ECLI:NL:RVS:2013:BZ1234

Raad van State

Datum uitspraak
7 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201211040/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • T.G. Drupsteen
  • F.W.M. Kooijman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan Centrum Noord en Groot Kalsdonk te Roosendaal

Op 2 oktober 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal het wijzigingsplan "Centrum Noord en Groot Kalsdonk" vastgesteld. H&L Vastgoed B.V., gevestigd te Meijel, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 24 januari 2013 behandeld. H&L Vastgoed stelt dat het college ten onrechte de aanduiding "horecabedrijven (h2)" voor het perceel aan de Brugstraat 13 heeft laten vervallen, waardoor het pand niet meer als horecagelegenheid kan worden gebruikt. H&L Vastgoed voert aan dat de horeca-activiteiten in het pand niet duurzaam zijn beëindigd en dat er een huurovereenkomst is gesloten voor de exploitatie van het pand als horecagelegenheid.

Het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal stelt dat de horeca-activiteiten al bijna twee jaar zijn beëindigd en dat het laten vervallen van de aanduiding is bedoeld om de leefbaarheid in de Brugstraat te verbeteren. De voorzitter overweegt dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat de horeca-activiteiten daadwerkelijk zijn beëindigd en dat de brief van H&L Vastgoed, waarin een huurovereenkomst wordt genoemd, niet in de besluitvorming is betrokken.

De voorzitter besluit om bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college te schorsen voor zover het betreft het perceel Brugstraat 13, zodat horeca-activiteiten daar voorlopig zijn toegestaan. Daarnaast wordt het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan H&L Vastgoed. De uitspraak is gedaan op 7 februari 2013.

Uitspraak

201211040/2/R3.
Datum uitspraak: 7 februari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid H&L Vastgoed B.V., gevestigd te Meijel, gemeente Peel en Maas,
verzoekster,
en
het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 2 oktober 2012 heeft het college het wijzigingsplan "Centrum Noord en Groot Kalsdonk" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer H&L Vastgoed beroep ingesteld.
H&L Vastgoed heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 januari 2013, waar H&L Vastgoed, vertegenwoordigd door [bestuurder], bijgestaan door mr. P.A. Lanting, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. J.C.P.J.M. Vergouwen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting [belanghebbende] gehoord.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    H&L Vastgoed stelt dat het college het wijzigingsplan wat betreft het perceel Brugstraat 13 ten onrechte heeft vastgesteld, omdat hierin de aanduiding "horecabedrijven (h2)" is komen te vervallen. Zij beoogt met haar verzoek te voorkomen dat het pand op dit perceel niet meer in gebruik mag worden genomen als horecagelegenheid. Daartoe voert zij onder meer aan dat de horeca-activiteiten in het pand niet duurzaam zijn beëindigd. Zij wijst erop dat het pand in het verleden aan diverse exploitanten was verhuurd. Alleen gedurende de periode waarin onderhandelingen met de gemeente zijn gevoerd over de verwerving van het pand zijn de pogingen om het pand te verhuren gestaakt. Ook wijst H&L Vastgoed erop dat zij vóór het bestreden besluit een huurovereenkomst over het pand heeft gesloten met het oog op exploitatie van het pand als horecagelegenheid. Verder stelt zij dat het pand nog steeds is ingericht als horecagelegenheid.
3.    De raad stelt zich op het standpunt dat hij de aanduiding "horecabedrijven (h2)" voor het perceel aan de Brugstraat 13 heeft laten vervallen, omdat de horeca-activiteiten in het pand al bijna twee jaar zijn beëindigd. Met het laten vervallen van de aanduiding heeft de raad beoogd de leefbaarheid in de Brugstraat te verbeteren.
4.    Het perceel aan de Brugstraat 13 heeft op de plankaart in het bestemmingsplan "Centrum Noord" de bestemming "Gemengd (GD)" en onder meer de aanduiding "horecabedrijven (h2)". Met de vaststelling van het wijzigingsplan heeft het college de aanduiding "horecabedrijven (h2)" voor het perceel laten vervallen. Horeca-activiteiten in het pand op dit perceel zijn hierdoor niet langer toegestaan.
5.    Ingevolge artikel 2.4, lid 2.4.5, onder 2.4.5.2, aanhef en onder a, van de voorschriften van het bestemmingsplan "Centrum Noord" is het college van burgemeester en wethouders bevoegd de aanduidingen "detailhandel" en/of "horecabedrijven" te laten vervallen, op voorwaarde dat er sprake is van beëindiging van de activiteiten waarop de aanduiding betrekking had.
6.    Uit de brief van H&L Vastgoed van 12 september 2012 volgt dat H&L Vastgoed met een mogelijke exploitant is overeengekomen dat het pand aan de Brugstraat 13 aan hem zal worden verhuurd voor de exploitatie van dit pand als horecagelegenheid, onder de voorwaarde dat hij over de benodigde vergunningen zal beschikken. De brief is door de mogelijke exploitant voor akkoord ondertekend. Het college heeft in het bestreden geen blijk ervan gegeven dat het met deze brief rekening heeft gehouden. Dat deze brief zodanig laat is ingediend dat hiermee geen rekening kon worden gehouden heeft het college niet aannemelijk kunnen maken. Ook geeft het bestreden besluit er geen blijk van dat de brief niet tot een andere afweging over het laten vervallen van de aanduiding zou hebben geleid.
7.    Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen, opdat het thans geldende bestemmingsplan "Centrum Noord" van kracht blijft waarin horeca-activiteiten op het perceel aan de Brugstraat 13 zijn toegestaan.
8.    Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal van 2 oktober 2012, waarbij het wijzigingsplan "Centrum Noord en Groot Kalsdonk" is vastgesteld, voor zover het betreft het perceel Brugstraat 13;
II.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid H&L Vastgoed B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 944,00 (zegge: negenhonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III.    gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid H&L Vastgoed B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. T.G. Drupsteen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.W.M. Kooijman, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen    w.g. Kooijman
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 februari 2013
177-629.