ECLI:NL:RVS:2013:CA2865

Raad van State

Datum uitspraak
12 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201300353/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.W.L. Simons-Vinckx
  • B.C. Bošnjaković
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen wijzigingsplan voor woningbouw aan de Staatsmanlaan te Zwolle

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het wijzigingsplan "Staatsmanlaan, blok 7 woningen" dat op 27 november 2012 door het college van burgemeester en wethouders van Zwolle is vastgesteld. Appellanten, bewoners van de Staatsmanlaan en de De Kempenaerware, hebben tegen dit besluit beroep ingesteld, omdat zij vrezen voor aantasting van hun woongenot, privacy en uitzicht door de bouw van zeven nieuwe woningen. Daarnaast maken zij zich zorgen over parkeerproblemen en de bereikbaarheid van hun woningen door hulpdiensten.

Het college van burgemeester en wethouders verdedigt het wijzigingsplan door te stellen dat het bestemmingsplan "Zwolle-zuidoost" in rechte onaantastbaar is en dat de nieuwe woningen stedenbouwkundig gewenst zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 15 mei 2013 ter zitting behandeld. De Afdeling overweegt dat de afstand tussen de bestaande woningen en het bouwvlak voldoende is om ernstige aantasting van het woongenot te voorkomen. Ook de zorgen over parkeerproblemen worden door de Afdeling niet onderbouwd, aangezien uit parkeertellingen blijkt dat er geen hoge parkeerdruk is.

De Afdeling concludeert dat de bereikbaarheid van de woningen voor hulpdiensten niet in het geding komt, omdat deze via de voorzijde toegankelijk blijven. De behoefte aan de nieuwe woningen wordt onderbouwd door het college, dat wijst op de lange wachttijd voor eengezinswoningen in de sociale huursector in Zwolle. De Afdeling oordeelt dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot het vaststellen van het wijzigingsplan en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. M.W.L. Simons-Vinckx, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. B.C. Bošnjaković, ambtenaar van staat, op 12 juni 2013.

Uitspraak

201300353/1/R1.
Datum uitspraak: 12 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Zwolle,
appellanten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Zwolle,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 november 2012 heeft het college het wijzigingsplan "Staatsmanlaan, blok 7 woningen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de stichting Woningstichting SWZ (hierna: SWZ) een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellant] en anderen hebben een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 mei 2013, waar [appellant] en anderen, bij monde van [appellant] en bijgestaan door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. P.J.E. van den Broek-Bredewold, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting SWZ, vertegenwoordigd door [werknemer], werkzaam bij SWZ, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het wijzigingsplan vindt zijn grondslag in het bestemmingsplan "Zwolle-zuidoost", dat door de raad van de gemeente Zwolle op 31 mei 2010 is vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in de bouw van zeven woningen aan de Staatsmanlaan te Zwolle, tegenover de woningen aan de [locaties] en achter de woningen aan de De Kempenaerware 1-15.
2. [appellant] en anderen wonen aan de Staatsmanlaan en de De Kempenaerware en kunnen zich niet verenigen met het wijzigingsplan. Zij vrezen in de eerste plaats voor een aantasting van hun woongenot als gevolg van het plan, in het bijzonder van hun privacy en uitzicht. Daarnaast vrezen zij voor parkeerproblemen, aangezien het bestaande parkeerterrein moet verdwijnen voor de voorziene woningen, en voor de bereikbaarheid van de woningen aan de De Kempenaerware door hulpdiensten.
Voorts bestaat volgens [appellant] en anderen geen behoefte aan de woningen. Ter onderbouwing van dit standpunt wijzen zij op een te koop staande huurwoning aan de De Kempenaerware.
Tot slot kunnen [appellant] en anderen de stelling van het college in de nota zienswijzen dat de woningen uit stedenbouwkundig opzicht gewenst zijn, niet volgen. Volgens hen dragen de nieuwe woningen niet bij aan een verbetering van de buurt.
3. Het college stelt zich op het standpunt dat omdat het bestemmingsplan "Zwolle-zuidoost" in rechte onaantastbaar is, de mogelijkheid tot realisatie van woningen aan de Staatsmanlaan een gegeven is. Het college ziet voorts niet in hoe de komst van nieuwe woningen zal leiden tot een aantasting van het woongenot door het gebruik van parkeerplaatsen. De bestaande parkeerplaatsen zijn reeds niet-persoonsgebonden en de zeven nieuwe woningen zullen worden voorzien van langsparkeerplaatsen. De door [appellant] en anderen overgelegde parkeertellingen bevestigen volgens het college de gemeentelijke tellingen waaruit volgt dat geen sprake is van een hoge parkeerdruk.
Het college stelt zich voorts op het standpunt dat de voorziene woningen uit stedenbouwkundig oogpunt gewenst zijn. Niet alleen worden zo de achterzijden van de woningen aan de De Kempenaerware aan het zicht onttrokken, maar ook wordt de onderbreking in de stedenbouwkundige wand aan de Staatsmanlaan opgevuld.
Met de woningcorporaties is afgesproken dat de sociale woningvoorraad minimaal op peil blijft, aldus het college. Omdat de gesloopte woningen elders in de wijk niet allemaal vervangen zijn en de wachttijd voor een eengezinswoning in Zwolle 4,5 jaar bedraagt, is de noodzaak tot het realiseren van eengezinswoningen in de sociale huursector groot. Dat de voormalige huurwoning waar [appellant] en anderen naar verwijzen niet verkocht is, is volgens het college geen indicatie dat geen behoefte aan dergelijke woningen bestaat.
Het college stelt tot slot dat voor een goede doorgang voor hulpdiensten een wegbreedte van 3,5 m vereist is. De nieuwe aansluiting is 4 m breed, zodat aan deze eis wordt voldaan. Hulpdiensten kunnen in de nieuwe situatie inderdaad niet meer aan de achterzijde van de woningen aan de De Kempenaerware komen, maar dankzij de nieuwe verbinding kunnen zij wel sneller vanaf de Staatsmanlaan de voorzijde bereiken, zo stelt het college.
4. Ingevolge artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), kan het college binnen bij het plan te bepalen grenzen het plan wijzigen.
4.1. Aan de gronden van het plangebied is in het bestemmingsplan "Zwolle-zuidoost" de bestemming "Verkeersdoeleinden" toegekend.
Ingevolge artikel 37 van de regels van dat plan kan het college met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro de bestemming "Verkeersdoeleinden" wijzigen in die zin dat nieuwe bouwvlakken worden aangegeven.
4.2. In het wijzigingsplan is aan deze gronden onder meer de bestemming "Woondoeleinden" toegekend.
Ingevolge artikel 3, lid 3.1, van de regels behorende bij het bestemmingsplan zijn deze gronden onder meer bestemd voor eengezinshuizen […].
5. Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan mag de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd, indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Dit neemt echter niet weg dat het bij het vaststellen van een wijzigingsplan gaat om een bevoegdheid en niet om een plicht. Het feit dat aan de in een bestemmingsplan opgenomen wijzigingsvoorwaarden is voldaan, laat de plicht van het college onverlet om in de besluitvorming omtrent de vaststelling van een wijzigingsplan na te gaan of uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gelet op de betrokken belangen, wijziging van de oorspronkelijke bestemming is gerechtvaardigd.
6. Voor zover [appellant] en anderen vrezen voor aantasting van hun woongenot, in het bijzonder van hun privacy en uitzicht, wordt als volgt overwogen. De Afdeling stelt vast dat de afstand tussen de bestaande woningen aan de [locaties] en het bouwvlak waarbinnen de voorziene woningen kunnen worden gerealiseerd ten minste 16 m bedraagt. Tussen de bestaande en de voorziene woningen bevinden zich tuinen, trottoirs en een doorgaande weg die, zo blijkt uit de stukken, de ontsluiting van de wijk vormt. De afstand tussen de achterzijde van de woningen aan de De Kempenaerware tot het genoemde bouwvlak bedraagt ten minste 19 m. Thans bevindt zich ter plaatse van het plangebied een parkeerterrein.
Vast staat dat [appellant] en anderen als gevolg van het plan te maken zullen krijgen met een verandering van hun uitzicht. De Afdeling overweegt dat niet uit te sluiten is dat hun privacy daardoor enigszins kan worden aangetast. Het college heeft zich echter in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het hier geen ernstige aantasting betreft. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de genoemde afstanden tussen de bestaande woningen en de binnen het plangebied voorziene woningen niet ongewoon zijn in een stedelijke omgeving.
7. Teneinde uitvoering te kunnen geven aan het plan dient het bestaande parkeerterrein met 28 parkeerplaatsen aan de Staatsmanlaan te verdwijnen. Hoewel uit de plantoelichting blijkt dat deze parkeerplaatsen niet alle gecompenseerd worden, acht de Afdeling het desondanks niet aannemelijk dat als gevolg van het plan parkeerproblemen zullen ontstaan. Hiertoe overweegt de Afdeling dat uit parkeertellingen blijkt dat op geen van de telmomenten sprake is van een maximale benutting van het bestaande parkeerterrein. Dit volgt ook uit de door [appellant] en anderen overgelegde tellingen. Voorts staat in de plantoelichting dat een parkeerbalans is opgesteld waarin de parkeergelegenheid op buurtniveau is weergegeven. In de parkeerbalans is volgens de plantoelichting tevens rekening gehouden met de zeven langsparkeerplaatsen die het college ten behoeve van de voorziene woningen voornemens is te realiseren, en welke het bestemmingsplan met de bestemming "Verkeersdoeleinden" mogelijk maakt. Ter zitting is door het college de parkeergelegenheid in de Staatsmanlaan en omgeving aan de hand van een kaart nader toegelicht. Uit de parkeerbalans volgt dat na herstructurering op buurtniveau voldoende parkeergelegenheid overblijft om aan de hier van toepassing zijnde parkeernorm te kunnen voldoen. [appellant] en anderen hebben het tegendeel niet aannemelijk gemaakt.
Gelet op het voorgaande acht de Afdeling het weliswaar niet uitgesloten dat [appellant] en anderen als gevolg van het plan in de toekomst mogelijk op een iets grotere afstand van hun woningen moeten parkeren, maar dat voor hun vrees voor parkeerproblemen geen grond bestaat.
8. Over de bereikbaarheid van de woningen aan de De Kempenaerware door hulpdiensten wordt als volgt overwogen.
Door [appellant] en anderen wordt terecht opgemerkt dat de woningen aan de De Kempenaerware als gevolg van het plan niet langer aan de achterzijde bereikt kunnen worden nu het bestaande parkeerterrein zal verdwijnen. Naar het oordeel van de Afdeling kunnen hulpdiensten de woningen echter wel in voldoende mate via de voorzijde bereiken. Daarbij betrekt de Afdeling dat niet is vereist dat voertuigen van hulpdiensten tot elke voordeur kunnen komen. Gelet op het voorgaande bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat de bereikbaarheid van de genoemde woningen als gevolg van het plan in het geding komt.
9. Met betrekking tot de behoefte aan de woningen overweegt de Afdeling dat het college te kennen heeft gegeven dat met de voorziene woningen niet alleen de woningvoorraad op peil gehouden wordt, maar dat, gelet op de wachttijd voor een eengezinswoning in de sociale huursector in Zwolle, de behoefte aan dergelijke woningen groot is. De enkele verwijzing van [appellant] en anderen naar één te koop staande voormalige huurwoning leidt niet tot een ander oordeel. Deze huurwoning is overigens na het uitblijven van belangstelling weer voor de verhuur ter beschikking gesteld, aldus SWZ.
10. Omtrent de stedenbouwkundige wenselijkheid van de woningen overweegt de Afdeling dat het college te kennen heeft gegeven dat de woningen zowel een onderbreking in de stedenbouwkundige wand opvullen als het zicht op de achterzijde van de woningen aan de De Kempenaerware verhullen. Hierdoor wordt het karakter van de Staatsmanlaan als woonstraat onderscheidenlijk als buurtontsluitingsweg versterkt. Uit de schriftelijke uiteenzetting van SWZ volgt dat ook beoogd wordt om met de voorziene woningen bij te dragen aan een verbetering van het straatbeeld en aan een verduidelijking van de verkeersstructuur van de Staatsmanlaan. Het college heeft zich derhalve in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de woningen vanuit stedenbouwkundig oogpunt gewenst zijn.
11. Wat betreft het betoog van [appellant] en anderen omtrent de plaatsing van kliko’s na realisatie van het plan, wordt overwogen dat dit een aspect van uitvoering betreft dat in de onderhavige procedure niet aan de orde kan komen.
12. In hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het beroep is ongegrond.
13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. M.W.L. Simons-Vinckx, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bošnjakovi?, ambtenaar van staat.
w.g. Simons-Vinckx w.g. Bošnjakovi?
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 juni 2013
410-667.