ECLI:NL:RVS:2013:BZ4952

Raad van State

Datum uitspraak
20 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
201207176/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van omgevingsvergunning voor winkelruimte en appartementen in Bronckhorst

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen, die op 13 juni 2012 de beroepen van appellanten ongegrond heeft verklaard. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 28 februari 2011 door het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst is verleend voor het bouwen van een winkelruimte met 13 appartementen op het perceel Raadhuisstraat 12 en Marktstraat 2a t/m 2g en 4a t/m 4f. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, maar het college heeft hun bezwaren op 13 september 2011 ongegrond verklaard en het besluit van 28 februari 2011 onder aanvulling van de motivering in stand gelaten.

De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het college het project terecht heeft getoetst aan het bestemmingsplan "Hengelo-Kom 1983". Appellanten betogen echter dat het college de aanvraag had moeten toetsen aan het nieuw vastgestelde bestemmingsplan "Hengelo Dorp". De rechtbank heeft echter terecht overwogen dat bij het nemen van een besluit op bezwaar het recht moet worden toegepast zoals dat op dat moment geldt. Het bestemmingsplan "Hengelo Dorp" was pas op 23 september 2011 in werking getreden, terwijl het college op 13 september 2011 het besluit op bezwaar heeft genomen. Dit betekent dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college de aanvraag moest toetsen aan het ten tijde van belang geldende bestemmingsplan.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 6 maart 2013 ter zitting behandeld. De vertegenwoordigers van het college en de vergunninghoudster zijn gehoord. Na de behandeling van de zaak heeft de Afdeling geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 20 maart 2013.

Uitspraak

201207176/1/A1.
Datum uitspraak: 20 maart 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], allen wonend te [woonplaats], gemeente Bronckhorst,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 13 juni 2012 in zaken nrs. 11/1361, 11/1541 en 11/1558 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst.
Procesverloop
Bij besluit van 28 februari 2011 heeft het college aan [vergunninghoudster] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een winkelruimte met 13 appartementen op het perceel Raadhuisstraat 12 en Marktstraat 2a t/m 2g en 4a t/m 4f (hierna: het perceel).
Bij besluit van 13 september 2011 heeft het college de door [appellanten] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard en het besluit van 28 februari 2011 onder aanvulling van de motivering in stand gelaten.
Bij uitspraak van 13 juni 2012 heeft de rechtbank de door [appellanten] daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 maart 2013, waar het college, vertegenwoordigd door mr. A.J. IJsseldijk en ing. J. Wassink, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is [vergunninghoudster], vertegenwoordigd door W.A. van den Top, gehoord.
Overwegingen
1.    Het project voorziet in het slopen van de ter plaatse bestaande bebouwing en het oprichten van een geheel nieuw gebouw met winkelruimte en 13 appartementen. Bij partijen is uitsluitend de in bezwaar gehandhaafde omgevingsvergunning voor zover deze ziet op de activiteit bouwen in geschil.
2.    [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld, dat het college het project terecht heeft getoetst aan het bestemmingsplan "Hengelo-Kom 1983". Volgens [appellanten] had het college de aanvraag moeten toetsen aan het bij besluit van 30 juni 2011 door de raad van de gemeente Bronckhorst vastgestelde bestemmingsplan "Hengelo Dorp".
2.1.    De rechtbank heeft terecht overwogen dat als uitgangspunt geldt, dat bij het nemen van een besluit op bezwaar het recht moet worden toegepast zoals dat op dat moment geldt. Het college heeft op 13 september 2011 het besluit op bezwaar genomen. Het bestemmingsplan "Hengelo Dorp", door de raad van de gemeente Bronckhorst bij besluit van 30 juni 2011 vastgesteld, is op 23 september 2011 in werking getreden. Dit betekent dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college de aanvraag om omgevingsvergunning moest toetsen aan het ten tijde van belang ter plaatse geldende bestemmingsplan "Hengelo-Kom 1983".
Het betoog faalt.
3.    [appellanten] hebben in het hogerberoepschrift de overige in beroep aangevoerde gronden herhaald en ingelast. Op die gronden is de rechtbank ingegaan. [appellanten] hebben, behoudens hetgeen hierboven is besproken, geen redenen aangevoerd, waarom de weerlegging van de betrokken gronden in de aangevallen uitspraak onjuist, dan wel onvolledig is. Het betoog faalt.
4.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, ambtenaar van staat.
w.g. Bijloos    w.g. Pieters
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2013
357-776.