ECLI:NL:RVS:2013:1863

Raad van State

Datum uitspraak
31 oktober 2013
Publicatiedatum
6 november 2013
Zaaknummer
201306811/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Laren-West

Op 31 oktober 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het geding tussen verzoekers, wonend te Laren, en de raad van de gemeente Laren. Het verzoek was gericht tegen het besluit van de raad van 26 juni 2013, waarbij het bestemmingsplan "Laren-West" werd vastgesteld. Verzoekers stelden dat het bestemmingsplan in strijd is met artikel 19, eerste lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS), omdat de gronden als natuur zijn ingericht en een natuurbestemming hadden moeten krijgen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 oktober 2013, waar verzoekers werden vertegenwoordigd door mr. A. Brouwer, advocaat te Amsterdam, en de raad door mr. W. Verbeek, werkzaam bij de gemeente. De voorzitter oordeelde dat het bestemmingsplan in strijd is met de PRVS, omdat de natuurfunctie op het perceel is gerealiseerd en de gronden als "Natuur" hadden moeten worden bestemd. De voorzitter besloot daarom om het besluit van de raad van de gemeente Laren te schorsen voor zover het de bestemmingen "Groen" en "Maatschappelijk" betreft voor het perceel op de hoek van de Veerweg en de Vredelaan.

Daarnaast werd de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekers, die op € 944,00 werden vastgesteld, en tot terugbetaling van het griffierecht van € 160,00. De uitspraak is openbaar gedaan op 31 oktober 2013.

Uitspraak

201306811/2/R1.
Datum uitspraak: 31 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker] en anderen, wonend te Laren,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Laren,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 juni 2013, kenmerk 2013/16 (II), heeft de raad het bestemmingsplan "Laren-West" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld hebben [verzoeker] en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 oktober 2013, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door mr. A. Brouwer, advocaat te Amsterdam, en de raad, vertegenwoordigd door mr. W. Verbeek, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het verzoek van [verzoeker] en anderen richt zich tegen het plan voor zover daarmee een scoutingterrein mogelijk wordt gemaakt en de bestemming "Groen" wordt toegekend aan het perceel op de hoek van de Veerweg en de Vredelaan, tegenover het perceel Vredelaan 52.
[verzoeker] en anderen betogen dat het plan in zoverre in strijd is met artikel 19, eerste lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (hierna: PRVS), omdat de gronden als natuur zijn ingericht zodat de raad een natuurbestemming hieraan had moeten toekennen.
2.1. Ingevolge artikel 19, eerste lid, aanhef en onder a, van de PRVS geldt voor de gronden aangeduid op kaart 4 en op de digitale verbeelding ervan, als Ecologische Hoofdstructuur en als Ecologische Verbindingszone, dat een bestemmingsplan de gronden als "Natuur" bestemt, indien de natuurfunctie reeds is gerealiseerd.
2.2. Aan het perceel op de hoek van de Veerweg en de Vredelaan, tegenover het perceel Vredelaan 52, zijn de bestemmingen "Groen" en "Maatschappelijk" toegekend. Aan het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" zijn een bouwvlak en de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - scouting" toegekend.
Ingevolge artikel 11, lid 11.1, aanhef en onder j, van de planregels zijn de voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden bestemd voor een scouting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - scouting".
Ingevolge artikel 8, lid 8.1, zijn de voor "Groen" aangewezen gronden bestemd voor:
a. groenvoorzieningen, gazons en beplantingen;
[…]
f. voet- en fietspaden;
g. in- en uitritten;
h. bermen en bermsloten;
i. nutsvoorzieningen;
j. water, waterbeheer en waterberging;
k. recreatief gebruik;
met de daarbij behorende voorzieningen zoals:
l. ondergrondse afvalinzamelvoorzieningen, kunstwerken (waaronder duikers, bruggen en faunapassages).
2.3. Het perceel op de hoek van de Veerweg en de Vredelaan, tegenover het perceel Vredelaan 52, is in de PRVS aangeduid als Ecologische Hoofdstructuur. Het perceel is thans grotendeels begroeid met bomen, zodat aangenomen moet worden dat de natuurfunctie ter plaatse is gerealiseerd. Dat op het perceel thans containers geplaatst zijn en dat het perceel als bladopslag in gebruik was maakt het voorgaande niet anders, nu dit de natuurfunctie niet tenietdoet. Omdat de natuurfunctie is gerealiseerd hadden ingevolge artikel 19, eerste lid, van de PRVS de gronden als "Natuur" moeten worden bestemd. Nu niet een dergelijke bestemming aan het perceel is toegekend verwacht de voorzitter dat de Afdeling in de bodemprocedure zal oordelen dat het plan in zoverre in strijd met artikel 19, eerste lid, van de PRVS is vastgesteld.
3. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
4. De raad dient ten aanzien van [verzoeker] en anderen op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Daarbij heeft de voorzitter geen aanleiding gezien de kosten van het in opdracht van [verzoeker] en anderen opgestelde rapport "Laren Veerweg-Vredelaan" door Buro Maerlant in het kader van de voorlopige voorzieningprocedure te vergoeden, omdat dit rapport in deze procedure geen rol heeft gespeeld.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Laren van 26 juni 2013, kenmerk 2013/16 (II), voor zover het de plandelen met de bestemmingen "Groen" en "Maatschappelijk" voor het perceel op de hoek van de Veerweg en de Vredelaan, tegenover het perceel Vredelaan 52, betreft;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Laren tot vergoeding van bij [verzoeker] en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 944,00 (zegge: negenhonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
III. gelast dat de raad van de gemeente Laren aan [verzoeker] en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. Y. Verhage, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen w.g. Verhage
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 oktober 2013
655.