201206539/1/R4.
Datum uitspraak: 3 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
de raad van de gemeente Leiderdorp,
verweerder.
Bij besluit van 14 mei 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "N446A" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 februari 2013, waar [appellant], bijgestaan door mr. J. Hobo, advocaat te Zaandam en de raad, vertegenwoordigd door J.C. Borst en M. Vroonhof, zijn verschenen.
1. Het plan voorziet in de verbreding van de provinciale weg N446A en de parallelweg tussen de N445 en de Persant Snoepweg, gelegen ten oosten van de kern Leiderdorp.
2. [appellant] kan zich niet verenigen met het plan en vreest gevaarlijke verkeersituaties in en rondom het plangebied. De hoge verkeersintensiteit en de hoge snelheid van het verkeer dat afkomstig is van de snelweg A4, leiden volgens [appellant] in combinatie met de nabij het plangebied aan te leggen bypass tot een gevaarlijke en verkeersonveilige situatie ter plaatse van de ontsluiting van het Bospad bij de Zuidzijderweg. Ook op de N446A ontstaat volgens [appellant] ten gevolge van weefbewegingen vanaf de bypass een verkeersonveilige situatie.
De bypass leidt volgens [appellant] tot een zeer onoverzichtelijke en gevaarlijke tijdelijke situatie. Daarnaast dient het verkeer volgens hem door de bypass verder om te rijden, hetgeen zal leiden tot een vergrote verkeersdruk en milieubelasting. Ook zal de pannenkoekenboerderij minder goed bereikbaar worden, waardoor de aantrekkelijkheid daarvan zal verminderen. Voorts voert [appellant] aan dat de raad de door hem aangedragen alternatieven voor de bypass onvoldoende bij de beoordeling heeft betrokken.
3. De raad stelt zich op het standpunt dat een deel van de beroepsgronden betrekking heeft op ontwikkelingen buiten het plangebied. Deze punten kunnen volgens de raad dan ook niet aan de orde komen in deze procedure.
De raad stelt dat dit plan ten doel heeft aan de huidige normen en geactualiseerde richtlijnen voor verkeersveiligheid te voldoen. In dat kader is het noodzakelijk de N446A te verbreden, hetgeen in dit plan wordt mogelijk gemaakt. De beoogde verbreding zal volgens de raad dan ook niet leiden tot een toename van het verkeer.
De raad stelt voorts dat uit het rapport van Goudappel Coffeng "verkeerskundig onderzoek IKEA Leiderdorp" van 2 februari 2006 blijkt dat ten gevolge van de bypass het verkeer op de N446A en de aansluitende rotonde zal afnemen. Gelet daarop acht de raad de situatie op de N446A niet verkeersonveilig.
De raad stelt dat aan de omstandigheid dat het verkeer richting de pannenkoekenboerderij om moet rijden geen overwegende betekenis is toegekend, omdat de om te rijden afstand slechts beperkt is.
Verder stelt de raad dat niet is gekozen voor de door [appellant] aangedragen alternatieven omdat deze ofwel niet noemenswaardig kunnen bijdragen aan de doorstroming van het verkeer, ofwel niet opportuun zijn vanuit kostenoverwegingen.
4. In deze procedure kunnen alleen beroepsgronden worden beoordeeld die zien op dit bestemmingsplan. Dit plan voorziet in de realisering van een deel van de invoegstrook ten behoeve van de bypass. De bypass is opgenomen in het onherroepelijke bestemmingsplan "Bospoort". Ook de ontsluiting van het Bospad bij de Zuidzijderweg is niet gelegen binnen het plangebied. Inhoudelijke bezwaren tegen de bypass als zodanig en tegen de ontsluiting van het Bospad kunnen gelet op het vorenstaande in deze procedure niet aan de orde komen. Gelet daarop kan het betoog van [appellant] dat de door hem aangedragen alternatieven voor de bypass onvoldoende zijn onderzocht evenmin in deze procedure aan de orde worden gesteld.
5. Voor zover [appellant] betoogt dat dit plan leidt tot een verkeersonveilige situatie op de N446A, overweegt de Afdeling het volgende. Het plan heeft ten doel aan de actuele normen en richtlijnen met betrekking tot verkeersveiligheid te voldoen. Daartoe voorziet dit plan onder meer in een verbreding van de N446A, waarbij het aantal rijstroken op de N446A niet toeneemt. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat het plan zal leiden tot een verkeerstoename of een snelheidstoename op de N446A, noch dat het invoegende verkeer vanaf de bypass op de N446A zal leiden tot gevaarlijke weefbewegingen. Gelet daarop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat dit plan niet zal leiden tot een verkeersonveilige situatie op de N446A.
6. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan in zoverre strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Gerkema, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Gerkema
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 april 2013