ECLI:NL:RVS:2013:BY8504
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- M. Kos
- Rechtspraak.nl
Schorsing van besluiten inzake permanente bewoning van recreatiewoning te Emst
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 januari 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door [verzoeker A] en [verzoeker B], beiden wonend te Emst, tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Epe. Deze besluiten, genomen op 2 april 2012 en 11 september 2012, hielden in dat de permanente bewoning van een recreatiewoning op een specifiek perceel te Emst beëindigd moest worden op straffe van een dwangsom. De rechtbank Zutphen had eerder het beroep van de verzoekers ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden en verzochten om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 20 december 2012, waar de verzoekers werden bijgestaan door hun advocaat mr. J.H. Hermsen, is het verzoek behandeld. De voorzitter overwoog dat niet vaststaat dat de eerdere uitspraak en de besluiten in het bodemgeschil in stand zullen blijven. Bovendien was er geen dringende noodzaak aan de zijde van het college om de uitspraak op de hoger beroepen niet af te wachten. Gelet op de belangen van de verzoekers en de omstandigheden van het geval, werd besloten om de besluiten van het college te schorsen.
De voorzitter heeft het college van burgemeester en wethouders van Epe veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de verzoekers, tot een bedrag van € 944,00, en gelast dat het college het door hen betaalde griffierecht van € 232,00 vergoedt. Deze uitspraak biedt een voorlopige bescherming voor de verzoekers totdat er een definitieve uitspraak in de hoger beroepen is gedaan.