201210965/1/R1.
Datum uitspraak: 3 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Hengelo (Ov),
en
de raad van de gemeente Hengelo (Ov),
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 6 november 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied, wijziging Huttenveldsweg nabij 14" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 mei 2013, waar [appellant], bijgestaan door dr. J.W. van Zundert, werkzaam als adviseur bij Kienhuis Hoving, en de raad, vertegenwoordigd door M. Brummelhuis en B. Scholten, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. [appellant] betoogt dat het plan ten onrechte niet meer voorziet in de aanduiding "recreatiewoning" op zijn perceel waardoor het niet langer mogelijk is om zijn bestaande recreatiewoning te herbouwen en te verplaatsen. In dit verband voert hij aan dat het voorheen geldende plan naar aanleiding van zijn zienswijze wel in deze mogelijkheid voorzag, dat hij ervan uit mocht gaan dat hij van deze mogelijkheid gebruik kon maken en dat het voorgaande plan op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen. Verder wijst hij erop dat sinds die tijd geen wijzigingen op het perceel hebben plaatsgevonden. Voorts voert hij aan dat de door hem gewenste recreatiewoning niet in strijd zal zijn met een goede ruimtelijke ordening omdat deze alleen voor eigen gebruik is en derhalve nauwelijks verkeer genereert, de recreatiewoning vanaf de weg niet zichtbaar zal zijn en geen aantasting van de natuur zal plaatsvinden. Verder wijst hij erop dat hij beschikt over een aanlegvergunning en dat nooit handhavend is opgetreden.
Voorts betoogt [appellant] dat de raad ten onrechte heeft nagelaten om te onderzoeken of de bestaande recreatiewoning onder het overgangsrecht valt en dat in het plan ten onrechte geen overgangsrecht als bedoeld in artikel 8.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) is opgenomen.
2.1. Wat betreft de locatie van de recreatiewoning stelt de raad dat deze staat op het grondgebied van de gemeente Hof van Twente maar dat de feitelijke ligging niet ter zake doet omdat de recreatiewoning nooit legaal is geweest. De raad stelt in het bestreden besluit verder dat in het voorheen geldende plan ten onrechte de aanduiding "recreatiewoning" op een nieuwe locatie op het perceel van [appellant] was opgenomen omdat toen niet bekend was dat de bestaande recreatiewoning van [appellant] niet als zodanig was bestemd. Derhalve kon geen sprake zijn van een verplaatsing van een recreatiewoning maar zou sprake zijn van het toevoegen van een recreatiewoning in het buitengebied, hetgeen in strijd is met provinciaal en gemeentelijk beleid. Daarom is in dit plan de aanduiding "recreatiewoning" niet meer opgenomen.
In het verweerschrift stelt de raad zich op het standpunt dat uit onderzoek door het kadaster op 4 december 2012 volgt dat de recreatiewoning van [appellant] deels op het grondgebied van de gemeente Hof van Twente staat en deels op het grondgebied van de gemeente Hengelo. Verder wijst de raad erop dat [appellant] bij de voorbereiding van het voorheen geldende plan zelf heeft nagelaten de raad te informeren over de illegale status van de recreatiewoning. Wat betreft het overgangsrecht stelt de raad dat dit niet van toepassing is op de recreatiewoning.
2.2. [appellant] is eigenaar van een bosperceel met een oppervlakte van ongeveer 8.000 m². Het perceel, kadastraal bekend gemeente Hengelo, sectie H, nr. 1358 (hierna: het perceel) ligt voor het grootste deel in de gemeente Hengelo. Een klein deel van het perceel ligt in de gemeente Hof van Twente.
Op het perceel staat de recreatiewoning van [appellant]. Uit de door de raad overgelegde meting van het kadaster van 4 december 2012 volgt dat de recreatiewoning wordt doorsneden door de gemeentegrens. Derhalve staat de recreatiewoning in zowel de gemeente Hof van Twente als de gemeente Hengelo. De recreatiewoning is omstreeks 1980-1985 opgericht.
[appellant] is sinds 1993 eigenaar van het perceel en de daarop staande recreatiewoning.
2.3. In het plan zijn aan het perceel de bestemming "Natuur" en de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie Middel (buiten bebouwde kom)" toegekend. De planregeling voorziet niet in het gebruik en de bebouwing van een recreatiewoning op het perceel.
2.4. In het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied", vastgesteld door de raad bij besluit van 21 september 2010, waren aan het perceel eveneens de bestemming "Natuur" en de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie Middel (buiten bebouwde kom)" toegekend. Tevens was aan het perceel de aanduiding "recreatiewoning" toegekend. De aanduiding was toegekend aan een deel van het perceel dat ten oosten ligt van de bestaande recreatiewoning.
Ingevolge artikel 9, lid 9.1, onder g, van de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied" waren de voor "Natuur" aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding "recreatiewoning" bestemd voor een recreatiewoning.
Ingevolge lid 9.2.1, onder a, mochten op of in de gronden met de bestemming "Natuur" geen gebouwen worden gebouwd, dit met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding "recreatiewoning". Hiervoor golden de volgende regels:
1. de bouwhoogte mocht niet meer bedragen dan 5 m;
2. de goothoogte mocht niet meer bedragen dan 3 m;
3. de inhoud mocht niet meer bedragen dan 200 m3.
2.5. [appellant] heeft op 29 juni 2012 verzocht om het verlenen van een omgevingsvergunning voor vervangende nieuwbouw van zijn recreatiewoning. Deze aanvraag is bij besluit van 15 augustus 2012 geweigerd tegen welk besluit [appellant] op 23 augustus 2012 bezwaar heeft gemaakt.
2.6. Niet in geschil is dat de recreatiewoning, zowel het deel dat staat in de gemeente Hof van Twente, voorheen Ambt Delden, als het deel dat staat in de gemeente Hengelo, nooit als zodanig is bestemd en dat hiervoor evenmin bouwvergunningen dan wel omgevingsvergunningen voor bouwen zijn verleend.
2.7. Met betrekking tot de voorbereiding van het plan overweegt de Afdeling dat de raad zich ten tijde van het nemen van het bestreden besluit ten onrechte niet heeft vergewist van de feitelijke ligging van de bestaande recreatiewoning. In dit verband acht de Afdeling van belang dat de gemeente Hof van Twente in het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Bro heeft aangegeven dat de recreatiewoning, anders dan in de toelichting op het voorontwerp stond, deels in de gemeente Hengelo staat. Ook [appellant] heeft in zijn zienswijze hierop gewezen. Anders dan de raad betoogt, is het in het kader van een zorgvuldige voorbereiding van het plan en voor een goede belangenafweging van belang dat de raad zich vergewist van de feitelijke situatie.
2.8. Wat betreft het verwijderen van de aanduiding "recreatiewoning" overweegt de Afdeling dat in het algemeen aan een voorheen geldend bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden ontleend. De raad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en regels voor gronden vaststellen. In dit geval verzette het voorheen geldende plan zich niet tegen verplaatsing van de recreatiewoning van de huidige locatie naar de in het voorheen geldende plan opgenomen aanduiding "recreatiewoning", hetgeen in het voorliggende plan niet meer mogelijk is.
De Afdeling overweegt dat de raad het verwijderen van de aanduiding onvoldoende heeft gemotiveerd. De raad heeft hierbij verwezen naar het provinciaal en gemeentelijk beleid, zonder te benoemen welke beleidsstukken het betreft en waarom de recreatiewoning daarmee in strijd zou zijn. Nog daargelaten dat de raad niet is gebonden aan provinciaal beleid, is de enkele stelling van de raad dat het beleid van de provincie zich laat samenvatten als ‘geen nieuwe recreatiewoningen toevoegen in het buitengebied’ hiertoe niet voldoende. Verder heeft de raad als motivering aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat de aanduiding "recreatiewoning" niet in het voorheen geldende plan was opgenomen als [appellant] de raad destijds op de hoogte had gebracht van de illegale status van de recreatiewoning. Hiermee miskent de raad dat hij in het kader van een zorgvuldige besluitvorming zelfstandig onderzoek dient te verrichten naar de juridisch-planologische status van een in het plan vervat bouwwerk. Gelet op het voorgaande heeft de raad geen toereikende motieven ten grondslag gelegd aan het verwijderen van de aanduiding op het perceel van [appellant].
Verder heeft de raad bij het bestreden besluit ten onrechte niet betrokken dat [appellant], overeenkomstig de in het voorheen geldende plan opgenomen mogelijkheid, concrete plannen heeft om de bestaande recreatiewoning te verplaatsen en dat hij hiertoe een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen heeft aangevraagd.
2.9. Met betrekking tot de thans aanwezige recreatiewoning heeft de raad zich terecht op het standpunt gesteld dat de omstandigheid dat de recreatiewoning reeds lange tijd aanwezig is, een positieve bestemming niet zonder meer rechtvaardigt. Dit neemt niet weg dat de raad had moeten bezien of de recreatiewoning, zowel wat betreft bebouwing als het gebruik, onder het overgangsrecht valt. Reeds omdat de raad er ten tijde van het bestreden besluit vanuit is gegaan dat de recreatiewoning niet binnen de gemeente Hengelo staat, heeft hij deze mogelijkheid ten onrechte niet bezien.
3. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit dient te worden vernietigd.
3.1. Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Bro, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
4. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Hengelo (Ov) van 6 november 2012 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied, wijziging Huttenveldsweg nabij 14";
III. draagt de raad van de gemeente Hengelo (Ov) op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor genoemde onderdeel II wordt verwerkt op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Hengelo (Ov) tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 994,68 (zegge: negenhonderdvierennegentig euro en achtenzestig cent), waarvan € 944,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Hengelo (Ov) aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzitter, en mr. J. Hoekstra en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. Z. Huszar, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Huszar
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 juli 2013
533-770.