ECLI:NL:RVS:2013:1972

Raad van State

Datum uitspraak
6 november 2013
Publicatiedatum
13 november 2013
Zaaknummer
201307466/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • J. Verbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Werfkampen gemeente Reimerswaal

Op 6 november 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoekster en de raad van de gemeente Reimerswaal. De zaak betreft het bestemmingsplan "Werfkampen", dat op 25 juni 2013 door de raad is vastgesteld. Dit bestemmingsplan maakt de huisvesting van 129 arbeidsmigranten mogelijk op een locatie waar de bestemming "Horeca" is toegekend. De verzoekster, eigenaar en exploitant van een gebouw op deze locatie, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad en verzocht om een voorlopige voorziening om de capaciteit voor huisvesting van arbeidsmigranten uit te breiden van 129 naar 200.

Tijdens de zitting op 29 oktober 2013 is het verzoek behandeld. De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om een voorlopige voorziening te verstrekkend is, omdat de uitspraak van de Afdeling doorgaans niet zal strekken tot het geven van een opdracht zoals door de verzoekster is verzocht. De voorzitter heeft geen aanleiding gezien om artikel 5.4.3 van de planregels te schorsen, omdat dit zou betekenen dat er geen maximum zou gelden voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 november 2013.

Uitspraak

201307466/2/R2.
Datum uitspraak: 6 november 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekster], gevestigd te [plaats],
en
de raad van de gemeente Reimerswaal,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 25 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Werfkampen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoekster] beroep ingesteld.
[verzoekster] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 oktober 2013, waar [verzoekster] , vertegenwoordigd door [directeur], en de raad, vertegenwoordigd door P. Driesprong en R. Maljaars, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het bestemmingsplan maakt ter plaatse van het [gebouw] aan de [locatie] te [plaats] de huisvesting van 129 arbeidsmigranten mogelijk.
Aan de gronden is de bestemming "Horeca" en de functieaanduiding ‘specifieke vorm van horeca - logies-3’ toegekend.
Ingevolge artikel 5.1, van de planregels zijn de voor Horeca aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca - logies - 3’ tevens bestemd voor de huisvesting van arbeidsmigranten.
Ingevolge artikel 5.4.3, voor zover relevant, is ter plaatse van de genoemde aanduiding de huisvesting van niet meer dan 129 arbeidsmigranten toegestaan.
3. [verzoekster], eigenaar en exploitant van het [gebouw], voert aan dat de raad ten onrechte slechts heeft voorzien in de huisvesting van 129 arbeidsmigranten. Zij wenst de capaciteit uit te breiden naar 200 arbeidsmigranten. [verzoekster] verzoekt een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat de raad wordt opgedragen het plan in voornoemde zin aan te passen.
4. De voorzitter overweegt dat een voorlopige voorziening zoals verzocht, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, te verstrekkend is, aangezien ook de uitspraak van de Afdeling, gelet op de aard van de toetsing in de bodemprocedure, doorgaans niet zal strekken tot het geven van een opdracht zoals door [verzoekster] verzocht. De voorzitter ziet voorts geen aanleiding voor schorsing van artikel 5.4.3 van de planregels. Daartoe overweegt hij dat een dergelijke voorlopige voorziening eveneens te verstrekkend is, omdat dan geen enkel maximum zou gelden.
5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Verbeek, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Verbeek
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 november 2013
388.