ECLI:NL:RVS:2013:BZ9716
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- J.A.W. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving asbesthoudende platen op perceel
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Zundert op 31 januari 2012 een verzoek van de wederpartij om handhavend op te treden tegen de aanwezigheid van asbesthoudende platen op een schuur afgewezen. De wederpartij heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door het college ongegrond verklaard op 10 juli 2012. De rechtbank Breda heeft op 1 februari 2013 het beroep van de wederpartij gegrond verklaard, het besluit van 10 juli 2012 vernietigd en het college opgedragen om binnen drie maanden een nieuw besluit te nemen. Het college heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat het niet verplicht zou zijn om een nieuw besluit te nemen totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 18 april 2013 behandeld. De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het college heeft aangevoerd dat uitvoering van de uitspraak van de rechtbank zou betekenen dat zij een gecertificeerd bedrijf moet inschakelen om de asbesthoudende platen te onderzoeken, wat hoge kosten met zich zou brengen. De voorzitter heeft vastgesteld dat er geen bijzondere belangen zijn die nopen tot het onmiddellijk uitvoeren van de uitspraak van de rechtbank, vooral gezien het feit dat de deskundige van het college geen gevaar voor de volksgezondheid heeft vastgesteld.
Daarom heeft de voorzitter besloten dat het college van burgemeester en wethouders van Zundert geen nieuw besluit hoeft te nemen op het bezwaar van de wederpartij totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Deze beslissing is genomen om te voorkomen dat het college onnodige kosten maakt en om de rechtszekerheid te waarborgen totdat er een definitieve uitspraak is gedaan.