ECLI:NL:RVS:2013:1871
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake dwangsom voor verwijdering zonder vergunning gebouwd bouwwerk
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 30 oktober 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [verzoeker], wonend te Ulestraten, tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Meerssen. Dit college had op 9 oktober 2012 een dwangsom opgelegd van € 1.500,00 per week, met een maximum van € 15.000,00, voor het verwijderen van een zonder vergunning gebouwd tuinhuis/berging op het perceel van de verzoeker. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond op 26 maart 2013. De voorzieningenrechter van de rechtbank Roermond had op 4 juli 2013 het beroep van de verzoeker tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 17 oktober 2013 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker werd vertegenwoordigd door mr. H.M.J.G. Neelis en het college door drs. R.L.M. Baltesen. De voorzitter overwoog dat de dwangsommen inmiddels geheel waren verbeurd, omdat de verzoeker niet had voldaan aan de last om het bouwwerk te verwijderen binnen de gestelde termijn. De termijn was opgeschort, maar uiteindelijk was de verzoeker in gebreke gebleven, waardoor de dwangsommen zijn verbeurd.
Gelet op het feit dat er geen spoedeisend belang meer was voor het treffen van de voorlopige voorziening, heeft de voorzitter het verzoek afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 30 oktober 2013.