ECLI:NL:RVS:2013:595

Raad van State

Datum uitspraak
26 juli 2013
Publicatiedatum
31 juli 2013
Zaaknummer
201304574/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • S. Zwemstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing bestemmingsplan Buitengebied Borne, herziening sportpark Zenderen

Op 16 april 2013 heeft de raad van de gemeente Borne het bestemmingsplan "Buitengebied Borne, herziening sportpark Zenderen" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, wonend te Zenderen, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 16 juli 2013 ter zitting behandeld. De raad was vertegenwoordigd door P. Hamming, en de vereniging Sportvereniging Zenderen Vooruit was ook als partij aanwezig.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de oprichting van lichtmasten van maximaal 18 meter hoog voor een sportveld. De verzoeker heeft een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat hij vreest voor lichthinder door de lichtmasten, die zich op ongeveer 12 meter van zijn perceel bevinden. Hij stelt dat het rapport over lichthinder niet voldoet aan de richtlijnen van de NSVV en KNVB en dat er geen waarborgen zijn voor een goed woon- en leefklimaat.

De voorzitter is niet overtuigd dat de Flora- en faunawet aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat. Echter, er zijn geen waarborgen in de planregels voor een goed woon- en leefklimaat bij het perceel van de verzoeker. Daarom heeft de voorzitter besloten om het bestemmingsplan bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen. De overige gronden van de verzoeker blijven buiten bespreking. De raad van de gemeente Borne moet het griffierecht van € 160,00 aan de verzoeker vergoeden. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 juli 2013.

Uitspraak

201304574/2/R1.
Datum uitspraak: 26 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Zenderen, gemeente Borne,
en
de raad van de gemeente Borne,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 16 april 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Borne, herziening sportpark Zenderen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 16 juli 2013, waar de raad, vertegenwoordigd door P. Hamming, werkzaam bij de gemeente, is verschenen. Voorts is ter zitting de vereniging Sportvereniging Zenderen Vooruit (hierna: de sportvereniging), vertegenwoordigd door J.M. Mentink, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in de oprichting van lichtmasten van maximaal 18 m hoog ten behoeve van een sportveld van de sportvereniging.
3. Niet in geschil is dat de sportvereniging de lichtmasten bij de aanvang van het nieuwe sportseizoen in september 2013 in gebruik wenst te nemen en derhalve zo spoedig mogelijk een omgevingsvergunning voor de bouw van de lichtmasten zal aanvragen. Het verzoek van [verzoeker] is erop gericht te voorkomen dat deze aanvraag aan het voorliggende plan zal worden getoetst en dat op grond daarvan de omgevingsvergunning wordt verleend, hetgeen zou kunnen leiden tot een onomkeerbare situatie. Anders dan de raad betoogt, heeft [verzoeker] derhalve een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening.
4. [verzoeker] betoogt dat de in het plan voorziene lichtmasten zullen leiden tot lichthinder ter plaatse van zijn perceel aan de [locatie], gelegen op een afstand van ongeveer 12 m van het sportveld. [verzoeker] voert hiertoe aan dat uit het rapport "Lichthinder onderzoek sportveld Zenderen Vooruit" van 23 juli 2012, dat in opdracht van het gemeentebestuur is opgesteld door Tebodin Netherlands B.V. (hierna: het rapport lichthinder), in tegenstelling tot hetgeen de raad betoogt, niet volgt dat wordt voldaan aan de algemene richtlijn betreffende lichthinder, deel 1, van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (hierna: NSVV) en de richtlijn van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (hierna: KNVB). Volgens [verzoeker] zijn in het bestemmingsplan ten onrechte geen regels opgenomen die een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij zijn woning waarborgen. Voorts heeft de raad niet met een deugdelijk onderzoek onderbouwd dat de vleermuizen in de omgeving geen hinder zullen ondervinden van de lichtmasten.
5. Op grond van de ter zitting door de raad gegeven nadere toelichting is de voorzitter er op voorhand niet van overtuigd dat de Flora- en faunawet aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat.
6. Het plan voorziet in lichtmasten van maximaal 18 m hoog, hetgeen betekent dat op grond van het plan ook lichtmasten lager dan 18 m kunnen worden gerealiseerd. Uit het rapport lichthinder volgt dat bij lichtmasten van 15 m hoog niet wordt voldaan aan de richtlijnen van de NSVV en KNVB en dat bij lichtmasten van 18 m hoog niet op voorhand kan worden vastgesteld of kan worden voldaan aan de richtlijnen. Ter zitting heeft de raad toegelicht dat pas bij de plaatsing van de lichtmasten van 18 m hoog kan worden beoordeeld of wordt voldaan aan de voormelde richtlijnen, maar dat eventuele lichthinder bij het perceel van [verzoeker] kan worden weggenomen door de plaatsing van lichtafschermende kappen.
De plaatsing van deze lichtafschermende kappen is niet als voorwaardelijke verplichting opgenomen in de planregels. Ook anderszins bevatten de planregels ter zake van de lichtmasten geen waarborg voor een goed woon- en leefklimaat bij het perceel van [verzoeker]. Gelet op het vorenstaande acht de voorzitter het op voorhand niet uitgesloten dat het plan kan leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse van het perceel van [verzoeker]. In verband hiermee en na afweging van alle betrokken belangen ziet de voorzitter aanleiding om het bestemmingsplan bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen. De overige gronden die [verzoeker] naar voren heeft gebracht, kunnen, gelet op het voorgaande, buiten bespreking blijven.
7. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Borne van 16 april 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Borne, herziening sportpark Zenderen";
II. gelast dat de raad van de gemeente Borne aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Zwemstra
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 juli 2013
91-749.