ECLI:NL:RVS:2013:570

Raad van State

Datum uitspraak
31 juli 2013
Publicatiedatum
31 juli 2013
Zaaknummer
201210633/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.H. van Kreveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering omgevingsvergunning voor overkapping in strijd met bestemmingsplan te Haarlem

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem om een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een overkapping aan de achtergevel van zijn woning. Het college had op 26 augustus 2011 besloten om de vergunning te weigeren, omdat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan 'Oude stad'. De rechtbank Haarlem had op 3 oktober 2012 het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 15 juli 2013 behandeld. De appellant betoogde dat de rechtbank niet had onderkend dat de weigering van de vergunning niet in redelijkheid kon worden gehandhaafd. Hij stelde dat meer dan 50% van het perceel onbebouwd zou blijven en dat de hoogte van de overkapping aansluit op de hoogte van de woning. Ook voerde hij aan dat de overkapping noodzakelijk was voor zijn privacy en invaliditeit, en dat buren geen bezwaar hadden tegen het bouwplan.

De Raad van State oordeelde dat de beslissing om de vergunning te weigeren een discretionaire bevoegdheid van het college was. De rechtbank had terecht overwogen dat het college in redelijkheid de vergunning kon weigeren, omdat het de openheid van binnenterreinen in de oude stad van Haarlem wilde behouden. De overschrijding van de maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing werd als ongewenst beschouwd vanuit stedenbouwkundig oogpunt. De rechtbank had ook geen aanleiding gevonden om de persoonlijke omstandigheden van de appellant zwaarder te laten wegen dan de stedenbouwkundige belangen.

Uiteindelijk bevestigde de Raad van State de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201210633/1/A1.
Datum uitspraak: 31 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Haarlem,
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 3 oktober 2012 in zaak nr. 12/894 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem.
Procesverloop
Bij besluit van 26 augustus 2011 heeft het college geweigerd omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen en in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een overkapping aan de achtergevel van de woning op het perceel [locatie] te Haarlem (hierna: het perceel).
Bij besluit van 20 januari 2012 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 3 oktober 2012 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 juli 2013, waar [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door Z. Aygünes-Karaca, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het bouwplan voorziet in de oprichting van een overkapping aan de achtergevel van de woning. De overkapping heeft een hoogte van ruim 3 m, een diepte van circa 7 m, beslaat de volledige breedte van de achtergevel en heeft een oppervlakte van 70 m². Het bouwplan is gelegen in bouwblok 105.1.
2. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan "Oude stad" (hierna: het bestemmingsplan) onder meer, omdat ingevolge artikel 73, derde lid, aanhef onder c, 1o, van de voorschriften van het bestemmingsplan, gronden waarop de bestemming "Erf" (El) rust, maximaal met 40m² mogen worden bebouwd, terwijl het bouwplan voorziet in 70 m2 bebouwing.
3. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college de weigering om omgevingsvergunning te verlenen niet in redelijkheid in stand heeft kunnen laten. Daartoe voert hij aan dat na verwezenlijking van de overkapping meer dan 50% van het resterende perceel onbebouwd blijft, waardoor voldoende openheid van het binnenterrein behouden blijft. [appellant] voert voorts aan dat de overkapping weliswaar hoger is dan de standaardmaatvoering, maar dat die hoogte aansluit op de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning, die hoger is dan een standaard moderne woning. Tevens voert hij aan dat het ten behoeve van zijn privacy en zijn invaliditeit noodzakelijk is dat een overkapping wordt geplaatst en dat buren geen bezwaar hebben tegen het bouwplan.
3.1 De beslissing om bouwen en gebruik in strijd met het bestemmingsplan toe te staan is een discretionaire bevoegdheid van het college, zodat de rechter zich bij toetsing moet beperken tot de vraag of het college in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen om het afwijkende gebruik toe te staan.
3.2 De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college in redelijkheid de gevraagde omgevingsvergunning heeft kunnen weigeren, omdat het de openheid van binnenterreinen in de oude stad van Haarlem wenst te behouden en de overschrijding van de maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing in de tuin van [appellant] uit stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst acht. Daartoe heeft het college kunnen verwijzen naar het negatief stedenbouwkundig ambtelijk advies van 28 juni 2012. In dat advies is gemotiveerd uiteengezet dat het bouwplan niet past binnen de stedenbouwkundige uitgangspunten van het bouwblok, hoewel meer dan 50% aan onbebouwde tuin resteert, en een negatieve invloed heeft op de openheid van het binnenterrein. De rechtbank heeft in de door [appellant] genoemde persoonlijke omstandigheid en de aantasting van zijn privacy door de aanwezigheid van een naastgelegen appartementengebouw, terecht geen aanleiding gevonden voor een ander oordeel, reeds omdat de aldus door [appellant] gestelde belangen kunnen worden gediend met een overkapping die wel aan de in het bestemmingsplan gestelde vereisten voldoet en van minder invloed is op de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. In de omstandigheid dat buren, naar gesteld, geen bezwaren hebben tegen het bouwplan, diende de rechtbank evenmin aanleiding te vinden voor het oordeel dat het college de vergunning in redelijkheid niet heeft kunnen weigeren.
Het betoog faalt.
4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door J.H. van Kreveld, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. V. van Dorst, ambtenaar van staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van Dorst
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 juli 2013
357-789