201300005/1/R4.
Datum uitspraak: 24 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de naamloze vennootschap N.V. Nederlandse Gasunie, gevestigd te Groningen,
appellant,
de raad van de gemeente Cromstrijen,
verweerder.
Bij besluit van 6 november 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Cromstrijen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Gasunie beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Gasunie heeft een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 maart 2013, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. E.J. van Huut en I. van der Venne, beiden werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
De raad heeft ter zitting nog stukken in het geding gebracht.
1. Gasunie betoogt dat de thans aanwezige aardgastransportleiding alsmede de daarbij op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen behorende belemmeringenstrook ten onrechte niet in het plan zijn opgenomen. Bovendien behoort het gasontvangstation aan de Energieweg te Numansdorp volgens Gasunie tot categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zodat het gasontvangstation ten onrechte de functieaanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" toegekend heeft gekregen. Ingevolge artikel 3 van de planregels zijn ter plaatse van deze aanduiding namelijk uitsluitend bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan.
1.1. In reactie op het betoog van Gasunie heeft de raad erkend dat de desbetreffende aardgastransportleiding met de daarbij behorende belemmeringenstrook en het gasontvangstation abusievelijk niet als zodanig in het plan zijn bestemd. De raad heeft ter zitting toegelicht dat, gelet hierop, een andere invulling van de desbetreffende gronden wordt voorgestaan en dat daartoe het ontwerpbestemmingsplan "Bedrijventerreinen Cromstrijen 2013" ter inzage is gelegd.
Onder deze omstandigheden ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met de ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
1.2. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb te worden vernietigd, voor zover daarbij de (aanleg en) instandhouding van de thans aanwezige gastransportleiding met een belemmeringenstrook van 4 m ter weerszijden van de hartlijn van de leiding en de (aanleg en) instandhouding van het thans aanwezige gasontvangstation aan de Energieweg te Numansdorp niet als zodanig zijn bestemd.
1.3. Met betrekking tot het verzoek van Gasunie om met toepassing van artikel 46, zesde lid, van de Wet op de Raad van State, de raad op te dragen voornoemde gebreken in het bestreden besluit te herstellen, overweegt de Afdeling dat zij hiertoe geen aanleiding ziet, nu het ontwerpbestemmingsplan "Bedrijventerreinen Cromstrijen 2013" reeds ter inzage is gelegd.
2. Ten aanzien van proceskosten die bij Gasunie voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Cromstrijen van 6 november 2012, voor zover daarbij de (aanleg en) instandhouding van de thans aanwezige gastransportleiding met een belemmeringenstrook van 4 m ter weerszijden van de hartlijn van de leiding en de (aanleg en) instandhouding van het thans aanwezige gasontvangstation aan de Energieweg te Numansdorp niet als zodanig zijn bestemd;
III. gelast dat de raad van de gemeente Cromstrijen aan de naamloze vennootschap N.V. Nederlandse Gasunie het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.L.J. Drouen, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Drouen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 april 2013