201305646/2/R1.
Datum uitspraak: 5 augustus 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], beiden wonend te Heemstede,
en
de raad van de gemeente Heemstede,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 28 maart 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Woonwijken Noordoost" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] beroep ingesteld.
Bij deze brief hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 juli 2013, waar [verzoekers] en de raad, vertegenwoordigd door R. van der Aar, mr. A.J. Borg en B. ter Haak, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor de wijken in het noordoosten van Heemstede.
3. Het verzoek is gericht tegen de plandelen met de bestemming "Gemengd-3" ter plaatse van de Jan van Goyenstraat. [verzoekers] betogen dat de uitsterfregeling die in het thans geldende plan "Schilderswijk" is opgenomen voor de panden waar volwaardige horeca is toegelaten ten onrechte is komen te vervallen. Zij voeren aan dat zij veel overlast ondervinden van deze horeca. Volgens [verzoekers] heeft de raad de belangen van omwonenden onvoldoende bij de afweging betrokken. Ten einde onomkeerbare gevolgen te voorkomen verzoeken zij om het treffen van een voorlopige voorziening.
3.1. Aan een deel van de panden aan de Jan van Goyenstraat is de bestemming "Gemengd-3" met de aanduiding "horeca" of "horeca in categorie 2" toegekend.
Ingevolge artikel 4, lid 4.1.1, onder d, van de planregels zijn ter plaatse van de aanduiding "horeca" horecabedrijven in categorie 1 toegelaten.
Ingevolge lid 4.1.1, onder e, zijn ter plaatse van de aanduiding "horeca in categorie 2" horecabedrijven in categorie 2 toegelaten.
Vaststaat dat de panden waaraan voornoemde aanduidingen zijn toegekend onder het thans geldende bestemmingsplan "Schilderswijk" eveneens zijn bestemd voor volwaardige horeca in categorie 1 of 2 en dat het onderhavige plan in zoverre geen nieuwe bouw- of gebruiksmogelijkheden biedt.
3.2. Ingevolge artikel 5, zesde lid, van de voorschriften van het bestemmingsplan "Schilderswijk" vervalt op de gronden waar een horecabedrijf is toegelaten de mogelijkheid daar opnieuw een horecabedrijf te vestigen indien op de gronden een ander soort bedrijf wordt gevestigd. Deze uitsterfregeling is niet in het onderhavige plan opgenomen.
Nu niet is gebleken dat de horecabedrijven die zijn gevestigd aan de Jan van Goyenstraat voornemens zijn hun bedrijfsvoering op korte termijn te beëindigen en reeds daarom de vestiging van een ander soort bedrijf op korte termijn niet aannemelijk is, zal inwerkingtreding van het plan in zoverre niet leiden tot een onomkeerbare situatie. Naar het oordeel van de voorzitter kan op dit punt de bodemuitspraak worden afgewacht.
4. [verzoekers] betogen voorts dat de mogelijkheid de panden met de bestemming "Gemengd-3" aan de Jan van Goyenstraat te gebruiken voor een beperkte horecavoorziening ernstige overlast zal veroorzaken. Zij wijzen er in dit verband op dat in de omgeving van de Jan van Goyenstraat veel woonhuizen zijn gelegen. Volgens [verzoekers] is uitbreiding van de horecamogelijkheden binnen deze straat niet passend in een dergelijke omgeving. Ten einde een onomkeerbare situatie te voorkomen verzoeken zij om schorsing van de betrokken plandelen.
4.1. Ingevolge artikel 4, lid 4.1.1, onder b, van de planregels zijn de voor "Gemengd-3" aangewezen gronden bestemd voor detailhandel, al dan niet in combinatie met een beperkte horecavoorziening. Nu het bestemmingsplan "Schilderswijk" niet voorziet in de mogelijkheid in combinatie met detailhandel beperkte horeca-activiteiten te verrichten, voorziet het plan in zoverre in ruimere gebruiksmogelijkheden.
Naar het oordeel van de voorzitter brengt de omstandigheid dat hangende de beroepsprocedure bij de Afdeling ter plaatse van de panden aan de Jan van Goyenstraat met de bestemming "Gemengd-3" in combinatie met het gebruik voor detailhandel een beperkte horecavoorziening is toegelaten, geen feitelijke onomkeerbare situatie met zich. Verder kan, indien het besluit tot vaststelling van het plan op dit punt wordt vernietigd en de beperkte horeca op grond van het daarna geldende planologische regime niet is toegestaan, tegen dit gebruik in beginsel handhavend worden opgetreden. De inwerkingtreding van het plan leidt in zoverre evenmin tot een juridisch onomkeerbare situatie. Niet valt in te zien dat in zoverre de uitspraak in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Daarbij acht de voorzitter voorts van belang dat de raad ter zitting naar voren heeft gebracht dat niet is gebleken van concrete voornemens van ondernemers om hangende de bodemprocedure de voor "Gemengd-3" bestemde gronden voor beperkte horecadoeleinden te gaan gebruiken.
4.2. Voor zover [verzoekers] erop hebben gewezen dat een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan "Schilderswijk" ten behoeve van een volwaardig horecabedrijf aan de Jan van Goyenstraat 2 is gedaan, overweegt de voorzitter dat het onderhavige plan niet voorziet in een volwaardig horecabedrijf op dit perceel. De planologische aanvaardbaarheid van een volwaardig horecabedrijf ter plaatse staat in bedoelde procedure derhalve niet ter beoordeling. Tegen het besluit op deze aanvraag om een omgevingsvergunning staan rechtsmiddelen open.
5. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek dient te worden afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L. Brand, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Brand
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2013
575.