ECLI:NL:RVS:2013:545

Raad van State

Datum uitspraak
31 juli 2013
Publicatiedatum
31 juli 2013
Zaaknummer
201207055/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Vlasblom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering inschrijving tolk Nederlands-Chinees in register voor beëdigde tolken

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de minister van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had op 6 juni 2012 geoordeeld dat de minister op 1 oktober 2009 ten onrechte had geweigerd om [wederpartij] als tolk Nederlands-Chinees (Kantonees) in te schrijven in het register voor beëdigde tolken en vertalers. De rechtbank verklaarde het beroep van [wederpartij] gegrond, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar de Raad van State heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Raad oordeelde dat de minister niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij enig processueel belang heeft bij een antwoord op de vraag of de rechtbank op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. Dit betekent dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft, zonder dat de minister een ander resultaat kan bereiken dan de eerdere weigering om [wederpartij] in te schrijven.

De zitting vond plaats op 16 juli 2013, waar [wederpartij] aanwezig was. De Raad van State heeft in zijn beslissing ook aangegeven dat er geen proceskosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak werd openbaar gedaan op 31 juli 2013, waarbij de minister een griffierecht van € 478,00 moet betalen. De uitspraak is vastgesteld door mr. M. Vlasblom, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Binnema, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201207055/1/A3.
Datum uitspraak: 31 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de minister van Veiligheid en Justitie,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 6 juni 2012 in zaak nr. 10/1268 in het geding tussen:
[wederpartij]
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 1 oktober 2009 heeft de minister geweigerd om [wederpartij] als tolk Nederlands-Chinees (Kantonees) in te schrijven in het register voor beëdigde tolken en vertalers en tevens geweigerd om haar als tolk Nederlands-Chinees (Kantonees) te plaatsen op de Uitwijklijst.
Bij besluit van 2 april 2010 heeft de minister het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 juni 2012 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, doch bepaald dat de rechtsgevolgen ervan in stand blijven. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 juli 2013, waar [wederpartij] is verschenen.
Overwegingen
1. Bij de aangevallen uitspraak is het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van de minister van 2 april 2010 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd doch bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. De minister heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in deze zaak enig processueel belang heeft bij een antwoord op de vraag of de rechtbank op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. Dat antwoord, hoe het ook luidt, leidt voor de minister niet tot een ander resultaat dan hij heeft willen bereiken met de weigering om [wederpartij] als tolk Nederlands - Chinees (Kantonees) in te schrijven in het register voor beëdigde tolken en vertalers.
2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
3. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
II. bepaalt dat van de minister van Veiligheid en Justitie een griffierecht van € 478,00 (zegge: vierhonderdachtenzeventig euro) wordt geheven.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Binnema, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom w.g. Binnema
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 juli 2013
589.