ECLI:NL:RVS:2013:CA3704
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H. van Kreveld
- M.W.L. Simons-Vinckx
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep bestuursdwang en niet-ontvankelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep dat was ingesteld door [wederpartij 1] tegen een besluit van het college van 22 september 2009, waarin het college had besloten om spoedeisende bestuursdwang toe te passen voor het verwijderen van gevaarlijke stoffen in een bedrijfspand. Het college had het bezwaar van [wederpartij 1] tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op 19 april 2013, waar het college werd vertegenwoordigd door J. Polkerman en mr. P.M.J. de Goede, advocaat te Groningen. Tijdens de zitting heeft het college aangegeven dat het geen belang heeft bij een uitspraak op het hoger beroep, indien het beroep van [wederpartij 1] en [wederpartij 2] tegen het besluit van 22 september 2009 ongegrond wordt verklaard.
Bij een uitspraak op dezelfde dag in een andere zaak, nr. 201111894/1/A4, is het beroep van [wederpartij 1] en [wederpartij 2] ongegrond verklaard. Dit leidde ertoe dat het college geen belang meer had bij het hoger beroep. De Raad van State heeft het hoger beroep van het college dan ook niet-ontvankelijk verklaard en bepaald dat er een griffierecht van € 454,00 moet worden geheven.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. J.H. van Kreveld en de leden mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. N. Verheij, in aanwezigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 19 juni 2013.