ECLI:NL:RVS:2013:1735

Raad van State

Datum uitspraak
30 oktober 2013
Publicatiedatum
30 oktober 2013
Zaaknummer
201301565/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om buiten invorderingstelling van ouderbijdragen

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 8 januari 2013, waarin het beroep van [appellante] tegen een besluit van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) ongegrond werd verklaard. Het LBIO had op 14 maart 2012 het verzoek van [appellante] om buiten invorderingstelling van de ouderbijdragen afgewezen. Dit besluit werd door het LBIO op 26 juni 2012 bevestigd, nadat [appellante] daartegen bezwaar had gemaakt. De rechtbank oordeelde dat het LBIO terecht had gehandeld en verklaarde het beroep ongegrond.

Tijdens de zitting op 10 oktober 2013 werd de zaak behandeld. [appellante] was vertegenwoordigd door haar advocaten, mr. A.L. van Onna en mr. P. van Bommel. Het LBIO werd vertegenwoordigd door L. Nobels. Tijdens de zitting werd duidelijk dat [appellante] een renteloze lening had ontvangen van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Noardwest Fryslân, waarmee zij haar openstaande ouderbijdragen had voldaan. Hierdoor stelde [appellante] dat zij geen rechtens te beschermen belang meer had bij een uitspraak op het hoger beroep, mocht het besluit van het LBIO in stand blijven.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, omdat [appellante] geen belang meer had bij de uitspraak. De Afdeling besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 30 oktober 2013.

Uitspraak

201301565/1/A2.
Datum uitspraak: 30 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 8 januari 2013 in zaak nr. 12/1812 in het geding tussen:
[appellante]
en
het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (hierna: het LBIO).
Procesverloop
Bij besluit van 14 maart 2012 heeft het LBIO het verzoek van [appellante] om buiten invorderingstelling van de ouderbijdragen afgewezen.
Bij besluit van 26 juni 2012 heeft het LBIO het door [appellante] daartegen kennelijk gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 8 januari 2013 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 oktober 2013, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. A.L. van Onna en mr. P. van Bommel, beiden advocaat te Franeker, en het LBIO, vertegenwoordigd door L. Nobels, werkzaam bij het LBIO, zijn verschenen.
Overwegingen
1.1. Uit de door [appellante] overgelegde brieven van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Noardwest Fryslân van 12 maart 2013 en 23 april 2013 blijkt dat de Dienst haar in het kader van bijzondere bijstand een renteloze lening heeft verstrekt voor de door haar te betalen ouderbijdragen. Voorts blijkt uit de door het LBIO overgelegde brief van CSI Bewindvoeringen van 3 september 2013 dat [appellante] met deze lening de openstaande ouderbijdragen heeft voldaan. Ter zitting heeft [appellante] desgevraagd te kennen gegeven dat zij, in het geval het besluit van het LBIO van 26 juni 2012 in stand blijft, het geleende bedrag niet aan de Dienst hoeft terug te betalen. Gelet hierop heeft [appellante] geen rechtens te beschermen belang meer bij een uitspraak op het hoger beroep.
2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2013
362-735