ECLI:NL:RVS:2013:BZ8999

Raad van State

Datum uitspraak
22 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201300224/2/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • N.S.J. Koeman
  • M. Duursma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Valkenburg Dorp

Op 22 april 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen verzoeker en de raad van de gemeente Katwijk. Het verzoek volgde op het besluit van de raad van 29 november 2012, waarbij het bestemmingsplan "Valkenburg Dorp" werd vastgesteld. Verzoeker, wonend te Rijnsburg, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 15 april 2013, waar verzoeker werd bijgestaan door mr. drs. H. van Wieringen, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door ir. J.C. van der Laken. De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Verzoeker was het niet eens met de bestemming van het perceel in Valkenburg, waar geen detailhandel voor een kadowinkel en een vuurwerkwinkel is toegestaan.

De voorzitter concludeerde dat het gebruik van het pand als kadowinkel op basis van het overgangsrecht voortgezet mag worden, maar dat voor het gebruik als vuurwerkwinkel een vergunning vereist is, die niet verleend was. Gezien het feit dat de bodemzaak op 16 mei 2013 ter zitting zou worden behandeld, oordeelde de voorzitter dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde. Het verzoek werd afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 22 april 2013, door de voorzitter N.S.J. Koeman, in tegenwoordigheid van ambtenaar van staat M. Duursma.

Uitspraak

201300224/2/R6.
Datum uitspraak: 22 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekers], (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]), wonend te Rijnsburg, gemeente Katwijk,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Katwijk,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 november 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Valkenburg Dorp" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 april 2013, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. drs. H. van Wieringen, en de raad, vertegenwoordigd door ir. J.C. van der Laken, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een actuele bestemmingsregeling voor Valkenburg.
3. [verzoeker] kan zich niet verenigen met de bestemming die aan het perceel [locatie] te Valkenburg is toegekend, voor zover geen detailhandel voor een kadowinkel en een vuurwerkwinkel is toegestaan.
4. Het gebruik van het pand op het perceel als kadowinkel mag op grond van het overgangsrecht van het plan worden voortgezet.
Het pand wordt niet gebruikt voor een vuurwerkwinkel. Voor het gebruik voor een vuurwerkwinkel is een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk vereist. Die vergunning is niet verleend.
Gelet op het voorgaande en op de omstandigheid dat de bodemzaak op 16 mei 2013 ter zitting wordt behandeld, is naar het oordeel van de voorzitter met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Het verzoek dient te worden afgewezen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M. Duursma, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Duursma
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 april 2013
378.