ECLI:NL:RVS:2013:CA2841
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- N.D.T. Pieters
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen besluit college van burgemeester en wethouders van Eindhoven
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid H.P.M. Onroerend Goed B.V., gevestigd te Eindhoven, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is gericht tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, dat op 18 juni 2012 heeft gelast dat het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het perceel Luchthavenweg 47/49 te Eindhoven ten behoeve van een autoparkeerbedrijf moet worden beëindigd. H.P.M. Onroerend Goed heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en het besluit in stand gelaten.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant heeft op 18 april 2013 het beroep van H.P.M. Onroerend Goed ongegrond verklaard. Hierop heeft H.P.M. Onroerend Goed hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 30 mei 2013 ter zitting behandeld. H.P.M. Onroerend Goed was vertegenwoordigd door R.P.L. Hertroijs en mr. M.J.G. Pennings, terwijl het college werd vertegenwoordigd door B. Timmersmans.
In de overwegingen van de voorzitter werd gesteld dat H.P.M. Onroerend Goed niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij onevenredig en onherstelbaar nadeel zal lijden door uitvoering te geven aan de last. De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang aanwezig was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 6 juni 2013.