ECLI:NL:RVS:2013:CA2846

Raad van State

Datum uitspraak
5 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201302958/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Lubberdink
  • J. van de Kolk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit tot onmiddellijke uitzetting uit de Europese Unie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat op 6 januari 2013 is genomen. De staatssecretaris heeft de vreemdeling opgedragen om de Europese Unie onmiddellijk te verlaten. Dit besluit is door de vreemdeling aangevochten bij de rechtbank Den Haag, die op 28 januari 2013 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Raad van State heeft op 5 juni 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat het hogerberoepschrift van de vreemdeling identiek is aan een eerder ingediend hogerberoepschrift, dat op 25 februari 2013 is behandeld. In die eerdere uitspraak is geoordeeld dat de argumenten van de vreemdeling niet tot vernietiging van de eerdere uitspraak kunnen leiden, omdat deze geen vragen oproepen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoording behoeven.

De Raad van State heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk ongegrond is en heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 5 juni 2013, waarbij mr. H.G. Lubberdink de uitspraak heeft vastgesteld in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201302958/1/V3.
Datum uitspraak: 5 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[vreemdeling],
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 28 januari 2013 in zaak nr. 13/763 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Procesverloop
Bij besluit van 6 januari 2013 heeft de staatssecretaris de vreemdeling opgedragen om de Europese Unie onmiddellijk te verlaten. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 28 januari 2013 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Bij uitspraak van 25 februari 2013 in zaak nr. 201301205/1/V3 is uitspraak gedaan op het door de vreemdeling ingestelde hoger beroep. Daarin is overwogen dat hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 voldoet, niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak kan leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, is, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2. Het door de vreemdeling thans ingediende hogerberoepschrift is identiek aan het voor de uitspraak van 25 februari 2013 ingediende hogerberoepschrift en geeft reeds daarom geen aanleiding tot een ander dan het in die uitspraak neergelegde oordeel.
3. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, ambtenaar van staat.
w.g. Lubberdink w.g. Van de Kolk
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2013
347-765.