ECLI:NL:RVS:2013:2335

Raad van State

Datum uitspraak
11 december 2013
Publicatiedatum
11 december 2013
Zaaknummer
201209511/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de vergunning voor het horecabedrijf Kiosk La Piazza te Den Haag

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Virginia B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 22 augustus 2012, waarin het beroep van Virginia tegen de afwijzing van haar bezwaar tegen de vergunning voor het horecabedrijf Kiosk La Piazza ongegrond werd verklaard. De vergunning, verleend op 28 april 2011 door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, betreft het uitoefenen van een horecabedrijf op het perceel Plein 10K, inclusief terrassen met een gezamenlijke oppervlakte van 216 m². Virginia B.V. heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van 29 februari 2012, waarin het college dit bezwaar ongegrond verklaarde.

Virginia heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 11 december 2013 geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is. De Afdeling heeft vastgesteld dat Virginia in dit hoger beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die afwijken van de eerdere uitspraak. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de vergunning terecht was verleend en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak van de Raad van State bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en houdt in dat de vergunning voor het horecabedrijf Kiosk La Piazza in stand blijft. De zaak is behandeld op 31 oktober 2013, waarbij zowel Virginia als het college vertegenwoordigd waren door hun respectieve advocaten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 december 2013.

Uitspraak

201209511/1/A3.
Datum uitspraak: 11 december 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Virginia B.V., gevestigd te Den Haag,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 22 augustus 2012 in zaak nr. 12/3117 in het geding tussen:
Virginia
en
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag.
Procesverloop
Bij besluit van 28 april 2011 heeft het college aan Virginia vergunning verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf Kiosk La Piazza op het perceel Plein 10K te Den Haag. Deze vergunning ziet onder meer op terrassen met een gezamenlijke oppervlakte van 216 m².
Bij besluit van 29 februari 2012 heeft het college het door Virginia daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 augustus 2012 heeft de rechtbank het door Virginia daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Virginia hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het college en Virginia hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 31 oktober 2013, waar Virginia, vertegenwoordigd door mr. R. Wassenaar, werkzaam bij Juridisch Adviesbureau Leidschendam, en [directeur] en enig aandeelhouder, en het college, vertegenwoordigd door mr. J.P. Heinrich, advocaat te Den Haag, en mr. W.G.C. Wijsman en H.A.P. Rosema, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Virginia komt in hoger beroep op tegen de uitspraak van de rechtbank betreffende de aan haar verleende drank- en horecavergunning, voor het geval het door Scholtes ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van 22 augustus 2012 in zaken nrs. 12/3022, 12/3114 en 12/3026 betreffende de bij onderscheiden besluiten van 9 juni 2011 verleende terrasvergunningen gegrond wordt verklaard en de aan haar verleende terrasvergunning wordt gewijzigd wat betreft het terrasoppervlak.
2. Bij uitspraak van heden in zaak nr. 201209512/1/A3 heeft de Afdeling het hoger beroep van Scholtes tegen de uitspraak van de rechtbank van 22 augustus 2012 in zaken nrs. 12/3022, 12/3114 en 12/3026 ongegrond verklaard. Aangezien Virginia in dit hoger beroep geen andere gronden heeft aangevoerd dan die waarop de Afdeling bij voormelde uitspraak heeft beslist, is dit hoger beroep eveneens ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. B.P. Vermeulen, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. de Vries, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom w.g. De Vries
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 december 2013
582-741.