201207892/1/R4.
Datum uitspraak: 26 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],
2. [appellanten sub 2], beiden wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Boskoop,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 28 juni 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Oostelijke Rondweg Boskoop module 4" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellanten sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 mei 2013, waar [appellant sub 1], bijgestaan door mr. S. Essakkili, [appellanten sub 2], en de raad, vertegenwoordigd door J.F. Schutte en F. Streefland, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
Het plan
1. Het plan voorziet in een tracé van de Middelburgseweg tot aan de gemeentegrens met Bodegraven-Reeuwijk. Het tracé begint ten noorden van de kruising Middelburgseweg/Middelweg. Vanaf dit punt zal de weg eerst ongeveer 100 m richting het westen lopen, waarna de weg ongeveer 500 m naar het zuiden zal lopen. Vervolgens zal de weg langs de watergang de Lansing naar het westen lopen en sluit de weg na ongeveer 750 m aan op de kruising Zuidwijk/Randenburgseweg. Dit tracé betreft module 4 van een nieuwe oostelijke rondweg Boskoop die zal dienen als ontsluiting van de in de zogenoemde Greenport in Boskoop gelegen boomkwekerijen.
Toetsingskader
2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Alternatief
3. [appellant sub 1] en [appellanten sub 2] voeren aan dat de raad ten onrechte niet heeft gekozen voor de in een eerder stadium van de procedure gekozen zogenoemde consensusvariant voor module 4 van de oostelijke rondweg Boskoop. Daartoe voeren zij aan dat met deze variant de belangen van de bewoners van de Zuidwijk en de Randenburgseweg minder worden geschaad. Voorts voeren [appellanten sub 2] aan dat met deze variant geen vaste bruggen hoeven te worden aangelegd. Volgens [appellanten sub 2] biedt het huidige tracé voor module 4 van de oostelijke rondweg Boskoop geen voordelen voor de boomkwekerijen.
3.1. De Afdeling overweegt dat de raad bij de keuze van de bestemming een afweging dient te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beleidsvrijheid. De voor- en nadelen van alternatieven dienen in die afweging te worden meegenomen.
Uit de toelichting op het plan volgt dat ter bevordering van de doorstroming van het vrachtverkeer ten behoeve van de boomkwekerijen in Boskoop is gekozen voor het realiseren van een adequate ontsluitingsroute oftewel de oostelijke rondweg Boskoop. De oostelijke rondweg Boskoop zal in fases worden ontwikkeld. Wat betreft het deel van de oostelijke rondweg Boskoop dat is voorzien in het onderhavige plan, is in de toelichting op het plan vermeld dat het huidige tracé voor module 4 van de oostelijke rondweg Boskoop is gewijzigd ten opzichte van het vastgestelde tracé voor de oostelijke rondweg Boskoop in het in juli 2005 vastgestelde plan Infrastructuur Boskoop-Reeuwijk. Door de wijziging maakt een deel van de Zuidwijk en Randenburgseweg deel uit van de oostelijke rondweg Boskoop. Volgens de toelichting op het plan, en zo volgt ook uit het deskundigenbericht, is voor het huidige tracé gekozen, omdat deze variant het landschap minder aantast, het natuur- en recreatiegebied de Lansing spaart en er een kleiner oppervlak nodig is dan bij de zogenoemde consensusvariant waardoor de kosten lager zijn. In dit verband is in het bij het bestreden besluit behorende rapport ‘Oostelijke Rondweg Boskoop Module 4, Ruimtelijke Onderbouwing-Verkeer’ van Arcadis van 13 september 2010 vermeld dat de redenen voor afwijking van de zogenoemde consensusvariant door inspraak en overleg zijn ingegeven. Uit het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Boskoop aan de raad van 23 november 2010 is af te leiden, en zo volgt ook uit het deskundigenbericht, dat het college als gevolg van een nadere belangenafweging naar aanleiding van een informatieavond voor belangstellenden, voorstelt om voor het huidige tracé te kiezen in plaats van voor de zogenoemde consensusvariant. Bij het raadsbesluit van 24 februari 2011 heeft de raad ingestemd met de wijziging van het tracé voor module 4 van de oostelijke rondweg Boskoop. De Afdeling ziet in het aangevoerde geen aanleiding voor het oordeel dat de raad, gelet op het voorgaande, niet in redelijkheid heeft kunnen kiezen voor het huidige tracé voor module 4 van de oostelijke rondweg Boskoop.
Verkeersintensiteit
4. [appellant sub 1] betoogt dat het aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde verkeersonderzoek wat betreft de verkeersintensiteit onzorgvuldig is. In dit verband voert hij aan dat van verouderde gegevens is uitgegaan.
4.1. Ten behoeve van het plan is door Arcadis in opdracht van de gemeente Boskoop een onderzoek uitgevoerd naar de verkeerseffecten, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het rapport ‘Oostelijke Rondweg Boskoop Module 4, Ruimtelijke Onderbouwing-Verkeer’ van 13 september 2010. In dit rapport staat dat het verkeersmodel dat is toegepast in het Verkeersonderzoek Boskoop-Reeuwijk (2000) de meest geschikte gegevens levert voor de te beschouwen wegvakken en dat dit verkeersmodel tevens ten grondslag ligt aan alle eerder uitgevoerde (milieu)onderzoeken in het kader van de oostelijke rondweg Boskoop. Dit verkeersmodel is gebaseerd op het Regionaal Verkeersmodel Zuid-Holland van de provincie Zuid-Holland, waarbij een extra verfijningsslag voor de gemeente Boskoop en omgeving heeft plaatsgevonden, aldus het rapport. Volgens dit rapport zijn de verkeersgegevens geactualiseerd naar het gewenste prognosejaar 2020, waarbij rekening is gehouden met een toename van het verkeer door uitbreiding van het aantal bedrijven langs de oostelijke rondweg Boskoop en de autonome groei van het verkeer. In het deskundigenbericht is in dit verband uiteengezet dat bij het werken met een verkeersmodel voor het prognosejaar alle relevante ontwikkelingen moeten worden verwerkt wat betreft het doen ontstaan van verkeer en de toedeling van het verkeer aan de weginfrastructuur. Volgens het deskundigenbericht dient het basisjaar er alleen toe om het verkeersmodel te valideren en is het in die zin niet relevant voor de prognose. Gelet hierop ziet de Afdeling in hetgeen [appellant sub 1] betoogt geen aanleiding voor het oordeel dat de in het rapport berekende verkeersintensiteiten voor het deel van de oostelijke rondweg Boskoop dat is voorzien in het onderhavige plan, niet als representatief kunnen worden beschouwd. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat deze manier van toepassen van een verkeersmodel volgens het deskundigenbericht gebruikelijk is en prognoses oplevert met een gangbare mate van betrouwbaarheid. [appellant sub 1] heeft dit niet betwist.
Verkeersveiligheid
5. [appellant sub 1] en [appellanten sub 2] stellen dat als gevolg van het plan het gemotoriseerde verkeer dusdanig zal toenemen dat dit leidt tot verkeersonveilige situaties. Volgens [appellant sub 1] zullen verkeersonveilige situaties met name voor fietsers ontstaan. Hiertoe voert [appellant sub 1] aan dat de Randenburgseweg en de brug ter plaatse van de Zuidwijk tamelijk smal zijn en niet zijn berekend op de hoge verkeersintensiteit en het zware vrachtverkeer. [appellanten sub 2] voeren aan dat zich in het tracé een gevaarlijke kruising en een smalle brug bevinden, waardoor een gevaarlijke driesprong ontstaat en bij de brug een verkeersinfarct.
5.1. In het rapport ‘Oostelijke Rondweg Boskoop Module 4, Ruimtelijke Onderbouwing-Verkeer’ van Arcadis van 13 september 2010 is vermeld dat de oostelijke rondweg Boskoop wordt gerealiseerd volgens het principe duurzaam veilig en is getypeerd als een erftoegangsweg, geschikt voor een intensiteit tot 4.500 motorvoertuigen per etmaal, met een maximum snelheid van 60 km/uur. Het deel van de oostelijke rondweg Boskoop dat is voorzien in het onderhavige plan krijgt volgens het rapport een verhardingsbreedte van 6,5 m en wordt deels voorzien van fietsvoorzieningen. In het deskundigenbericht is vermeld dat gelet op de door CROW opgestelde richtlijnen, die zijn neergelegd in het Handboek Wegontwerp-Erftoegangswegen (publicatie 164d), een breedte van 6,5 m voor de verwerking van de geprognosticeerde intensiteit van 3.653 motorvoertuigen per etmaal voor het deel van de oostelijke rondweg Boskoop dat is voorzien in het onderhavige plan ruimschoots voldoende is en dat met deze breedte tevens wordt voldaan aan de minimale verhardingsbreedte die nodig is voor het passeren van verschillende verkeersdeelnemers. Omtrent de brug bij de Zuidwijk en de kruising is in het deskundigenbericht vermeld dat de brug ten opzichte van het overige deel van de oostelijke rondweg Boskoop dat is voorzien in het onderhavige plan een versmalling bevat. Dit leidt tot lagere snelheden en het remmende effect van de brug zorgt ervoor dat weggebruikers beter kunnen anticiperen op andere weggebruikers, aldus het deskundigenbericht. Volgens het deskundigenbericht geldt dit ook voor de bocht bij de kruising. In het deskundigenbericht wordt geconcludeerd dat nu de oostelijke rondweg Boskoop wordt ingericht volgens de uitgangspunten van duurzaam veilig, die zijn uitgewerkt in de door CROW opgestelde richtlijnen die zijn neergelegd in het Handboek Wegontwerp-Erftoegangswegen (publicatie 164d), het tracé niet als verkeersonveilig aangemerkt behoeft te worden. [appellant sub 1] en [appellanten sub 2] hebben dit niet gemotiveerd bestreden. Gelet hierop heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat door de in het onderhavige plan voorziene deel van de oostelijke rondweg Boskoop geen verkeersonveilige situatie zal ontstaan.
Ten aanzien van de verkeersveiligheid op de Randenburgseweg overweegt de Afdeling dat deze weg, die ligt binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, geen onderdeel uitmaakt van het voorliggende plangebied. Uit de stukken alsmede het verhandelde ter zitting is gebleken dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelet op artikel 4 van de met de gemeente Boskoop gesloten vaststellingsovereenkomst de Randenburgseweg tevens zal verbreden en dat het daartoe opgestelde ontwerpplan "Randenburgseweg" inmiddels ter inzage heeft gelegen.
Geluid
6. [appellant sub 1] vreest dat de met het plan gepaard gaande toename van het verkeer zal leiden tot geluidoverlast ter plaatse van zijn woning aan de [locatie] te Reeuwijk. In dit verband wijst hij op het geluid als gevolg van het optrekken van motorvoertuigen ter plaatse van de brug bij de Zuidwijk.
6.1. In opdracht van de gemeente Boskoop heeft de Milieudienst Midden-Holland een onderzoek verricht naar het aspect geluid. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport ‘Milieukundig Advies Oostelijke rondweg Boskoop Module 4’ van 13 februari 2012. Uit het rapport volgt dat daar waar de Zuidwijk wordt gewijzigd in verband met de aansluiting op de oostelijke rondweg Boskoop, de geluidbelasting op de gevel van de woning aan de [locatie] vanwege het verkeer op dit deel van de weg ruim onder de voorkeurswaarde van 48 dB blijft. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn tevens onderzocht de gevolgen voor de geluidbelasting van de toename van de verkeersintensiteit op de in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelegen bestaande Randenburgseweg door de aanleg van de oostelijke rondweg Boskoop. Uit het rapport volgt dat de geluidbelasting op de gevel van de woning aan de [locatie] met 2,8 dB toeneemt als gevolg van de toename van de verkeersintensiteit op deze weg door de aanleg van de oostelijke rondweg Boskoop. Uit het rapport alsmede het verhandelde ter zitting is gebleken dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelet op artikel 4 van de met de gemeente Boskoop gesloten vaststellingsovereenkomst geluidreducerend asfalt zal toepassen op de Randenburgseweg, waardoor een geluidreductie van 4,5 dB wordt bereikt op de gevel van de woning aan de [locatie] met als gevolg dat de geluidbelasting ter plaatse niet zal verslechteren. In hetgeen [appellant sub 1] aanvoert wordt geen aanleiding gevonden voor het oordeel dat de raad in zoverre niet van het rapport heeft kunnen uitgaan. Gelet hierop heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de aanleg van de oostelijke rondweg Boskoop niet zal leiden tot nadelige gevolgen voor de geluidbelasting op de gevel van de woning aan de [locatie] te Reeuwijk.
Waardedaling woning
7. [appellant sub 1] vreest voor een waardedaling van zijn woning aan de [locatie] te Reeuwijk door de toename van het verkeer ter plaatse en de daarmee gepaard gaande geluidoverlast.
7.1. De Afdeling overweegt dat, mede gelet op hetgeen is overwogen onder 6.1, geen grond bestaat voor de verwachting dat een mogelijke waardevermindering zodanig zal zijn dat de raad bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan aan de belangen die met de realisering van het plan aan de orde zijn. Bovendien heeft de raad in dit verband terecht gewezen op de mogelijkheid een verzoek om planschadevergoeding in te dienen.
Conclusie
8. Gelet op het voorgaande zijn de beroepen ongegrond.
Proceskosten
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, voorzitter, en mr. M.A.A. Mondt-Schouten en mr. J. Kramer, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Lodeweges, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Lodeweges
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 juni 2013
625.