ECLI:NL:RVS:2013:CA3704

Raad van State

Datum uitspraak
19 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201111894/2/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • M.W.L. Simons-Vinckx
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep bestuursdwang en niet-ontvankelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep dat was ingesteld door [wederpartij 1] tegen een besluit van het college van 22 september 2009, waarin het college had besloten om spoedeisende bestuursdwang toe te passen voor het verwijderen van gevaarlijke stoffen in een bedrijfspand. Het college had het bezwaar van [wederpartij 1] tegen dit besluit ongegrond verklaard.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op 19 april 2013, waar het college werd vertegenwoordigd door J. Polkerman en mr. P.M.J. de Goede, advocaat te Groningen. Tijdens de zitting heeft het college aangegeven dat het geen belang heeft bij een uitspraak op het hoger beroep, indien het beroep van [wederpartij 1] en [wederpartij 2] tegen het besluit van 22 september 2009 ongegrond wordt verklaard.

Bij een uitspraak op dezelfde dag in een andere zaak, nr. 201111894/1/A4, is het beroep van [wederpartij 1] en [wederpartij 2] ongegrond verklaard. Dit leidde ertoe dat het college geen belang meer had bij het hoger beroep. De Raad van State heeft het hoger beroep van het college dan ook niet-ontvankelijk verklaard en bepaald dat er een griffierecht van € 454,00 moet worden geheven.

De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. J.H. van Kreveld en de leden mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. N. Verheij, in aanwezigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 19 juni 2013.

Uitspraak

201111894/2/A4.
Datum uitspraak: 19 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Oldambt,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 31 oktober 2011 in zaak nr. 10/918 in het geding tussen:
[wederpartij 1]
en
het college.
Procesverloop
Bij besluit van 22 september 2009 heeft het college zijn beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe te passen ter zake van het verwijderen van gevaarlijke stoffen in een bedrijfspand aan de [locatie] te [plaats] op schrift gesteld.
Bij besluit van 5 augustus 2010 heeft het college het hiertegen door [wederpartij 1] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 31 oktober 2011 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van het door [wederpartij 1] hiertegen ingestelde beroep kennis te nemen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.
[wederpartij 1] heeft een nader stuk ingediend.
Afdeling heeft de zaak gevoegd met zaak nr. 201111894/1/A4 ter zitting behandeld op 19 april 2013, waar het college, vertegenwoordigd door J. Polkerman en mr. P.M.J. de Goede, advocaat te Groningen, is verschenen. Na de zitting zijn de zaken gesplitst.
Overwegingen
1. Het college heeft ter zitting meegedeeld dat het geen belang heeft bij een uitspraak op het hoger beroep indien het beroep van [wederpartij 1] en [wederpartij 2] tegen zijn besluit van 22 september 2009 in zaak nr. 201111894/1/A4 ongegrond wordt verklaard.
2. Bij uitspraak van heden in zaak nr. 201111894/1/A4 (www.raadvanstate.nl) is het beroep van [wederpartij 1] en [wederpartij 2] ongegrond verklaard. Dit betekent dat het college geen belang meer heeft bij een uitspraak op het hoger beroep.
3. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt niet-ontvankelijk;
II. bepaalt dat van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt een griffierecht van € 454,00 (zegge: vierhonderdvierenvijftig euro) wordt geheven.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van der Maesen de Sombreff
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 juni 2013
190-732.