ECLI:NL:RVS:2013:1787

Raad van State

Datum uitspraak
17 oktober 2013
Publicatiedatum
30 oktober 2013
Zaaknummer
201306835/3/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
  • H. Troostwijk
  • D.L. Bolleboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen omgevingsvergunning voor Oostelijke Rondweg Nunspeet

In deze zaak hebben verzoekers, waaronder [verzoeker sub 1] en anderen, en [verzoeker sub 2] samen met Recreatiecentrum de Witte Wieven B.V., beroep aangetekend tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet. Dit besluit, genomen op 24 juni 2013, verleende een omgevingsvergunning voor de realisatie van de Oostelijke Rondweg Nunspeet. De verzoekers hebben de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van hun beroep.

De openbare zitting vond plaats op 17 oktober 2013, waar de voorzitter, Staatsraad mr. H. Troostwijk, en ambtenaar van staat mr. D.L. Bolleboom aanwezig waren. Tijdens de zitting werd het verzoek om voorlopige voorziening besproken. De voorzitter merkte op dat er eerder, op 26 juli 2013, al een verzoek om voorlopige voorziening was ingediend door andere verzoekers tegen hetzelfde besluit, wat leidde tot een eerdere uitspraak op 3 september 2013.

Na zorgvuldige overweging van de ingediende argumenten, concludeerde de voorzitter dat er geen nieuwe gezichtspunten waren die een andere beslissing rechtvaardigden dan in de eerdere uitspraak. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en de ambtenaar van staat, die beiden hun handtekening onder de beslissing plaatsten.

Uitspraak

201306835/3/A1.
Datum uitspraak: 17 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
1. verzoeker sub 1] en anderen, wonend te Amsterdam,
2. [ verzoeker sub 2], wonend te Nunspeet,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Recreatiecentrum de Witte Wieven B.V. Nunspeet, gevestigd te Nunspeet,
en
het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 17 oktober 2013 om 12.00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. H. Troostwijk voorzitter (vz.)
ambtenaar van staat: mr. D.L. Bolleboom
Verschenen:
[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 1 A];
[belanghebbende];
Het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet, vertegenwoordigd door W. ten Veen en mr. M.A. van Werkhoven, bijgestaan door mr. S.P.M. Schaap, advocaat te Wijhe;
Het college van gedeputeerde staten van Gelderland, vertegenwoordigd door mr. V.B. Roerdink.
======================================
De beroepen van onder meer [verzoeker sub 1] en anderen, [verzoeker sub 2] en Recreatiecentrum de Witte Wieven B.V. zijn gericht tegen het besluit van het college van 24 juni 2013, waarbij het college aan de gemeente Nunspeet een omgevingsvergunning voor het realiseren van de Oostelijke Rondweg Nunspeet heeft verleend. [verzoeker sub 1] en anderen, [verzoeker sub 2] en Recreatiecentrum De Witte Wieven B.V. hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter
wijst het verzoek af.
Daartoe overweegt zij het volgende.
De voorzitter stelt vast dat bij brief van 26 juli 2013 door [3 verzoekers], wonend te Elst, gemeente Nunspeet, reeds een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend tegen voornoemd besluit van 24 juni 2013. Dit verzoek heeft geleid tot de uitspraak van de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van 3 september 2013, in de procedure met zaak nr. 201306835/2/A1.
De voorzitter ziet in hetgeen is aangevoerd, mede gelet op hetgeen in de procedure die heeft geleid tot de uitspraak van de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van 3 september 2013 is aangevoerd en hetgeen in die uitspraak is overwogen, geen aanleiding voor een andere beslissing dan in die uitspraak is neergelegd. Hetgeen is aangevoerd, biedt geen nieuwe gezichtspunten ten opzichte van hetgeen in die procedure naar voren is gebracht.
Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
Voor een proceskostenkostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
w.g. Troostwijk w.g. Bolleboomvoorzitter
ambtenaar van staat 641.