ECLI:NL:RVS:2013:2125
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- K.J.M. Mortelmans
- B.P. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake Sanctieregeling terrorisme 2007-II
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Breda, waarin het beroep tegen een besluit van de minister van Buitenlandse Zaken ongegrond werd verklaard. De minister had [appellant] op 8 juni 2010 aangewezen als persoon op wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is. Na het indienen van bezwaar door [appellant] tegen dit besluit, verklaarde de minister het bezwaar op 8 december 2010 ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 14 december 2012.
Bij het indienen van het hoger beroep heeft [appellant] geen gronden vermeld, maar verzocht om een termijn om deze alsnog in te dienen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft [appellant] een termijn gesteld, die later werd verlengd. Echter, [appellant] heeft de gronden pas na het verstrijken van deze termijn ingediend. De minister heeft in zijn verweerschrift opgemerkt dat [appellant] het verzuim niet binnen de gestelde termijn heeft hersteld en geen reden heeft gegeven voor het niet tijdig indienen van de gronden.
De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat [appellant] niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 27 november 2013.