ECLI:NL:RVS:2013:2033

Raad van State

Datum uitspraak
20 november 2013
Publicatiedatum
20 november 2013
Zaaknummer
201303087/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.C.M.A. Michiels
  • H.E. Postma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen vergunning voor ontgronden en ophogen ten behoeve van natuurontwikkeling

Op 20 november 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de Vereniging Onafhankelijke Natuur Informatie (VONI) en het college van gedeputeerde staten van Utrecht. De zaak betreft een besluit van 14 februari 2013, waarbij een vergunning werd verleend aan Staatsbosbeheer Regio West voor het ontgronden en ophogen van twee percelen in de gemeenten Stichtse Vecht en De Bilt. VONI heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar het college heeft in een verweerschrift gesteld dat VONI niet-ontvankelijk is in haar beroep, omdat zij geen rechtstreeks betrokken belangen behartigt.

De Afdeling heeft de zaak op 30 september 2013 ter zitting behandeld. VONI was vertegenwoordigd door drs. J.C. Vendrik, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. K.M. Betten en J. Sonneveld. De Afdeling heeft overwogen dat voor de vraag of VONI als belanghebbende kan worden aangemerkt, bepalend is of zij krachtens haar statutaire doelstelling en feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het besluit betrokken algemeen of collectief belang behartigt. De statuten van VONI geven aan dat de vereniging zich inzet voor de belangen van individuen en organisaties in het buitengebied, maar de Afdeling concludeert dat VONI's werkzaamheden niet specifiek gericht zijn op de Molenpolder en dat haar belang niet rechtstreeks is betrokken bij de verlening van de vergunning.

Daarnaast is er een discussie over de rol van de Commissie activiteiten illegaal Molenpolder, die door VONI is geïnstalleerd. De Afdeling oordeelt dat deze commissie geen rechtspersoonlijkheid heeft en daarom ook niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Gezien deze overwegingen heeft de Afdeling het beroep van VONI niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 november 2013.

Uitspraak

201303087/1/R4.
Datum uitspraak: 20 november 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Vereniging Onafhankelijke Natuur Informatie (hierna: VONI), gevestigd te Westbroek, gemeente De Bilt,
appellante,
en
het college van gedeputeerde staten van Utrecht,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 14 februari 2013 heeft het college een vergunning als bedoeld in de Ontgrondingenwet verleend aan Staatsbosbeheer Regio West voor het ontgronden en ophogen van twee percelen in de gemeenten Stichtse Vecht en De Bilt.
Tegen dit besluit heeft VONI beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 september 2013, waar VONI, vertegenwoordigd door drs. J.C. Vendrik, en het college, vertegenwoordigd door mr. K.M. Betten en J. Sonneveld, zijn verschenen.
Overwegingen
1. De bij het bestreden besluit verleende vergunning ziet op het verbreden van een watergang en het daarop aansluitend aanleggen van ondiep water ten behoeve van natuurontwikkeling in de Molenpolder.
2. Het college stelt zich op het standpunt dat het beroep van VONI niet-ontvankelijk is, omdat zij geen rechtstreeks bij het besluit betrokken algemene of collectieve belangen in het bijzonder behartigt.
2.1. Ingevolge artikel 8:1, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 van de Awb, kan een belanghebbende bij de Afdeling beroep instellen tegen een besluit als hier aan de orde.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Ingevolge het derde lid worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
2.2. Voor de vraag of een rechtspersoon belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb, is bepalend of de rechtspersoon krachtens zijn statutaire doelstelling en blijkens zijn feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigt.
2.3. Blijkens artikel 2, eerste lid, van de statuten van VONI stelt de vereniging zich ten doel:
a. op te komen voor de belangen van individuen en organisaties in het buitengebied, die zich in hun belangen geschaad of genegeerd weten door overheidslichamen, instellingen, commissies, verenigingen of stichtingen.
b. op te komen voor het algemeen belang op basis van Onafhankelijke Natuur Informatie.
2.4. Naast het doel van VONI is, om te kunnen bepalen of het belang van VONI rechtstreeks is betrokken bij het bestreden besluit, van belang of VONI feitelijke werkzaamheden verricht met het oog op de behartiging van een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang. Uit de stukken blijkt dat VONI een website beheert, waarop informatie voor haar leden wordt gepubliceerd. Deze informatie heeft niet specifiek betrekking op de Molenpolder. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt verder dat VONI een commissie heeft geïnstalleerd, de Commissie activiteiten illegaal Molenpolder (hierna: de commissie), die door VONI wordt gefaciliteerd bij het optreden in rechte. Gebleken is dat de werkzaamheden van deze commissie hoofdzakelijk bestaan uit het initiëren en participeren in juridische procedures. Zoals volgt uit de uitspraak van 1 oktober 2008 in zaak nr. 200801150/1, kunnen deze werkzaamheden niet worden aangemerkt als feitelijke werkzaamheden in de zin van artikel 1:2, derde lid, van de Awb. Gelet op het doel van VONI in samenhang met de hiervoor beschreven feitelijke werkzaamheden die zij verricht, is de Afdeling van oordeel dat haar belang niet rechtstreeks bij de verlening van de ontgrondingenvergunning ten behoeve van natuurontwikkeling in de Molenpolder is betrokken. Derhalve is VONI niet aan te merken als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb.
2.5. Voor zover ter zitting is betoogd dat niet VONI, maar de commissie beroep heeft ingesteld tegen het bestreden besluit, zal moeten worden beoordeeld of de commissie ten tijde hier van belang zelf rechtspersoonlijkheid bezat. Vast staat dat de commissie niet een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon is of over eigen statuten beschikt. Voorts zijn er geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan moet worden aangenomen dat de commissie een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid, in de zin van artikel 2:26 van het Burgerlijk Wetboek, is. Reeds daarom kan de commissie niet worden aangemerkt als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb.
3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. F.C.M.A. Michiels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.E. Postma, ambtenaar van staat.
w.g. Michiels w.g. Postma
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 november 2013
539-786.