ECLI:NL:RVS:2013:BZ7412

Raad van State

Datum uitspraak
19 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201211829/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • N.S.J. Koeman
  • R.I. Slagt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Buitengebied 2011 te Cromvoirt

Op 19 maart 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker en de raad van de gemeente Vught. Het verzoeker richtte zich tegen de vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 2011", dat op 20 september 2012 door de raad was vastgesteld. Het betrof specifiek het plandeel met de bestemming "Horeca" op het perceel St. Lambertusstraat 59 te Cromvoirt. De verzoeker vreesde dat onomkeerbare gevolgen zouden ontstaan door de bouw- en gebruiksmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 maart 2013, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door mr. W. Krijger en de raad door P.M. van der Elst en A.M.W. Schellekens. De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet spoedeisend was. Er was geen bewijs dat er op korte termijn activiteiten op het perceel zouden plaatsvinden, en de voorzitter concludeerde dat er geen onverwijlde spoed was die het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde. Het verzoek werd dan ook afgewezen.

De voorzitter benadrukte dat zijn oordeel een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 19 maart 2013.

Uitspraak

?201211829/2/R3.
Datum uitspraak: 19 maart 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Cromvoirt, gemeente Vught,
en
de raad van de gemeente Vught,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 20 september 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2011" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 maart 2013, waar [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. W. Krijger, en de raad, vertegenwoordigd door P.M. van der Elst en A.M.W. Schellekens, beiden werkzaam bij de raad, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoeker] richt zich tegen de vaststelling van het plan voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Horeca" ter plaatse van het perceel St. Lambertusstraat 59 te Cromvoirt. Hij beoogt met zijn verzoek te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen ontstaan als gevolg van de bouw- en gebruiksmogelijkheden die het bestemmingsplan voor dit perceel biedt.
3. In het vorige plan was de bestemming "Horecadoeleinden" aan het perceel toegekend. In dit plan is het perceel wederom voor "Horeca" bestemd, waarbij het plandeel met deze bestemming is vergroot ten opzichte van het vorige plan ter plaatse van het noordelijke deel van het perceel.
4. Op het perceel is een restaurant gevestigd. Niet in geschil is dat de exploitatie van het restaurant is beëindigd en dat momenteel geen activiteiten op het perceel worden uitgeoefend. Verder betreft het een perceel waar bestaande bebouwing aanwezig is en een reeds aangelegd terras, dat in het vorige plan binnen het plandeel met de bestemming "Horecadoeleinden" lag. Ten noorden van het terras liggen reeds aangelegde parkeerplaatsen. Het plan voorziet in hoofdlijnen in dezelfde bouw- en gebruiksmogelijkheden voor het perceel als het vorige plan, behoudens voor het noordelijke deel waar de parkeerplaatsen liggen, dat in dit plan is voorzien van de bestemming "Horeca", zonder bouwvlak. Uit de stukken, noch het verhandelde ter zitting blijkt van aanwijzingen dat binnen afzienbare tijd activiteiten op het perceel zullen worden ontplooid. Het voorgaande in aanmerking genomen, is van onverwijlde spoed die het treffen van een voorlopige voorziening vereist om onomkeerbare gevolgen te voorkomen niet gebleken.
5. Voor zover [verzoeker] vreest dat een nieuwe exploitant het perceel in gebruik zal nemen en een verzoek om handhaving dat betrekking heeft op het noordelijke deel van het perceel dan zal worden belemmerd door de inwerkingtreding van het plan, leidt dit evenmin tot het oordeel dat sprake is van onverwijlde spoed. Niet is gebleken dat een nieuwe exploitant zich op korte termijn zal aandienen.
6. Gelet op het vorenstaande is de voorzitter van oordeel dat met het verzoek geen spoedeisend belang is gemoeid dat het treffen van de verzochte voorziening kan rechtvaardigen.
7. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient te worden afgewezen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.I. Slagt, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Slagt
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2013
618.