perceel aan de Molenweg 1 van 818 m2. Het plan zal echter een stedenbouwkundige en landschappelijke verbetering met zich brengen, aldus de plantoelichting.
4.5. Ingevolge artikel 26, lid 26.16, van de planregels behorend bij het besluit van 23 mei 2013 gelden ten aanzien van ‘Wro-zone - wijzigingsgebied 16’ de volgende voorwaarden:
a. de bestemming van het perceel kan gewijzigd worden naar de bestemming horeca (categorie 1 en 2);
b. het bouwvlak wordt opgenomen zoals aangegeven op de als bijlage 3 bij de regels behorende kaart;
c. het totale bouwvlak mag na wijziging niet voor meer dan 40% worden bebouwd;
d. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 3,5 en 9 meter.
4.6. Parkhotel Hierden richt zich in haar zienswijze tegen de bestemming "Wonen - Dorpsgebied (W-D)" met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 16' voor de gronden aan de Molenweg 1a te Hierden. Zij betoogt dat het besluit van 23 mei 2013 het ongewild mogelijk maakt dat op deze gronden een hotel kan worden gerealiseerd van minimaal 60 kamers. Parkhotel Hierden wijst er daarbij op dat bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid een oppervlakte aan bebouwing mogelijk is van 902 m2 en dat gelet op de toegestane bouwhoogte van 9 meter de mogelijkheid bestaat om een hotel met meerdere bouwlagen te realiseren. Een ontwikkeling van deze omvang op deze locatie is volgens Parkhotel Hierden om meerdere redenen niet gewenst. Zij wijst in dit verband op de verkeersveiligheid en de ruimtelijke uitstraling van een dergelijk complex op deze locatie. Verder voert zij aan dat de uitbreidingsmogelijkheden niet ruimtelijk onderbouwd zijn.
4.7. Parkhotel Hierden voert terecht aan dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheid leidt tot bouwmogelijkheden met een totale bebouwingsoppervlakte van ongeveer 902 m2. De raad heeft echter onweersproken gesteld dat hotel De Tippe thans ook al bouwmogelijkheden heeft met een totale oppervlakte van ongeveer 818 m2. Toepassing van de wijzigingsbevoegheid maakt daarmee een uitbreiding van het hotel mogelijk van ongeveer 82 m2, danwel ongeveer 164 m2 verdeeld over twee bouwlagen. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat deze uitbreiding van hotel De Tippe een stedenbouwkundige en landschappelijke verbetering met zich zal brengen, doordat rondom de geprojecteerde nieuwbouw vanwege de sloop van alle bestaande aanbouwen en losse bijgebouwen meer ruimte zal ontstaan voor onder meer de aanleg van groen. Dit standpunt acht de Afdeling niet onredelijk. Voorts is niet aannemelijk dat een uitbreiding van een dergelijke oppervlakte uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening zal leiden tot een onaanvaardbaar aantal te realiseren hotelkamers, noch dat de verkeersveiligheid daardoor niet zou zijn gewaarborgd. Het betoog faalt.
4.8. Gelet op hetgeen hiervoor in 4.7 is overwogen is het beroep van Parkhotel Hierden voor zover gericht tegen het besluit van 23 mei 2013 ongegrond.
Proceskostenveroordeling
5. Ten aanzien van Parkhotel Hierden is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van [appellanten sub 3] en [appellant sub 1] bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [appellant sub 1], voor zover gericht tegen het niet vaststellen van een exploitatieplan, en het beroep van [appellanten sub 3] tegen het besluit van 22 september 2011 niet-ontvankelijk;
II. verklaart het beroep van [appellanten sub 3] tegen het besluit van 23 mei 2013 niet-ontvankelijk;
III. verklaart het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Parkhotel Hierden B.V. tegen het besluit van 22 september 2011 gegrond;
IV. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Harderwijk van 22 september 2011, voor zover dat betreft artikel 26, lid 26.16 van de planregels;
V. verklaart het beroep van [appellant sub 1], voor zover ontvankelijk, tegen het besluit van 22 september 2011 ongegrond;
VI. verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Parkhotel Hierden B.V. tegen het besluit van 23 mei 2013 ongegrond;
VII. gelast dat de raad van de gemeente Harderwijk aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Parkhotel Hierden B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en mr. J.G.C. Wiebenga en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.F.W. Tuit, ambtenaar van staat.
w.g. Polak w.g. Tuit
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 oktober 2013
425-704.