ECLI:NL:RVS:2013:BZ7624

Raad van State

Datum uitspraak
3 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201300647/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • W.G. Timmerman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Recreatieterreinen 2012 te Goeree-Overflakkee

Op 22 november 2012 heeft de raad van de gemeente Goedereede, thans Goeree-Overflakkee, het bestemmingsplan "Recreatieterreinen 2012" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek behandeld op 18 maart 2013, waar [verzoeker] en de raad, vertegenwoordigd door ing. M.P. Hoogmoed, aanwezig waren. Ook Camping De Groene Weide, vertegenwoordigd door mr. M. Tange-Visser, was ter zitting aanwezig.

De voorzitter oordeelt dat het bestemmingsplan een juridisch-planologische regeling biedt voor verblijfsrecreatieterreinen in de voormalige gemeente Goedereede. [verzoeker] en anderen zijn huurders van vaste standplaatsen op camping De Groene Weide en zijn tegen het plandeel met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" dat betrekking heeft op hun standplaatsen. Hun belangrijkste bezwaar is dat het plan het mogelijk maakt dat de gronden voor standplaatsen worden bebouwd met recreatiewoningen, zonder dat de belangen van de huidige huurders zijn gewaarborgd.

De voorzitter overweegt dat het besluit van de raad van 30 juni 2011 tot vaststelling van het facetbestemmingsplan onherroepelijk is, omdat hiertegen niet tijdig beroep is ingesteld. Bovendien is het reeds mogelijk om het campingterrein te bebouwen met recreatieve nachtverblijven onder het vorige bestemmingsplan. De voorzitter concludeert dat er geen spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening, en wijst het verzoek af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 april 2013 door de voorzitter, mr. P.J.J. van Buuren, in tegenwoordigheid van mr. W.G. Timmerman, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201300647/2/R4.
Datum uitspraak: 3 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats], en anderen,
en
de raad van de gemeente Goedereede, thans: Goeree-Overflakkee,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 22 november 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Recreatieterreinen 2012" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Camping De Groene Weide BV heeft een nader stuk ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 maart 2013, waar [verzoeker], en de raad, vertegenwoordigd door ing. M.P. Hoogmoed, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting Camping De Groene Weide, vertegenwoordigd door mr. M. Tange-Visser, advocaat te Middelburg, gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het bestemmingsplan "Recreatieterreinen 2012" (hierna: het plan) voorziet in een juridisch-planologische regeling voor verblijfsrecreatieterreinen in de voormalige gemeente Goedereede. [verzoeker] en anderen kunnen zich niet met het plan verenigen voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" dat ziet op de gronden waarop camping De Groene Weide is gevestigd. [verzoeker] en anderen zijn huurders van vaste standplaatsen op die camping. Het vorige plan dat betrekking heeft op de gronden waarop camping De Groene Weide is gevestigd, is het bestemmingsplan "Duinlust - Groene Weide", zoals herzien bij het bestemmingsplan "Facetbestemmingsplan Goedereede 2011" (hierna: het facetbestemmingsplan).
3. [verzoeker] en anderen leggen aan hun verzoek als belangrijkste bezwaar ten grondslag - zo begrijpt de voorzitter hun betoog - dat het plan het ten onrechte mogelijk maakt dat de gronden voor standplaatsen op camping De Groene Weide worden bebouwd met recreatiewoningen. Volgens hen heeft de raad onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de huidige huurders van standplaatsen door er bij de vaststelling van het plan, maar evenzeer bij het facetbestemmingsplan, niet in te voorzien dat is gegarandeerd dat ten minste een gedeelte van de camping voor hen beschikbaar blijft. [verzoeker] en anderen beogen met hun verzoek te voorkomen dat de recreatiewoningen worden gebouwd en zich de daarmee volgens hen gemoeide kaalslag van het campingterrein manifesteert.
4. Voor zover [verzoeker] en anderen zich richten tegen het facetbestemmingsplan overweegt de voorzitter het volgende.
Vast staat dat tegen het besluit van de raad van 30 juni 2011 tot vaststelling van het facetbestemmingsplan niet binnen de beroepstermijn die liep van 26 juli 2011 tot en met 5 september 2011 beroep is ingesteld. Hetgeen [verzoeker] en anderen omtrent de totstandkoming van dat besluit aanvoeren, geeft de voorzitter grond voor de verwachting dat de Afdeling in de bodemprocedure tot de conclusie zal komen dat het besluit van 30 juni 2011 onherroepelijk is.
5. De voorzitter gaat er voorshands van uit dat het, zoals van de zijde van de raad en Camping De Groene Weide onweersproken is toegelicht, onder vigeur van het bestemmingsplan "Duinlust - Groene Weide", zoals herzien bij het facetbestemmingsplan, reeds mogelijk was om het campingterrein te bebouwen met louter recreatieve nachtverblijven, waaronder recreatiewoningen. [verzoeker] en anderen kunnen met een schorsing van het plan dan ook niet bereiken wat zij beogen. Bij schorsing van het plan zou immers het bestemmingsplan "Duinlust - Groene Weide", zoals herzien bij het facetbestemmingsplan, van kracht blijven op grond waarvan ook, zo al nodig, een omgevingsvergunning kan worden verleend voor de bouw van deze recreatieve nachtverblijven. Weliswaar wordt in het plan een grotere bouwhoogte voor recreatieve nachtverblijven toegestaan dan in het bestemmingsplan "Duinlust - Groene Weide", zoals herzien bij het facetbestemmingsplan, is neergelegd, maar [verzoeker] en anderen hebben desgevraagd ter zitting toegelicht dat hun bezwaren tegen het plan hier geen betrekking op hebben.
Gelet op het vorenstaande bestaat geen spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek dient te worden afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W.G. Timmerman, ambtenaar van staat.
w.g. Van Buuren w.g. Timmerman
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 april 2013
431-745.