201111671/1/R1.
Datum uitspraak: 9 januari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
vennootschap onder firma 't Wubbenhof, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], gevestigd te Denekamp, gemeente Dinkelland, en anderen,
appellanten,
de raad van de gemeente Dinkelland,
verweerder.
Bij besluit van 19 september 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Denekamp Kern", kenmerk NL.IMRO.1774.denbpdenekampkern-0401, vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben 't Wubbenhof en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De raad en 't Wubbenhof en anderen hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 mei 2012, waar 't Wubbenhof en anderen, in de persoon van [vennoot B] en bijgestaan door drs. H.E. Winkelman, werkzaam bij drs. H.E. Winkelman, juridisch adviesbureau B.V., en de raad, vertegenwoordigd door
drs. G.J. Preuter-Brunnekreef en drs. E. List, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
De Afdeling heeft de behandeling van de beroepen van [vier appellanten] tegen het besluit van 19 september 2011 afgesplitst en voortgezet onder zaak nr. 201111671/3/R1.
Bij tussenuitspraak van 1 augustus 2012, nr. 201111671/1/T1/R1, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 19 september 2011 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 9 oktober 2012 heeft de raad het besluit van 19 september 2011 gewijzigd door het bestemmingsplan "Denekamp kern", kenmerk NL.IMRO.1774.denbpdenekampkern-0402, vast te stellen.
’t Wubbenhof en anderen zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over het besluit van 9 oktober 2012 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid hebben zij geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
1. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 2.6.7. overwogen dat ’t Wubbenhof en anderen aannemelijk hebben gemaakt dat de lantaarnpalen op hun perceel buiten het bouwvlak hoger zijn dan 2 m. Buiten het bouwvlak is slechts een bouwhoogte van 2 m toegestaan, zodat de lantaarnpalen niet in overeenstemming zijn met de planregels. Nu de raad heeft beoogd de lantaarnpalen als zodanig te bestemmen is het bestemmingsplan in zoverre voorbereid in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid, aldus de Afdeling.
In de tussenuitspraak heeft de Afdeling voorts onder 2.8.9. overwogen dat gelet op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (hierna: SVBP 2008), artikel 2, eerste lid van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 (hierna: Regeling) en artikel 1.2.6. van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) aan een museum de bestemming "Cultuur en ontspanning" moet worden toegekend. Nu in het plan het museum Natura Docet is bestemd als "Maatschappelijk" is het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" ter plaatse van het museum in strijd met artikel 2, eerste lid van de Regeling in samenhang bezien met artikel 1.2.6. van het Bro vastgesteld.
2. Gelet hierop is het beroep van ’t Wubbenhof en anderen tegen het besluit van 19 september 2011 in zoverre gegrond. Dat besluit dient, voor zover daarin geen bouwhoogteregel is opgenomen die de lantaarnpalen buiten het bouwvlak op het perceel van ’t Wubbenhof en anderen toestaat, wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb te worden vernietigd. Voorts dient het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" ter plaatse van het museum wegens strijd met artikel 2, eerste lid van de Regeling in samenhang bezien met artikel 1.2.6. van het Bro te worden vernietigd.
In hetgeen 't Wubbenhof en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan voor het overige strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep van 't Wubbenhof en anderen tegen het besluit van 19 september 2011 is voor het overige ongegrond.
3. In het bestemmingsplan "Denekamp kern" dat op 9 oktober 2012 is vastgesteld, is aan het perceel van ’t Wubbenhof en anderen de bestemming "Horeca" toegekend. In artikel 14 zijn de planregels voor de bestemming "Horeca" opgenomen. Ingevolge artikel 14, lid 14.2.6., van de planregels bedraagt de bouwhoogte buiten het bouwvlak ten behoeve van lantaarnpalen ten hoogste 4 m.
In dit bestemmingsplan is het museum voorts bestemd als "Cultuur en ontspanning - 1".
4. Dit bestemmingsplan wordt, gelet op de artikelen 6:18, eerste lid en 6:19, eerste lid, van de Awb, geacht eveneens onderwerp te zijn van dit geding.
5. De raad heeft beoogd in het plan een toereikende bouwhoogte op te nemen voor de buiten het bouwvlak aanwezige lantaarnpalen op het perceel van ’t Wubbenhof en anderen. In aanmerking genomen het verhandelde ter zitting van 7 mei 2012, staat vast dat de lantaarnpalen niet hoger zijn dan 4 m en dat deze derhalve als zodanig zijn bestemd. Voorts is het bestemmingsplan gelet op de aan het museum toegekende bestemming "Cultuur en ontspanning - 1" in overeenstemming met de SVBP 2008, artikel 2, eerste lid van de Regeling en artikel 1.2.6. van het Bro. Gelet hierop alsmede in aanmerking genomen dat ’t Wubbenhof en anderen geen gronden hebben aangevoerd tegen het op 9 oktober 2012 vastgestelde bestemmingsplan, zijn de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken hersteld.
6. Nu ’t Wubbenhof en anderen geen gronden hebben aangevoerd tegen het op 9 oktober 2012 vastgestelde bestemmingsplan is voorts het daartegen ontstane beroep van rechtswege, ongegrond.
7. De raad dient ten aanzien van 't Wubbenhof en anderen op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep van vennootschap onder firma ’t Wubbenhof, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], en anderen tegen het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 19 september 2011, kenmerk NL.IMRO.1774.denbpdenekampkern-0401, gedeeltelijk gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 19 september 2011, kenmerk NL.IMRO.1774.denbpdenekampkern-0401, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Denekamp Kern" voor zover daarin geen bouwhoogteregel is opgenomen die de lantaarnpalen buiten het bouwvlak op het perceel van ’t Wubbenhof en anderen toestaat alsmede voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" ter plaatse van het museum Natura Docet;
III. verklaart het beroep van vennootschap onder firma ’t Wubbenhof en anderen tegen het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 19 september 2011, kenmerk NL.IMRO.1774.denbpdenekampkern-0401, voor het overige ongegrond;
IV. verklaart het beroep van vennootschap onder firma ’t Wubbenhof en anderen tegen het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland van 9 oktober 2012, kenmerk NL.IMRO.1774.denbpdenekampkern-0402, ongegrond;
V. veroordeelt de raad van de gemeente Dinkelland tot vergoeding van bij vennootschap onder firma 't Wubbenhof en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 993,32 (zegge: negenhonderddrieënnegentig euro en tweeëndertig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
VI. gelast dat de raad van de gemeente Dinkelland aan vennootschap onder firma 't Wubbenhof en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. T.G. Drupsteen, voorzitter, en drs. W.J. Deetman en mr. J.C. Kranenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.P. van Kooten-Vroegindeweij, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen w.g. Van Kooten-Vroegindeweij
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 januari 2013