ECLI:NL:RVS:2013:CA2860

Raad van State

Datum uitspraak
12 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201301857/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • A.J. Soede
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 juni 2013 uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoekster] tot herziening van een eerdere uitspraak van 20 februari 2013. In die eerdere uitspraak werd het verzet van [verzoekster] tegen een eerdere beslissing van 12 oktober 2012 ongegrond verklaard. De herziening is aangevraagd op basis van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid biedt om een onherroepelijke uitspraak te herzien op grond van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die de indiener van het verzoek niet bekend waren.

Tijdens de zitting op 16 mei 2013 heeft [verzoekster] haar verzoek toegelicht. De Afdeling heeft echter geoordeeld dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoen aan de criteria voor herziening zoals gesteld in de wet. Het bijzondere rechtsmiddel van herziening is niet bedoeld om het debat in de zaak opnieuw te openen, maar om te beoordelen of er nieuwe feiten zijn die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.

De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzoek tot herziening toe te wijzen en heeft het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 juni 2013.

Uitspraak

201301857/1/A1.
Datum uitspraak: 12 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoekster], wonend te Düsseldorf (Bondsrepubliek Duitsland),
om herziening (artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht) van de uitspraak van de Afdeling van 20 februari 2013 in zaak nr. 201206849/3/A1.
Procesverloop
Bij uitspraak van 20 februari 2013 in zaak nr. 201206849/3/A1 heeft de Afdeling het door [verzoekster] tegen de uitspraak van de Afdeling van 12 oktober 2012 in zaak nr. 201206849/2/A1 gedane verzet ongegrond verklaard. De eerstvermelde uitspraak is aangehecht.
[verzoekster] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
Bij brief van 5 april 2013 heeft [verzoekster] een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 mei 2013, waar [verzoekster] is verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Awb kan een onherroepelijke uitspraak op verzoek van een partij worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. Wat [verzoekster] in haar verzoek om herziening aanvoert, zijn geen feiten of omstandigheden, als bedoeld in artikel 8:119, eerste lid van de Awb, die tot herziening van de uitspraak van 20 februari 2013 kunnen leiden. Het bijzondere rechtsmiddel van herziening strekt er niet toe het debat in de zaak te heropenen naar aanleiding van de uitspraak, waarvan herziening wordt verzocht.
3. Het verzoek dient te worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van staat.
w.g. Loeb w.g. Soede
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 juni 2013
270-736.