ECLI:NL:RVS:2013:CA2846
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- J. van de Kolk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit tot onmiddellijke uitzetting uit de Europese Unie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat op 6 januari 2013 is genomen. De staatssecretaris heeft de vreemdeling opgedragen om de Europese Unie onmiddellijk te verlaten. Dit besluit is door de vreemdeling aangevochten bij de rechtbank Den Haag, die op 28 januari 2013 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft op 5 juni 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat het hogerberoepschrift van de vreemdeling identiek is aan een eerder ingediend hogerberoepschrift, dat op 25 februari 2013 is behandeld. In die eerdere uitspraak is geoordeeld dat de argumenten van de vreemdeling niet tot vernietiging van de eerdere uitspraak kunnen leiden, omdat deze geen vragen oproepen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoording behoeven.
De Raad van State heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk ongegrond is en heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 5 juni 2013, waarbij mr. H.G. Lubberdink de uitspraak heeft vastgesteld in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, ambtenaar van staat.