ECLI:NL:RVS:2013:BY9936

Raad van State

Datum uitspraak
30 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201106893/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Hoekstra
  • S. Zwemstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Geerdinkhof en de vernietiging van het besluit van de deelraad van het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam

In deze zaak gaat het om het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Geerdinkhof" dat op 19 april 2011 door de deelraad van het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam is vastgesteld. Tegen dit besluit hebben appellanten, wonend te Amsterdam, beroep ingesteld. De deelraad heeft een verweerschrift ingediend en de appellanten hebben nadere stukken ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 9 maart 2012 ter zitting behandeld, waarbij de appellanten werden bijgestaan door hun advocaat, mr. F.J. Jacobs, en de deelraad werd vertegenwoordigd door mr. K. Veenendaal.

Tijdens de zitting hebben de appellanten aanvullende stukken ingediend, ondanks bezwaren van de deelraad. Op 23 mei 2012 heeft de Afdeling een tussenuitspraak gedaan, waarin de deelraad werd opgedragen om binnen twintig weken het gebrek in het besluit van 19 april 2011 te herstellen. De deelraad heeft op 30 oktober 2012 een gewijzigd besluit genomen, waarin het eerder bestreden artikel uit de planvoorschriften is geschrapt. De appellanten hebben hun zienswijze over dit gewijzigde besluit naar voren gebracht, maar de Afdeling heeft besloten dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten.

In de overwegingen van de uitspraak heeft de Afdeling vastgesteld dat het oorspronkelijke besluit van 19 april 2011 niet deugdelijk was gemotiveerd, met name voor wat betreft artikel 3, lid 4, onder b en de tweede en derde gedachtestreepjes van de planvoorschriften. Het beroep van de appellanten is gegrond verklaard, en het besluit van de deelraad is vernietigd. De deelraad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellanten, die in totaal € 1.180,00 bedragen, en moet ook het griffierecht van € 152,00 vergoeden. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 30 januari 2013.

Uitspraak

201106893/1/R1.
Datum uitspraak: 30 januari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Amsterdam,
appellanten,
en
de deelraad van het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 19 april 2011 heeft de deelraad het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Geerdinkhof" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De deelraad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en anderen hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 maart 2012, waar [appellant] en anderen, bij monde van [appellant] en [andere appellant], bijgestaan door mr. F.J. Jacobs, advocaat te Amsterdam, en de deelraad, vertegenwoordigd door mr. K. Veenendaal, werkzaam bij het stadsdeel, zijn verschenen.
Buiten bezwaren van de deelraad hebben [appellant] en anderen ter zitting nog stukken in het geding gebracht.
Bij tussenuitspraak van 23 mei 2012, nr.
201106893/1/T1/R1) heeft de Afdeling de deelraad opgedragen om binnen twintig weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 19 april 2011 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 30 oktober 2012 heeft de deelraad het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Geerdinkhof" gewijzigd vastgesteld.
[appellant] en anderen zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over het besluit van 30 oktober 2012 naar voren te brengen. Zij hebben bij brief van 18 december 2012 hun zienswijze naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.    De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat het bestreden besluit, voor zover het betreft artikel 3, lid 4, onder b en tweede en derde gedachtestreepje, van de planvoorschriften niet deugdelijk is gemotiveerd.
2.    Gelet hierop is het beroep tegen het besluit van 19 april 2011 gegrond. Dat besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd.
3.    Bij besluit van 30 oktober 2012 heeft de deelraad, gevolg gevend aan de tussenuitspraak, artikel 3, lid 4, onder b en tweede en derde gedachtestreepje, uit de planvoorschriften geschrapt.
4.    De Afdeling stelt vast dat het besluit van 30 oktober 2012 geheel tegemoet komt aan het beroep van [appellant] en anderen, zodat geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19 van de Awb is ontstaan waarop nog dient te worden beslist.
5.    De deelraad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het beroep gegrond;
II.    vernietigt het besluit van de deelraad van het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam van 19 april 2011 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Geerdinkhof", voor zover het betreft artikel 3, lid 4, onder b en tweede en derde gedachtestreepje, van de planvoorschriften;
III.    veroordeelt de deelraad van het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam tot vergoeding van bij [appellant] en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.180,00 (zegge: elfhonderdtachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
IV.    gelast dat de deelraad van het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam aan [appellant] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra    w.g. Zwemstra
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 januari 2013
91-703.